dinsdag 29 november 2011

TubeChop

Als Teleblikgebruiker ken je misschien de mogelijkheid om een fragment van een gevonden video te maken dat precies past in jouw les. Je vind de hele video te lang en hebt slechts dat ene stukje nodig. Met de virtuele snijmachine kun je dan aan de slag, waarna je de url van het door jou geselecteerde fragment kunt sturen aan je leerlingen of kunt gebruiken in je les. Dit kan ook met elk willekeurig YouTubefilmpje. Tubechop creëert een nieuwe link waarmee je vervolgens aan de slag kunt. Chop, knip, plak en je bent klaar!




Klassieke literatuur in woord en beeld

CCProse is een initiatief om klassieke literatuur beschikbaar te stellen in woord en beeld. Er wordt gebruik gemaakt van de in een eerder blog al vermelde vrijwilligers van Librivox die de uitgave integraal in het Engels voorlezen. De tekst verschijnt nu echter ook in beeld en je kunt zo op het YouTube kanaal van CCProse meelezen. Zo’n 70 boeken zijn er verschenen waaronder A Christmas Carol van Charles Dickens en Around the World in Eighty Days van Jules Verne, Walden door Thoreau en The Picture of Dorian Grey door Oscar Wilde.





Dossiers in Teleblik

Als je op de Homepagina vanTeleblik midden bovenin Nieuws aanklikt, vind je verwijzingen naar dossiers, video's op onderwerp en Telebliknieuws. Onlangs werd er een overzicht gepubliceerd van Teleblikvideo’s over allerhande onderwerpen die bij aardrijkskunde voor de onderbouw havo/vwo aan bod komen. Je vind hier dan video’s over burgerschap, duurzaamheid, bevolking, globalisering, arm en rijk, grenzen en identiteit, water, weer en klimaat en krachten der aarde. Allemaal netjes gerangschikt onder verbindende kopjes. Eveneens vind je op deze nieuwspagina materiaal voor economie over de financiële crisis, kinderrechten etcetera. De doelgroep VO of PO staat altijd vermeld. Het is een andere manier van zoeken, maar vooral voor docenten kan dit veel opleveren.

donderdag 24 november 2011

Blik op Mediawijsheid

Ik kan hier niet vaak genoeg onder de aandacht brengen hoe belangrijk ik het vind om niet vanuit je emotie een mening over jongeren en de nieuwe media te ventileren, maar je te baseren op onderzoek. Onder de tag studies staan op dit blog heel veel studies die te maken hebben met ICT en onderwijs en mediawijsheid/informatievaardigheden in relatie tot het onderwijs. Doe er je voordeel mee!

In deze week (Week van de Mediawijsheid 2011) is het onderzoek Blik op Mediawijsheid. Risicotaxatie, Opvoedstrategieën en Mediagedrag anno 2011 van onderzoeks- en adviesbureau Dialogic openbaar gemaakt. Het onderzoek is in opdracht van het expertisecentrum Mediawijzer.net uitgevoerd. Via een grootschalige telefonische enquête (onder 251 jongeren en 317 ouders) en zowel een expert- als ouderbijeenkomst is data verzameld om een antwoord te vinden op de vraag: Wat is de mate van mediawijsheid bij Nederlandse jongeren van 10 t/m 14 jaar en hun ouders anno 2011 en welke rol spelen mediagebruik en mediaopvoeding daarbij?

