vrijdag 17 december 2010

Europa in de les

Op de site Europa Educatief vindt je alles wat je nodig hebt om de Europese Unie in je lessen te behandelen. Voor ieder schooltype biedt Europa Educatief lessuggesties voor de vakken aardrijkskunde, economie, geschiedenis en maatschappijleer. Je kunt er thematische kaarten downloaden (PDF) en overkoepelende informatie vinden. Sinds november 2010 is het Huis voor democratie en rechtsstaat de nieuwe eigenaar en beheerder van Europa Educatief. Het Huis voor democratie en rechtsstaat is een onafhankelijke stichting die als missie heeft om de kennis over en deelname aan de democratie te vergroten. Thema’s van het Huis zijn de Grondwet, de (geschiedenis van de) Nederlandse democratie, het Koninkrijk der Nederlanden, Europa, de rechtsstaat en mensenrechten. Het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) is ook een onderdeel van het Huis waar je informatie vindt over het de Nederlandse politiek. Het IPP richt zijn aandacht vooral op verkiezingen, ook op de Europese Unie en de lokale politiek.

maandag 13 december 2010

Ouderen komen inhoudelijk verder op internet dan jongeren

Het ANP van vandaag bericht het volgende: "Nederlanders zijn maar matig in staat hun weg te vinden op internet. Dat blijkt uit onderzoek waarop communicatiewetenschapper Alexander van Deursen vrijdag promoveert aan de Universiteit Twente. Van Deursen liet driehonderd mensen een aantal taken uitvoeren op internet. Zij moesten onder meer een tweesterrenrestaurant opzoeken in Amsterdam en uitzoeken hoe zij het goedkoopst naar de hoofdstad konden reizen, met de auto of met de trein. Alle schermhandelingen van de proefpersonen werden opgeslagen en geanalyseerd. De promovendus concludeert dat het zorgwekkend gesteld is met de internetvaardigheden van Nederlanders. Zo hadden veel proefpersonen moeite met het kiezen van de juiste zoekwoorden en verzuimden zij in 90 procent van de gevallen de betrouwbaarheid van de gevonden informatie te controleren.Vooral jongeren hebben moeite de informatie die zij op internet vinden op waarde te schatten. Te vaak gaan zij uit van het eerste zoekresultaat. Ouderen hebben vaker moeite met de technische vaardigheden, de zogenoemde 'knoppenkennis', maar als ze die wel onder de knie hebben, vinden zij inhoudelijk beter hun weg dan jongeren." Werkstukbegeleiders, makers van leeropdrachten en docenten in het algemeen: we wisten het toch al, of niet ...?

Nieuwe website over migratie in Nederland

Naar schatting 98 procent van de Nederlanders heeft buitenlandse voorouders, stelt de website Vijf Eeuwen Migratie. In elke Nederlandse familiegeschiedenis zijn wel sporen van migratie aan te wijzen. Dat is het uitgangspunt van deze website, die op 28 november 2010 is gelanceerd. De site informeert een breed publiek over de lange migratiegeschiedenis van Nederland en over alle migrantengroepen die zich hier gevestigd hebben. Je vind hier informatie over de geschiedenis van migranten in Nederland tussen 1580-heden. Van Sefardische Joden uit Spanje tot Hugenoten uit Frankrijk, van zeelieden uit Noorwegen tot schoorsteenvegers uit Italië, en van gastarbeiders uit Spanje tot vluchtelingen uit Iran en Afrika. Een deel van hen vestigde zich in Nederland en drukte een stempel op de nationale geschiedenis. De site is een initiatief van het Centrum voor de Geschiedenis van Migranten (CGM), het Landelijk Overleg Minderheden (LOM) en het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG). Over hetzelfde onderwerp kun je onde meer lenen in de Mediatheek: Obdeijn, H.; Schrover, M., Komen en gaan: Immigratie in Nederland vanaf 1550.



De website Mappingworlds toont hedendaagse thematische wereldkaarten als je een item aanklikt en geeft in grootte het belang of aandeel van de verschillende landen weer. Hier boven (klik in het midden op Resize) zie je het aandeel van migranten in de verschillende landen. Groter weergegeven landen hebben dus veel migranten. Met de laatste website kun je verder een keur aan wereldkaarten weegeven, zoals bijvoorbeeld de verspreiding van religies, energiebronnen etcetera. Visueel zie je onmiddellijk het belang van een land in de geselecteerde kaart.

woensdag 8 december 2010

Social Media, alleen voor jongeren?

Op de fotowebsite Flickr kun je foto’s delen met je vrienden en eigenlijk de hele wereld. Dat kan ontaarden in eindeloze foto-galleries van feesten en drankgelagen. Maar vergis je niet: ’s werelds grootste archieven maken ook gebruik van Flickr. Het project heet Flickr: The commons. Het Nationaal Archief was het eerste archief in Nederland dat zich in 2008 aansloot. The Commons is een samenwerkingsverband tussen fotoarchieven uit de hele wereld en Flickr. Dit initiatief is opgericht om publieke instituten een gezamenlijk platform te bieden waarop zij hun fotocollecties kunnen delen met een groot publiek om vervolgens met informatie van bezoekers de kennis van de fotocollecties uit te breiden. Web 2.0 bij uitstek. Bezoekers van de site kunnen commentaren en tags toevoegen. In het kader van de samenwerking tussen het Nationaal Archief en Spaarnestad Photo Archief kunnen bezoekers bijvoorbeeld informatie toevoegen aan foto’s van de Arbeidsinspectie uit de eerste helft van de vorige eeuw, aan foto’s over de Eerste en Tweede Wereldoorlog, emigranten, de KNIL en de Olympische Spelen van 1928.



