dinsdag 25 september 2012

79% van de 8 tot 18 jarigen bezit mobiele telefoon

In mijn vorige bericht behandelde ik (mobiel) stemmen of discussiëren in de klas. Het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderwijs experimenteert daar momenteel mee, zoals je in de daar geciteerde rapporten hebt kunnen lezen. In het basis- en voortgezet onderwijs mogen de leerlingen vaak hun mobiel niet gebruiken. Op de meeste scholen (72%) gelden regels voor mobiele telefoons. 1 op de 10 kinderen moet het mobieltje bij binnenkomst inleveren, op bijna alle scholen moet de telefoon uit of op stil staan tijdens de lessen. In het leerlingenstatuut van de Vrijeschool Zutphen VO staat dat mobiele telefoons in ons gebouw “niet voorhanden mogen zijn” en dat zij moeten uitstaan. De telefoons worden dus nauwelijks ingezet voor educatieve toepassingen tijdens de les. Slechts 3% van de kinderen zegt dat dit wel eens gebeurt. Ik wil hier nu niet verder ingaan op het feit of dat voor het onderwijs niet juist een gemiste kans is, maar wel wil ik wat meer inzicht geven in wat een mobiel en digitale communicatie momenteel betekent in het leven van een jongere. Het rapport van Mijn Kind Online Hey, What’s app? - waaruit ook bovenstaande cijfers over schoolgebruik afkomstig zijn - is de neerslag van een onderzoek onder 2.618 jongeren van 8 tot 18. 54% van de kinderen tussen 8 en 18 jaar heeft een smartphone. 8-jarigen hebben nog vooral een mobiel zonder toeters en bellen, terwijl 80% van de 17-jarigen een veel duurdere smarthphone met internet heeft. Dat heeft gevolgen voor het telefoongebruik. In korte tijd zijn de berichtenservices Whatsapp en Ping razend populair geworden. Bijna 70% van de 13-plussers belt, sms’t, Whatsappt en Pingt wekelijks meer dan 100 keer. Het gaat daarbij vooral om contact met moeders: tieners doen dat via Whatsapp en Ping, jonge kinderen bellen veelal.
Vmbo’ers hebben vaker contact met het thuisfront dan havo-­ en vwo-­leerlingen. Vmbo-­leerlingen sms’en hun moeder relatief het vaakst. Bij havo- en vwo-‐leerlingen is dat een goede vriend. Verder valt op dat jongens vaker hun moeder sms’en dan meisjes. Meisjes op hun beurt sms’en een goede vriend(in) vaker dan jongens. MSN’en en e-­mailen zijn ook manieren om mobiel contact te houden met anderen. Bijna twee op de vijf jongeren (39%) gebruikt MSN via de mobiele telefoon. Hoe hoger het schoolniveau, hoe minder frequent er gebruik wordt gemaakt van MSN. Alle cijfers vind je terug in het genoemde rapport van Mijn Kind Online.
Kinderen hechten veel waarde aan hun telefoon. Bijna 60% van de kinderen is het ermee eens dat je er niet bij hoort zonder mobiel. Bijna de helft heeft zijn telefoon zelfs ’s nachts aan en in de buurt. Driekwart (75%) van de kinderen is het eens met de stelling ‘Mijn generatie is verslaafd aan zijn mobiele telefoon’. Ruim de helft (53%) van de jongeren zegt zelf ook echt niet zonder zijn of haar mobiel te kunnen, aldus Hey, What’s app?
Nederlandse kinderen krijgen ook steeds jonger een mobiel volgens een in september openbaar gemaakt onderzoek van MetrixLab, een marketing- en onderzoeksbureau. In februari en juni 2012 deed Metrixlab onderzoek onder duizend ouders en 750 kinderen. Het bezit van mobiele telefoons onder kinderen tussen de 8 en 12 jaar steeg dit jaar van 55 naar 60 procent. Het gsm-bezit steeg het sterkst onder 8- en 9-jarigen. Veertig procent van de jonge telefoonbezitters neemt een smartphone mee naar school. Hoewel de meeste ouders vinden dat zij verantwoordelijk zijn voor de regels voor het telefoongebruik op school, vindt veertien procent dat de school zelf ook regels moet opstellen. Uit onderzoek van de Nationale Academie voor Media en Maatschappij uit 2011 bleek dat scholen nogal worstelen met het invoeren en vooral handhaven van de regels. Maar goed, veel scholen hebben dus gekozen voor een repressief beleid. Je kunt mobiele apparaten echter weren uit de les, in een pauze wordt op of rond het schoolplein de communicatiestilte ruimschoots weer ingehaald.

