maandag 31 januari 2011

Zelf een krant of glossy maken

Hoe maak je een voorpagina van een krant? Leerlingen leren met deze opdracht onderwerpen uit te kiezen, een artikel op te bouwen en natuurlijk schrijven. Een handige online tool om hiervoor te gebruiken is www.zelfkrantmaken.nl. De tool is gratis en leerlingen hoeven zelfs geen account aan te maken. Alle teksten die in de voorbeeldkrant staan, zijn te wijzigen door er op te klikken. Je krijgt dan een venster waarin je de huidige tekst kunt aanpassen of vervangen door je eigen tekst uit bijvoorbeeld een Word dokument. Het resultaat is meteen zichtbaar. In de krant staan standaard een paar foto’s. Deze afbeeldingen zijn ook te wijzigen door er op te klikken. De leerling krijgt een venster waarin hij zijn eigen afbeeldingen kan uploaden. De volledige handleiding vind je op Vives . Je kunt ter illustratie of voorbereiding op het maken van een krantenpagina eerst in de klas een keuze uit zo'n 700 actuele voorpagina's van kranten aan de leerlingen laten zien.

Calaméo gaat een stap verder. Je leerlingen kunnen hier (na gratis registratie) hun eigen krant, glossy, werkstuk of anderszins publiceren. De basis wordt ook hier gevormd door je eigen documenten (Microsoft, open office, pdf, foto's, ) die je upload binnen Calaméo met vaak verbluffend professionele resultaten. De leerling bepaalt zelf aan wie hij/zij de publicatie laat zien, dat kan dus ook alleen de eigen een klas zijn. Een handleiding vind je hier.

zondag 30 januari 2011

Jongeren vinden regels in gezin belangrijk, maar het mediagebruik bepalen ze graag zelf

In 2010 verscheen Kinderen aan het woord over gezinnen, een onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut. Hierin komt de jeugd zelf aan het woord en het blijkt dat zij aandacht (tijd) en praten belangrijk vindt in het gezin. Verder vinden jongeren het belangrijk dat er duidelijke regels zijn en een balans tussen vrijheid en regels. Bij een conflict moet er wel naar elkaar geluisterd worden. Ik let voor dit blog natuurlijk vooral op het media(internet)gebruik in het gezin en dan ook nog gedurende de schoolleeftijd. Het onderzoek stelt: “Twaalfplussers (in tegenstelling tot twaalfmin, WV) beslissen voor het overgrote deel zelf hoe ze hun zakgeld besteden, waar ze naar kijken op televisie, wat ze doen op internet en wat voor kleding ze dragen (p.21)”. Vooral in gezinnen met tieners worden vaak weinig afspraken gemaakt over internetgebruik (p.76). Jongeren bepalen voor een groot deel zelf wat ze op internet doen. Zij vinden dit ook prettig want zo kunnen ze zelf informatie zoeken over wat hen aangaat, waarbij in het onderzoek expliciet ook als belangrijk zoekitem seksualiteit wordt genoemd (p.71).

Onderzoek van IPM Kidswise toonde in 2007 ook al aan dat dit de periode is (12-16 jaar) waarin de invloed van thuis het minst is in relatie tot invloeden van school en media. Dit onderzoek is niet meer te downloaden, maar wordt veelvuldig geciteerd in onder ander de in de Mediatheek aanwezige uitgave De WIFI-generatie. Deze uitgave pleit dan ook voor het juist mediawijs worden van ouders om ook deze zaken bespreekbaar te maken.