Het Stadsarchief Amsterdam is – buiten bovengenoemd project om – vanaf november 2010 bezig om Met gewone Amsterdammers een digitale collectie foto's over de stad aan te leggen op Flickr. Social media worden serieus.

dinsdag 7 december 2010

23 Dingen

Beloofd is beloofd. Ik heb jullie in eerdere berichten al gewezen op het feit dat docenten mijns inziens een cruciale rol innemen in het ondersteunen van de leerlingen in hun zoektocht naar kennis op het web en het onderwijzen van informatievaardigheden. Je hebt dan misschien minder technische kennis, maar wel (levens)ervaring en kent je eigen vak nog steeds het best! Belangrijk is in elk geval ook dat je als docent (basis)kennis hebt van het gebruik van Social Media (Dat zijn onder meer: Flickr, YouTube, Bloggen, Wiki’s, RSS-feeds, Pod- en Vodcasts, Twitter). Weet waar ze zich bewegen en waar ze het over hebben. Laat de leerlingen niet in hun hemd staan, zij zijn niet zo vaardig als je denkt en zij hebben echt begeleiding nodig. Social Media gaan behalve over het delen van kennis ook over veiligheid, wat zet je wel of niet op het internet? Maar, makkelijk gezegd. Hoe krijg je als docent meer kennis van social media, en waar kun je eenvoudige introducties krijgen op de bovengenoemde zonder dat je je hoeft in te schrijven voor langdurige cursussen?

Het begon in 2006 allemaal met 23Things een weblog met 23 oefeningen die je kon doen om je kennis uit te breiden in het werken met internet en op het gebied van web 2.0 toepassingen. Elk Thing stond voor een web 2.0 onderwerp, bedacht door Helene Blowers voor de bibliotheek van Mecklenburg County, USA. Niet lang daarna nam Kennisnet het initiatief over en liet de cursus in een wiki plaatsen: Cursus web 2.0 met 23 dingen. De eerste Nederlandstalige versie van 23 dingen was een feit! Tezelfdertijd gaf de Vereniging van Openbare Bibliotheken opdracht aan Rob Coers om 23 Things te vertalen en te bewerken, opnieuw met toestemming van Helene Blowers. Zo kwam er nog een versie op de markt, speciaal geschreven voor medewerkers van bibliotheken:
23 Dingen: Ontdek, speel en leer over web 2.0. Inmiddels zijn er versies voor het onderwijs: 23 OVC Dingen en 23 Onderwijsdingen, voor archieven 23 Archiefdingen en voor musea 23 dingen voor musea. Duik er eens in en shop eens bij de verschillende sites, op de ene site worden er ander Dingen aangeboden dan op de andere. Ook al zou je alleen maar de introductie bij elk Ding lezen, dan ben je al een heel stuk verder dan je nu bent. Misschien kunnen we op school zelfs een groep starten die met de Dingen aan de slag gaat?

woensdag 1 december 2010

Social media in het onderwijs

In het Kennisnet/Surfnet innovatieprogramma loopt het project ‘Social media’. Social Media (ook wel genoemd web 2.0) zijn online platformen waar gebruikers, met geen of weinig tussenkomst van een professionele redactie, zelf de inhoud verzorgen. Social media platforms onderscheiden zich doordat: Mensen zich met anderen verbinden, zodat zij verhalen en ervaringen kunnen delen; Mensen zich in groepen organiseren en online interacteren alsof men in de fysieke wereld is. Faciliterende sociale media zijn bijvoorbeeld Hyves en LinkedIn rondom mensen en Flickr en YouTube rondom resp. foto’s en video’s. Het gaat hierbij steeds minder om techniek, maar om mensen die zaken delen. En, het is geen ver van mijn bed show, want eigenlijk hebben wij ook zo’n platform: Google-Apps. Wij delen hier kennis, documenten. Het verschil is echter dat wij weliswaar geen professionele redactie, maar wel een schoolleiding hebben die natuurlijk de inhoud in de gaten houdt.



In het rapport Social media en de kansen voor het onderwijs (download op bovengenoemde projectsite) worden de mogelijkheden voor het onderwijs verkend. Ook worden hier de mogelijkheden die hier voor docenten onderling liggen aangestipt. Uit de conclusie van het rapport: “Wij hebben het idee dat de handigheid van leerlingen met computers behoorlijk wordt overschat. Leerlingen gebruiken wat ze kennen en wat ze nodig hebben, maar verdiepen zich niet in een meer gesofisticeerd gebruik van de middelen. Vergelijk het met straatvoetbal - kinderen kunnen zich op straat de prachtigste passeertechnieken eigen maken, maar wereldkampioen worden ze er niet mee. Een goede begeleiding is noodzakelijk. Aangezien echter veel leraren zich snel laten intimideren door de ogenschijnlijke behendigheid van leerlingen, lijkt juist deze generatie tussen wal en schip te vallen. Leraren kunnen in onze optiek nog veel toevoegen aan de kwaliteit van het gebruik van internet door leerlingen.” Het medialandschap verandert door social media. Werkgevers selecteren kandidaten op basis van online profielen. Wie als kenniswerker in de maatschappij aan de slag gaat, krijgt te maken met social media. Wil je jongeren voorbereiden op de wereld van morgen, dan is het bijbrengen van bekwaamheid in het gebruik van social media geen overbodige luxe. In een volgend blog geef ik jullie wat mogelijkheden om zelf met sociale media aan de slag te gaan.