Mobiel internet is een realiteit en 24/7 online contact zorgt ook voor nieuwe dilemma’s zoals: concentratieproblemen, digitaal pesten, ongewenste contacten, verslaving, etcetera. Scholen zijn ook niet alleen in hun worsteling met de veranderingen (positief en negatief) die digitale communicatie met zich brengt. Sherry Turkle (Amerikaans socioloog die al 35 jaar onderzoek doet naar de effecten van technologie op ons denken en handelen) waarschuwt voor het groeiend onvermogen (van nieuwe generaties) om authentieke emoties rechtstreeks te kunnen delen met elkaar. Van onze smartphone worden we niet gelukkiger of slimmer, maar eenzamer en oppervlakkiger. Daphne Bunskoek praat met haar in Gesprek op 2.



Hoopvol - vind ik tenminste - is dat volgens onderzoek van Ericsson ConsumersLab uit 2011 bij 2000 tieners tussen 13 en 17 in de VS de echte ontmoeting veel belangrijker is dan de virtuele ontmoeting en volgens dit onderzoek worden sms, Facebook etcetera vooral gebruikt om af te spreken en te delen.

Verder lezen: Blog van Youngworks

woensdag 19 september 2012

Real-time meningen peilen met Mentimeter

Meningen peilen van leerlingen is een effectieve manier om leerlingen actiever bij de les te betrekken. En dat kan op een aantal manieren. Door één op één met leerlingen in gesprek te gaan of in discussie met heel de groep. Je kunt ook leerlingen om hun mening vragen door hun hand op te steken. Wil je de meningen van de leerlingen inventariseren, dan is het stemmen met handopsteken een goed middel. Nadeel van deze stemvorm is dat het niet anoniem is en de leerlingen elkaar kunnen beïnvloeden. Sommige onderwerpen als drugs- en drankgebruik, seksualiteit etcetera lenen zich er ook niet toe om je als leerling met handopsteken bloot te geven. Dit is te ondervangen door leerlingen hun antwoord op een briefje te laten schrijven, deze te verzamelen en te tellen. Zeer omslachtig allemaal.
Anoniem stemmen kan echter ook digitaal, met: 
  • stemkastjes 
  • via SMS 
  • internet-stemmen 
Stemkastjes zijn weliswaar leverbaar bij onze digiborden, maar vragen een grote investering en inmiddels zijn er vele gratis alternatieven waarmee je kunt stemmen via SMS, iPhone, iPad, Twitter, laptop en pc. Door het ontbreken van WIFI op onze school en het verbod op mobieltjes en smartphones in de les, kan digitaal stemmen bij ons dus eigenlijk alleen in het computerlokaal, via het vaste internet en met het digitale bord als real-time scorebord.

Maar hoe doe je dat? Google-formulieren (binnen Google-apps) biedt de mogelijkheid om een enquête met één of meerdere vragen te maken en deze via de mail door te sturen naar bijvoorbeeld een klas. Als je het formulier ter plekke maakt en open laat staan op het digibord kun je de inzendingen in een diagram (reacties bekijken - overzicht) zichtbaar maken. Uiteindelijk maakt Google van het formulier echter altijd een spreadsheet, waar je dan natuurlijk wel weer een mooie presentatie van zou kunnen maken. Google-formulieren is eigenlijk vooral handig om bijvoorbeeld een les te evalueren of een opdracht te geven waarbij leerlingen niet zelf de uitkomsten hoeven te zien.