Ouders (leerkrachten) vinden recente kennis over het opgroeiende kind sinds begin 2010 ook in De Opvoedingscanon. 51 Korte hoofdstukken, ontwikkeld op initiatief van de gemeente Den Haag. De opvoedingscanon is samengesteld onder leiding van René Diekstra, Lector Jeugd en Opvoeding aan de Haagse Hogeschool. Een breed spectrum aan thema’s passeert de revue: van de fysieke groei van kinderen, zoals de ontwikkeling van de hersenen, tot de betekenis van buitenspelen en mediawijsheid. In de (Haagse) opvoedingscanon wordt aangegeven hoe belangrijk de rol van ouders is, ook als kinderen in de puberteit zijn. Onder het lemma Mediawijsheid (Lemma 50) staat als ondertitel: Altijd online, nooit onder toezicht. Kinderen zijn dan misschien technisch wel handig, maar ze zijn vaak niet in staat om media-inhoud goed te begrijpen. Dus ook hier wordt het belang aangegeven van regels en afspraken over het gebruik van media. Moeilijk, omdat de schooljeugd op het voortgezet onderwijs nu juist in de leeftijd is waarop de invloed van ouders het minst is.

Mediawijs prachtig, maar wat nu als je als opvoeder een grote technische achterstand hebt? En, waar kun je als leerkracht ouders naar verwijzen? Op Mijnkindonline vind je onder Media-opvoeding de volgende uitleg: Hoe zorg je dat kinderen zorgeloos, veilig op het net kunnen vertoeven? Door betrokken te zijn bij wat ze doen. Maar dan moet je natuurlijk wel weten waar het over gaat. Je vind op deze site een keur aan vragen en antwoorden en literatuur speciaal gericht op kinderen en internet. Ik voeg daar nog aan toe dat je niet gelijk moet afhaken op termen en begrippen. Voor de terminologie zijn de volgende twee internetwoordenboeken een grote hulp: ICT woordenboek en Weboracle.

De in een eerder bericht genoemde site over mediaopvoeding behandelt niet alleen het internet maar alle media. Ook daar kun je ouders naar verwijzen. Tot slot. Ook voor docenten geldt: verdiep je meer in wat je leerlingen online en mobiel doen.

vrijdag 28 januari 2011

Schooltv-Beeldbank en Teleblik

Welke aanbieder kun je nu het best kiezen voor je lessen? Beide zijn gratis, voor Teleblik moet je een account (Entree-account) hebben (zie eerdere berichten op dit blog), Schooltv is zonder in te loggen door iedereen te bereiken. Teleblik biedt ook de clips van Schooltv en meer. Schooltv is daardoor beperkter dan Teleblik, want de beeldbank biedt alleen de eigen ongeveer 2500 educatieve video's. Maar Schooltv heeft een aantal voordelen. Zo is de letterlijke tekst opgenomen bij de clip (handig voor leerlingen met dyslexie) en is er een link opgenomen met Eigenwijzer, de informatieve site speciaal voor scholieren. Beide bieden streaming video, dus jekunt niets downloaden en hebt altijd een internetverbinding nodig. Schooltv-Beeldbank Plus biedt echter ook nog werkbladen, links en quizzen die direct in het onderwijs te gebruiken zijn. Aan jullie de keus. Vertel ook anderen in je team over je bevindingen en toepassingen met beide aanbieders, zodat je samen leert.

maandag 24 januari 2011

Gratis tools voor het onderwijs

Ik ben altijd dol op mensen die lijstjes aanleggen. Hier volgen lijsten met fotobewerkingssoftware van Florina Blokland, software om online te tekenen van het het Netwijs Edublog, online teken en schilder tools van Thomas Barrett en 10 gratis audiotools van Thom Kuhlmann. Met dank aan  Jeroen Rougoor.

vrijdag 21 januari 2011

Gratis pictogrammen voor het onderwijs



Op verschillende edublogs en websites kwam ik onlangs tegen dat de site Sclera.be zo’n 4800 gratis iconen voor het onderwijs ter beschikking stelt. Onder Links op de site vind je nog meer adressen waar je pictogrammen kunt vinden. Ik voeg hier nog Iconfinder en Iconarchive aan toe zodat je compleet aan de slag kunt.

Bewaken digitale identiteit essentieel!