  • Het algemene beeld van het onderzoek is dat het best goed gaat met Nederlandse jongeren en hun mediagedrag anno 2011. Uit de risicotaxatie van ouders blijkt dat bij bijna 65% van de jongeren op dit moment geen enkel risico van mediagebruik actueel is. Onder risico wordt dan verstaan: zien van erotiek, geweld; spam, virussen; verslaving; schending auteursrechten; slaapproblemen etcetera (zie p. 19 van het onderzoek).
  • Bijna een op de vijf ouders beschouwen digitaal pesten, ongewenste intimiteiten en misbruik van privégegevens als de grootste potentiële problemen.
  • Wanneer we inzoomen op het mediagebruik van jongeren in de leeftijdscategorie 10 t/m 14 zien we dat TV en Internet favoriet blijven en het gebruik van radio en geschreven media (tijdschriften, dagbladen) is licht gedaald. 81% is in het bezit van een mobiele telefoon en 25% van alle jongeren heeft intussen een smartphone. Jongeren zitten gemiddeld de helft van hun vrije tijd achter een beeldscherm. De overige 3 uur vullen ze in met sport, spel en het afspreken met vrienden.
  • Verder valt de transitie op die jongeren doormaken als ze richting het voortgezet onderwijs gaan, namelijk een duidelijk intensiever gebruik van de meeste internettoepassingen. Een algehele tendens is ook dat ouders zich gemiddeld restrictiever typeren in PO dan in VO. Zodra jongeren in de VO fase zitten, zien we een algehele afname in intensiteit van mediaopvoeding.
  • Ouders vinden dat de eerste verantwoordelijkheid voor media-opvoeding bij hen ligt en niet bij school. Echter, er is ook een andere categorie van risico’s die meer op het niveau zitten van het bijbrengen van cognitieve vaardigheden, zoals het controleren van bronnen, het op waarde schatten van informatie en dergelijke. Men ziet daarin een grote rol voor de school weggelegd.
  • Het blijkt dat ouders die zelf zeer media-intensief gedrag vertonen ook kinderen voortbrengen die bovenmatig gebruik maken van media en bloot worden gesteld aan de daarmee gepaard gaande risico’s. Risicovol gedrag komt met name voor bij kinderen in het VO met media-intensieve ouders.
  • Er worden drie types ouders onderscheiden: 1) Mediagenieters. Ouders die de media vooral gebruiken voor plezier. Zij praten actief met hun kinderen als ze nog op de basisschool zitten, houden toezicht en beleven media samen. Zodra kinderen naar het voortgezet onderwijs gaan, vervalt het toezicht en samen beleven. 2) Media-actieven. Ouders die media vooral gebruiken voor de informatie. Zij praten actief en beleven media samen. Zodra kinderen naar het voortgezet onderwijs gaan stellen ze vooral regels. 3) Mediagematigden. Deze ouders gebruiken zelf media slechts beperkt en kiezen dan vooral voor de traditionelere media. Op de basisschool houden ze nog toezicht, stellen regels en beleven media samen, maar op het voortgezet onderwijs laten ze de media-opvoeding helemaal los. Waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt doordat hun kinderen hen inhalen qua mediakennis en –kunde. Toch blijken deze kinderen minder risicogedrag te hebben dan kinderen uit de andere twee typen gezinnen. 
Dit onderzoek is vooral zo interessant omdat het de ouders bij het onderwerp betrekt. De uitgave is hier te downloaden. Als je nu op een ouderavond verder in wil gaan op types ouder en hun mediaopvoeding kun je een testje doen met de ouders. Ga daarvoor naar de ouderscan.

dinsdag 22 november 2011

Alcohol in Wikiwijs

Alcohol is een onderwerp dat in veel klassen en opdrachten wordt behandeld. In de Mediatheek komen leerlingen dan vaak informatie zoeken in … Google. Dat is jammer. Om in de toekomst betere bronnen te gebruiken het volgende. Teleblik is langzamerhand bij ons een wat bekendere en meer gebruikte bron. In Teleblik kun je beeldmateriaal vinden over alcohol, maar soms is dit materiaal al ‘verpakt’ in een les. Florina Blokland maakte in Wikiwijs een complete les waarin ze ook Teleblik gebruikt. Deze les sluit ook aan bij de schooltv serie Bio Bits. Hier heb je dus alles bij elkaar. Zoek in Wikiwijs op alcohol, geen kosten, verkennings- en onderzoeksmateriaal, alleen digitaal leermateriaal en je hebt negen hits, waarvan de bovenstaande les er één is. Heel handig. Je ziet bij de beschrijving dat de les bedoeld is voor de leeftijdsgroep 12-16 jaar. Als jezelf al actief bent in Wikiwijs volgt hier de handleiding over hoe je Teleblik in Wikiwijs kunt embedden en hoe je dus zelf een les met Teleblikmateriaal kunt toevoegen. Bij elk filmpje in Teleblik staat namelijk een Wikiwijsknop waarmee je dat doet.