In augustus 2010 was in veel media te lezen dat de topman van Google weinig medelijden had met "babbelende scholieren" op internet (De Stentor, 21-8-2010). Eric Schmidt van Google stelt hier dat jongeren hun hele hebben en houden op internet zetten en dat ze daarmee later in de problemen komen als ze op zoek gaan naar een baan. De enige oplossing is dat de overheid hen toestaat op hun achttiende een nieuwe identiteit aan te nemen, aldus Schmidt. In 2009 al weer heeft Wieowie een enquête gehouden onder haar bezoekers op de website Wieowie.nl. De enquête behandelt het onderwerp privacy en online identiteit. Meer dan 3000 mensen hebben de enquête van Wieowie ingevuld. In dit document vind je alle uitslagen van de enquête. Uit dit onderzoek is gebleken dat jongeren tot 20 jaar zich het minst bewust zijn van de gevolgen van het plaatsen van privacygevoelige informatie op internet. Vandaar deze Handleiding voor beheren en beheersen van privacy en identiteit op internet. Het rapport ‘Image-building op het internet: houd greep op je digitale identiteit’ van  SURFdirect uit 2010 biedt ook concrete aanbevelingen bij het presenteren van jezelf op internet. Conclusie van het rapport is dat door slim om te gaan met de publicatiemogelijkheden van het internet een gewenst imago kan worden opgebouwd. Echter dien je alleen persoonlijke gegevens te publiceren die de hele wereld tot in lengte van dagen mag weten. Sociale netwerksites zijn bij uitstek geschikt om een digitale identiteit, een reputatie online, vorm te geven, aldus SURFdirect.

woensdag 19 januari 2011

Nederlands Jeugd Instituut

Ik zou hier jullie aandacht willen vestigen op de site van het Nederlands Jeugd Instituut, Kennis over jeugd en opvoeding. Het NJI heeft een groot aantal dossiers over jeugd en gedragsstoornissen, verslaving, adhd, angst- en stemmigsproblemen, depressie enzovoort. Eén van de dossiers, Mediaopvoeding, verwijst naar een speciaal ingerichte site Mediaopvoeding. Hier wordt door een deskundig team antwoord gegeven op onder meer vragen van opvoeders over geweld in media, internet, games, over verslaving, auteursrecht en vriendschappen en er worden ontwikkelingskenmerken per leeftijdsgroep gegeven. Heel handig om ouders naar te verwijzen.

zondag 16 januari 2011

Vrije geluiden

Eerder al berichtte ik over de links die mevrouw Smoke voor rechtenvrije geluidstracks op haar blog aanbiedt. Aad van der Drift voegt daar nu nog eens drie sites aan toe. Kijk wel even wat de opmerking van mevrouw Smoke inhoudt betreffende auteursrechten op de site Freeplaymusic. Het wordt steeds belangrijker om deze plekken op het internet te gbruiken. In de klas worden er vaak filmpjes gemaakt. Meestal is daarbij goede achtergrondmuziek nodig. Belangrijk is dat dat muziek is die zonder rechtenproblemen in het onderwijs kan worden ingezet.

vrijdag 14 januari 2011

Keesings Historisch Archief

De Inkoopcommissie van de VOB, belast met de landelijke inkoop van het basispakket digitale content ten behoeve van alle openbare bibliotheken heeft besloten om Keesings Historisch Archief niet meer via de Openbare Bibliotheek te leveren. Omdat ook wij deze content via de Openbare Bibliotheek inkochten verandert ons abonnement. Wij kopen nu in via een andere leverancier en - voorlopig - verandert er niets in de prijs. Ten positieve verandert wel het volgende:
- De databank zal worden uitgebreid met alle artikelen uit de jaren 1931 tot 1940.
- Ook binnenkort toegang tot een intrigerend tijdsdocument: de gedigitaliseerde edities van KHA uit de periode ’40–’45, toen KHA onder supervisie stond van de Duitse bezettingsmacht.
Ik breng dat bij deze onder jullie aandacht. Het is nu nog belangrijker om de leerlingen met dit gerenommeerde archief te laten kennismaken, omdat het nu dus nergens anders meer kan!

woensdag 12 januari 2011

De hele maand gratis cursussen windows en office

Teach-me biedt de hele maand januari de mogelijkheid om cursussen windows en office te volgen zonder je te registreren. Dat kan op de cursussite van Teach-me. Hier vind je ook een handleiding hoe de site werkt. Vooral voor de docenten die informatica/informatiekunde geven is het misschien prettig om de mogelijkheden van deze basale cursussen voor de onderbouw eens te proberen.

dinsdag 11 januari 2011

Mediawijsheid

De term mediawijsheid is hier al meerdere malen aan de orde gekomen. Dat zal de komende tijd alleen nog maar toenemen vrees ik, want ik volg vanaf midden januari de opleiding tot Mediacoach. Mediawijsheid staat in deze opleiding centraal. Mediawijsheid is – kort gezegd - de zelfredzaamheid van burgers in een multimediale samenleving. Er zijn echter nogal wat termen in omloop als media-educatie, mediawijsheid, mediageletterdheid en informatievaardigheden. In 1996 kwam het advies van de Raad voor Cultuur om media-educatie op te nemen in het onderwijs. Hiermee werden vooral vaardigheden bedoeld als knoppenkunde en informatievaardigheden (zoeken op internet). Media-educatie is echter nooit een vak geworden in het onderwijs en de invulling verschilt per school. Sommige scholen zijn ook nooit aan een invulling toegekomen. In 2005 werd door de Raad opnieuw een advies gegeven om media-educatie uit te breiden naar mediawijsheid en naar alle burgers. Nu werd dus niet alleen het onderwijs, maar de hele samenleving aangesproken. In 2008 werd dit advies overgenomen door het kabinet. Voor scholen betekent dit dat mediawijsheid wederom geen vak werd, maar wel werd de relatie met burgerschapskunde gelegd en werd het advies gegeven om op elke school een mediacoach aan te stellen. Een landelijk expertisecentrum werd op initiatief van de ministeries van OCW en Jeugd en Gezin ingesteld , het Mediawijsheid Expertisecentrum. Een website werd ingericht als online loket en en op de Mediawijsheidskaart worden de initiatieven getoond aan de hand van acht verschillende doelgroepen (waaronder jongeren en leerkrachten).

In het onderwijs gaat het er om leerlingen te leren goed om te gaan met alle uitingen van (multi)media (het keuzevak Videokunst van Jeff Eijpe is een goed voorbeeld). Kennis over de media zelf en de wijze waarop media en nieuws worden gebruikt is belangrijk. Dit houdt ook inzicht in het historisch kader in waarbinnen communicatie heeft plaatsgevonden. De term mediageletterdheid wordt hier vaak gebruikt, en hiermee wordt bedoeld: een kritisch bewustzijn van de (beeld)cultuur. Maar ook vaardigheden als leesvaardigheden, informatievaardigheden en mediavaardigheden (Videokunst van Jeff) zijn belangrijk en tot slot is van groot belang: mentaliteit, het bewust zijn van en reflectie op eigen omgaan met media (als ontvanger en zender). Op onze school mist een kader. Misschien doen behalve Jeff wel meer docenten iets op dit terrein, maar we weten dit niet en het is niet ingebed in het curriculum.
Voor onze school mag het duidelijk zijn dat mediawijsheid ook een term is die niet alleen voor het onderwijs aan de leerlingen belangrijk is, maar eveneens van groot belang voor (bij)scholing van docenten.

Een lang verhaal. Hieronder wordt het nog eens uitgelegd door Angeliek van der Zanden in het kader van een college Postmoderne bibliotheek en mediawijsheid aan de universiteit van Tilburg in 2010.


Module Mediawijsheid, College 3, mediawijsheid from Cubiss on Vimeo.