Maar voor het voorbereiden van zo’n les over alcohol zou je ook gebruik kunnen maken van de Delicious-site van de Mediatheek. Als je daar rechts de tag drugs aanklikt krijg je drie sites met uitstekende op maat gesneden informatie. Je leest de beschrijving, kiest en je weet zeker dat je betrouwbare informatie hebt.

donderdag 17 november 2011

Mediawijsheid

Volgende week is het de week van de Mediawijsheid. Dit jaar is het thema media-opvoeding; de communicatie over media tussen jonge kinderen, hun ouders en leerkrachten. Een item waar ik regelmatig over blog en waar je hier dus ook veel informatie over kunt vinden. Kinderen lijken redelijk mediawijs, maar ze gebruiken niet altijd alle mogelijkheden en onderschatten hun mediagedrag. Media ervaren en er samen met hun opvoeders over praten maakt kinderen wijzer! Landelijk wordt in de groepen 7 van het primair onderwijs Mediamasters gespeeld. De mogelijkheden en risico’s van media worden hier in een spelvorm behandeld. De Graafschapbibliotheek in Zutphen besteed naast Hyves ook aandacht aan ‘Twitteren voor dummies’.
Als je als docent op school aandacht wil besteden aan Mediawijsheid kun je leerlingen bijvoorbeeld de volgende quiz laten spelen. Misschien is het handig om voordat je begint zelf eens te kijken waar je staat. Voor leerkrachten in het primair onderwijs is hiervoor een online workshop van Kennisnet, die echter ook nuttig is voor docenten in het vo. Nuttig is ook de mediawijsheidmeter. De Meter is het initiatief van de Nationale Opleiding MediaCoach, waar inmiddels meer dan 500 (waaronder ondergetekende) onderwijs- en bibliotheek- en mediatheekprofessionals zijn opgeleid tot Nationaal MediaCoach. De Nationale MediaWijsheidmeter test in 20 vragen je kennis over media(wijsheid).

Mocht je dieper willen gaan en je net als de bibliotheek Zutphen op Hyves willen richten, dan is er het Hyves lespakket Veilig leren Hyven, een initiatief van Hyves, Mijn Kind Online en Sensoa. Het pakket bevat 10 lessen, maar ook veel adressen en beeldmateriaal. Ook voor ouders biedt dit pakket een schat aan informatie, je vindt er filmpjes, een verklarende woordenlijst en krijgt een aardig beeld van de do’s and dont’s van Hyves.

maandag 14 november 2011

Jamstudio

Jamstudio is een online tool om muziek te componeren. Je kunt hier zelf een nummer met allerlei verschillende instrumenten maken en afspelen. Er zijn vier onderdelen: Score, Mixer, Sounds en Chords.


Door accoorden in te vullen bepaal je zelf hoe je song klinkt. Je kunt direct beginnen en afspelen. Een simpele Nederlandstalige lesbrief over Jamstudio van StationtoStation vind je hier. Als je een gratis account aanvraagt bij Jamstudio kun je je zelfgecomponeerde nummers bewaren en delen met anderen. Met een betaald account krijg je je composities als mp3 beschikbaar en kun je deze natuurlijk zelf gaan gebruiken. Bijvoorbeeld onder je zelf gemaakte filmpje. Het voordeel is dat je dan niets met auteursrechten hebt te maken. De Engelstalige handleiding staat op YouTube:


Een voorbeeld van een gebruiker van het programma:

 

vrijdag 11 november 2011

Ideeënboeken Sociale media

Het Ideeënboek Sociale media in het onderwijs werd eerder dit jaar uitgegeven. Tot voor kort was het alleen te verkrijgen met een tweet, waarmee ik jullie – volgens mij - maar beter niet kan vermoeien. Nu is het gewoon online te gebruiken. Het boek bevat een verzameling lesideeën met gebruikmaking van Social Media. Verschillende auteurs gaven gehoor aan een oproep van ErnoMijland op onder meer Twitter en LinkedIn om dergelijke lesideeën te bundelen en beschikbaar te stellen in een boekje. Het resultaat is een verzameling lessen waarbij gebruik wordt gemaakt van een klassenblog, een mindmap, voedselweb of een kennisdatabase. Staar je niet blind op alle tools die worden gebruikt, maar denk eens na over de hier geopperde lesvormen. Heel veel is gewoon ook mogelijk met onze eigen tools in Google-apps.
In oktober van dit jaar heeft een soortgelijk initiatief van Louis Hilgers en Tessa van Zadelhoff om web 2.0 tools op een toegankelijke manier te beschrijven geleidt tot een samenwerking met VanBuurt Boek. Het resultaat is een handzaam naslagwerk met beschrijvingen van tools als Twitter, Foursquare, Flickr, Google Docs, Blogger en Dropbox. Er is een speciale editie voor het onderwijs uitgegeven. Hierin staat bij elke tool een praktische tip voor het toepassen in de les. Denk daarbij aan het maken van een gezamenlijke digitale mindmap, het maken van een digitale poster of een klasseblog. Daarnaast bevat de onderwijseditie inleidende hoofdstukken- de didactiek van sociale media in de dagelijkse lespraktijk over het omgaan met sociale media op school, over beter leren met 2.0 en over lerende netwerken. Een aanrader dus die hier is te bestellen. De onderwerpen vind je hier. Een hoofdstuk over Scoop.it van Willem Karssenberg is hier al openbaar gemaakt.

woensdag 9 november 2011

Google: volg het nieuws

Het is voor ons als Google-apps gebruikers belangrijk om veranderingen die Google initieert te volgen. Ook is het goed om de ontwikkelingen van de door bijna alle leerlingen gebruikte Google-zoekmachine nauwlettend in de gaten te houden. Leerlingen worden overspoeld door informatie. Ze moeten leren om die te selecteren en te verwerken tot zinvolle kennis. Goed zoeken is daarbij van groot belang. Daarin slagen ze echter niet zo goed, dat merken wij dagelijks. In Informatie Professional (IP) 11 van november 2011 las ik dat Google dat nu ook zelf inziet en actie gaat ondernemen. Uit eigen onderzoek van Google blijkt – aldus IP - dat de meeste internetters niet goed kunnen zoeken. Ik kan redelijk zoeken, maar kon het onderzoek nergens vinden. Maar goed dat terzijde. Google is door dit gebrekkige zoekgedrag begonnen met cursussen informatievaardigheden. Het bedrijf geeft (nog vooral in de Verenigde Staten) cursussen aan docenten en informatieprofessionals. Via het web kun je echter ook hier op school je voordeel doen met het aanbod aan online cursussen
Het vreemde van dit nieuws in IP is echter dat het helemaal niet nieuw is. Google richt zich zeker al vanaf 2009 via Google Apps for Education op het onderwijs. Op het officiële Google blog werd toen al gemeld dat Google zich op scholing en het onderwijs wil richten. Je kon al complete lessen vinden op Google Apps for Education en natuurlijk zou Google Google niet zijn als de lessen niet nauw verweven zijn met apps als: agenda, documenten, formulieren etcetera. Hoe al die apps werken wordt je trouwens prima uitgelegd op een Engelstalig blog dat speciaal gericht is op docenten die Google gebruiken.