Lesmateriaal over Europa en de euro

In januari is Estland officieel toegetreden tot de eurozone. Dat betekent dat ook de Esten nu met euro’s gaan betalen. Het aantal landen in de eurozone staat daarmee op 17. Maar ondertussen is er ook een eurocrisis, zijn er bezuinigingen en tekorten. Het tijdschrift COS (in de Mediatheek) heeft elke maand lesideeën speciaal voor het vo en in januari wordt de euro behandeld. De leerlingen krijgen opdrachten over hun eigen financiele situatie, over noodgeld in de Tweede Wereldoorlog, ze kunnen een spel spelen als adviseur van de directeur van de Nederlandse Bank, etcetera. Het materiaal staat met de bijbehorende links op COS-online. Voor toegang tot het materiaal heb je een code nodig, deze code kun je vinden op de Mediatheeksite in Google-apps, onder nieuws. De code staat in een veilige omgeving in verband met auteursrechten.
Ook Teleblik heeft een dossier over de europa en de euro klaar staan. Dit beeldmateriaal vind je hier. Je hebt wel een account en digicode nodig om het materiaal te kunnen gebruiken, vraag dit aan de balie van de Mediatheek. Ook de leerlingen kunnen een account aanmaken.
Het Centrum voor Mondiaal Onderwijs heeft lesmateriaal in de vorm van een Europadebat op school. Europa is voor jongeren niet allemaal even interessant. De aanpak van fiscale fraude, de vrijmaking van de postmarkt, de aanpak van de vergrijzing, het zal wel. Maar er zijn onderwerpen genoeg die wel boeien, waarover jongeren een mening hebben, waarover ze kunnen debatteren. De site biedt hiervoor een draaiboek. Je vind hier ook filmpjes en interviews over de Europese Unie.

woensdag 5 januari 2011

De prijs van digitaal leermateriaal

Wat levert digitaal leermateriaal een school op en wat kost het? Daarover gaat het in de 28e uitgave van de Kennisnet Onderzoeksreeks. Ict invoeren in scholen is een gecompliceerd proces, zeker als scholen op grote schaal digitale leermiddelen gaan ontwikkelen en inzetten. Een van de lastigste problemen hierbij is dat van de kosten en baten: wat kost de invoering van digitaal leermateriaal en wat levert het op? Hierbij gaat het niet alleen om materiële kosten (bijvoorbeeld voor de aanschaf van laptops) en materiële baten (bijvoorbeeld besparingen), maar ook om immateriële kosten (bijvoorbeeld werkdruk) en immateriële baten (bijvoorbeeld aantrekkelijker onderwijs). Maar hoe bereken je die? Vijf scholen – aangesloten bij de Onderwijsvernieuwingscoöperatie – lukte het om financiële gegevens te leveren. De bevindingen laten zien dat scholen nog maar weinig gewend zijn om het gebruikt van ict in een meer financieel of bedrijfseconomisch perspectief te beschouwen. De uitgave levert geen handzaam model om de kosten en baten van digitaal leermateriaal systematisch en betrouwbaar in kaart te brengen. Wel zet de publicatie een belangrijke stap in deze richting door de verschillende bouwstenen te inventariseren. Het is een tussenstand die uitnodigt en inspireert tot reflectie en een vervolg, aldus de onderzoekers.

dinsdag 4 januari 2011

Hoe krijg ik mijn collega's in 2011 mee?

Onlangs was ik aanwezig op een studiemiddag ‘Plug je Mediatheek (of afdeling)!’van de Landelijke Werkgroep Schoolmediathecarissen Voortgezet Onderwijs (LWSVO). Jeroen Busscher, die de middag leidde, prikte al heel snel één van mijn strategieën door: lever kwaliteit, wees betrouwbaar, werk hard en je wordt gezien. De praktijk is – zo weet ik ondertussen - veel weerbarstiger. Ook noemde hij nog al wat herkenbare zaken op als: je wordt op jouw terrein te laat of helemaal niet betrokken bij vragen of – nog erger – een extern bureau wordt ingehuurd voor klussen die eigenlijk bij jouw afdeling of werk horen. Opmerkelijk is dat zo veel van de aanwezige mediathecarissen zich herkenden in de voorbeelden. Ik vraag me al heel lang af – maar dit terzijde – of de mediathecaris in het onderwijs wel goed gepositioneerd is en of er optimaal van de kwaliteiten van deze professionals gebruik wordt gemaakt, maar okay.