Enkele cursussen die in bovenstaand bericht uit IP zijn genoemd zijn goed te gebruiken. De cursussen bevatten een breed scala aan onderwerpen zoals de basis van het web, de verschillende zoekmachines van Google en zoekoperatoren. De lessen zijn onder een Creative Commons-licentie openbaar gemaakt. 
Goed zoeken en ook begrijpen hoe de zoekmachine van Google werkt wordt steeds belangrijker, want Google denkt ongewild met je mee! Google bepaalt sinds kort voor de gebruiker of hij of zij verse zoekresultaten krijgt of meer statische. Wie bijvoorbeeld informatie over de Olympische Spelen zoekt, krijgt informatie over de Spelen van 2012 omdat Google ervan uitgaat dat de gebruiker op zoek is naar actuele informatie over het komende sportevenement. “Search results, like warm cookies right out of the oven or cool refreshing fruit on a hot summer’s day, are best when they’re fresh. Even if you don’t specify it in your search, you probably want search results that are relevant and recent”, aldus het weblog van Google hierover.
Ook heeft Google ondertussen Geavanceerd zoeken beneden op de pagina geplaatst. Dus, als je het ondertussen kwijt was en behoorlijk in paniek, kijk linksonder. Alle cursussen ten spijt wordt het ons natuurlijk op deze wijze niet makkelijker gemaakt. De Booleaanse operator +, waarmee de zoeker Google kon dwingen naar bepaalde woorden te zoeken (+klaver), is ook afgeschaft. Nu moet je "klaver" gebruiken om precies bij dat woord uit te komen. Het vermoeden bestaat dat het plusteken is afgeschaft omdat Google de plus exclusief voor de nieuwe dienst Google+ (concurrent Facebook) wil gebruiken. Google werkt Google hier eigenlijk een beetje tegen. Goed zoeken heeft dus niet alleen te maken met het volgen van een cursus, maar ook met het volgen van het nieuws.

woensdag 2 november 2011

Wereldoorlogen interactief

Lokale geschiedenis in optima forma én interactief, dat zijn kwalificaties voor de volgende websites die ik hier wil bespreken. De sites hebben te maken met lokale- en/of familiegeschiedenissen in beide wereldoorlogen. Als inleiding of huiswerk bij een les over één van de wereldoorlogen zouden de websites door de leerlingen zelfstandig kunnen worden bekeken. Er is genoeg interactiviteit, er is ook genoeg informatie en al met al tilt de hier gevonden informatie lokale- en specifieke geschiedenissen in de les naar een meer algemeen niveau.
Hoe de Duitse geheime politie, de Sicherheitsdienst (SD) in een Nederlands stad (Groningen) in 1944/45 werkte kun je zien en beleven in het Scholtenhuis. Over de oorlog en de rol van de SD zijn inleidende teksten beschikbaar. Het Scholtenhuis bestaat niet meer, maar de virtuele constructie van de Aussenstelle Groningen (Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel) is nu wel via internet te betreden. De leerlingen kunnen per verdieping ruimtes aanklikken, waarna deze ruimte haar geheim prijsgeeft en je op alle manieren informatie kunt inzien, beluisteren en bekijken. Je krijgt als leerling een goed beeld van wat de bezetting voor de Nederlanders betekende. Ook begrijp je waarom de Groningers in de oorlog heel bang waren voor het gebouw en zijn bewoners.
Datzelfde effect bereikt Het Amsterdam van Anne Frank. Langs een tijdbalk kunnen de leerlingen informatie inwinnen over het Joodse leven in Amsterdam van 1933 tot 1950. In beeld, geluid en geschreven tekst zien zij hoe in Amsterdam de jaren dertig verlopen en hoe – onvermijdbaar - de oorlog begint, uitmondend in de vernietiging van het Joodse leven in Amsterdam. Er is een begrippenlijst bij de site, als je verdwaalt kun je de site ook per onderwerp benaderen en er is docentenmateriaal.
Europeana maakt het mogelijk om digitaal materiaal van museums, bibliotheken, archieven en audiovisuele collecties uit Europa te verkennen. Onderdeel van Europeana is Wereldoorlog 1 in foto’s, brieven enherinneringen. Via deze site wordt de bevolking in onder meer Engeland en Duitsland opgeroepen om materiaal aan de collectie toe te voegen. EuropeanaRemix is de eerste interactieve film van dit project over een vriendschap tussen een een Engels soldaat en een Duitse krijgsgevangene in de Eerste Wereldoorlog. De kleindochter van Otto Arndt gaat in de film op zoek naar deze geschiedenis en interactief is er voor de leerlingen de mogelijkheid om de documenten en foto’s te zien die zij heeft gevonden. Video’s en Google maps begeleiden de tocht verder. Let op, je hebt wel html5 nodig, dus met een oude internetexplorer mis je de interactiviteit.