Hoe verkoop je nu je afdeling? Hoe zorg je ervoor dat je gezien wordt en dat een ander niet jouw werk gaat zitten doen? Busscher: Ga netwerken. Maak de klant (collega=klant) bijzonder. Wees goed nieuws. Denk aan geven in elke interactie. Creëer een verhaal waarmee de beeldvorming over je afdeling positief wordt beïnvloed. Eigenlijk hebben we het hier gewoon over marketing. Busscher start met het feit dat de klant enthousiast moet worden. Er bestaat daarbij geen algemeen geldende kwaliteit. Kwaliteit is wat mensen ervaren, soms los van de kwaliteit die je afdeling levert en waar jij zo trots op bent. Het vereist wel het beheersen van de kunst van het beïnvloeden. Busscher baseert zijn zes technieken om collega’s mee te krijgen op het werk van Robert Cialdini.
1. Sociaal bewijs: wij geloven dingen meer als veel andere mensen – die op ons lijken – het belangrijk vinden
2. Autoriteit: verwijs naar geaccepteerde autoriteiten
3. Schaarste: ik heb eigenlijk geen tijd, maar …
4. Ruil/wederkerigheid: eerst geven
5. Sympathie: wordt aardig gevonden, geef aandacht en zet in op gelijkenissen, verbinding
6. Consistentie: je verhaal moet kloppen. Wie A zegt moet ook B zeggen.

Eerder al had ik als ambassadeur van Kennisnet kennis gemaakt met Marijke van der Brugge. Zij hanteert negen tactieken om te beïnvloeden (redeneren, inspireren, vragen, een goed gevoel, onderhandelen, een gunst vragen, stille bondgenoten, autoriteit en dwang). Voor een groot deel komt dit overeen met bovengenoemde technieken. Marijke noemt ook valkuilen. Bij het hierboven genoemde tweede punt twee van Cialdini, Autoriteit, zou een valkuil kunnen zijn: mensen kunnen worden afgeschrikt of willen juist tegendraads zijn. En dan mislukt je charme-offensief volledig. Haar laatste tactieken: Autoriteit en Dwang hebben met laatste redmiddelen en macht te maken. Wat mij vooral aansprak bij haar is Inspireren als een belangrijke tactiek. Je suggereert hierbij wat de mogelijkheden kunnen zijn als de ander zich laat overreden. Voor inspireren heb je overtuiging, energie en passie nodig. Een inspirerend 2011 gewenst!

Via Google-Apps naar een educatieve marktplaats?

Google is in contact met softwarebedrijven die programma’s maken voor het onderwijs. Samen met hen wil Google een marktplaats creëren voor online ‘learning programs’. Een docent zou in de toekomst na het inloggen in Google Apps toegang krijgen tot deze educatieve Marketplace. Zo meldt Mediawijzer.net. Ik kan zo niet direct inschatten wat dat voor ons betekent, maar omdat de markt van Google een zeer grote is, zou dit wel een prijsdrukkend kunnen werken. Tenminste voor de Engelstalige markt. Maar misschien zijn er ook voor onze school op deze wijze in de tokomst lucratieve contracten af te sluiten.

maandag 3 januari 2011

Een verzameling webtools voor het VO

Ben je op zoek naar een mooi overzicht van web 2.0 tools die je kunt gebruiken in de klas? Op Docstoc staat een overzicht van tientallen mooie tools. Vanaf pagina 30 staan tools specifiek voor het vo.


The Super Book of Web Tools for Educators -

Zie hiervoor ook de verzameling webtools van Ana Maria Menezes.

Snelstartgids Wikiwijs en Teleblik

Op Wikiwijs kunnen docenten leermateriaal zoeken, maken en delen (zie hiervoor de betreffende Snelstartgidsen). Teleblik is één van de collecties die doorzoekbaar is via Wikiwijs. Vanaf nu is het nog eenvoudiger om een uitzending of zelfgesneden fragment uit Teleblik te gebruiken in een lesarrangement in Wikiwijs. Zo ontstaat een prachtige les, verrijkt met video en audio uit Teleblik! Gebruik hiervoor de Snelstartgids Wikiwijs en Teleblik.