Er zijn ook online tools als Soapbox en Socrative. Beide tools werken met online-ruimtes waarbinnen een klas vragen kan beantwoorden en waarbinnen digitaal gestemd kan worden. Binnen vszutphen kunnen wij - denk ik - echter uitstekend uit de voeten met Google-formulieren en interne mail. Alle mogelijkheden voor feedback zitten hierin, daarvoor hoef je geen andere tools te zoeken. Wel vind je in de twee bovengenoemde online tools de mogelijkheid om real-time te stemmen, maar juist daarvoor zou ik een andere, veel simpeler tool aanraden: Mentimeter. 


Met Mentimeter kun je meningen en ervaringen peilen van je klas, anoniem. Je hoeft je niet eens te registreren om één vraag te stellen waarop de klas via een site en een nummer kan antwoorden. Vanaf elke pc kan slechts één keer antwoord worden gegeven, een tweede keer wordt geweigerd. Je ziet op het digibord de grafiek veranderen, totdat iedereen de vraag beantwoord heeft. Een mooie manier om gevoelige onderwerpen in te leiden. Als je je als docent gratis registreert kun je meerdere vragen (series) vastleggen bij Mentimeter.

Op Hogescholen en Universiteiten wordt de smartphone en tablet meer en meer ingezet om studenten actief te betrekken bij het college. Zelf een mening vormen is effectiever dan alleen luisteren. Een mening vormen en deze kenbaar maken kan via stemmen in de les. Het houdt ook de aandacht langer vast, die na lange tijd luisteren en stilzitten verslapt. Dit wordt gesteld in het rapport Stemmen in de les. Het hoe en waarom van het onderwijscentrum Vrije Universiteit. Het rapport geeft je duidelijke informatie waarom het belangrijk kan zijn om je leerlingen/studenten op deze wijze te betrekken bij de les. Lees daarvoor ook het meer recente Reactiecollege: intensivering van het onderwijs in grote colleges van Koos Winnips van de Rijksuniversiteit Groningen.

vrijdag 14 september 2012

TimeMaps

Ik weet niet meer hoe, maar ik kwam onlangs terecht op het weblog Web 2.0 tools en onderwijs, een blog van een docent aardrijkskunde. Daar werd ik geattendeerd op een prachtige TimeMap van Berlijn. Je kunt hier historische kaarten uit de jaren 1869 (Bismarck tijdperk), 1893 (industrialisatie), 1926 (uitbreiding stad met omliggende dorpen en ‘suburbs’) en 1957 (tijdperk van Koude Oorlog) als overlay bovenop een recente Bing-satellietfoto van Berlijn leggen. Geweldig. Laat alsjeblieft meer opdrachtgevers dit voorbeeld volgen, zodat het aantal kaarten toeneemt.
Minder spectaculair, maar wel ontstaan vanuit een zelfde idee is de online atlas van TimeMaps. In de gratis versie kun je al heel veel kaarten laten zien. Van de wereldkaart kun je doorklikken naar gebiedskaarten. Vervolgens is onder elke kaart een tijdlijn met enkele punten gesitueerd. Volledige tijdlijnen kun je kopen, maar het is wel allemaal Engelstalig.
Mapping History heb ik al eens eerder onder jullie aandacht gebracht. Ook hier kun je (historisch) kaartmateriaal door de tijd heen manipuleren middels een tijdbalk. En als ik dan eenmaal bezig ben dan ga ik natuurlijk verder zoeken en … Er is meer: World.Ology met bijvoorbeeld interactieve kaarten over de wereldoorlogen en … hier ben ik even gestopt. 



Wel kwam ik al zoekend naar meer verbindingen van tijdlijnen met kaartmateriaal op het volgende: gratis downloads van Globalmania en Map Treck. Dit zijn twee e-books met gratis kaartmateriaal en instructies voor het bespreken van werelddelen in de klas.

dinsdag 11 september 2012

Alles over de Nederlandse taal

De Wereld Van De Nederlandse Taal (DWVDNT) is de jongerenwebsite van de Nederlandse Taalunie. De site is opgezet als een spoornet. Reis mee van station naar station om meer te weten te komen over de wondere wereld van woorden, taalkunstenaars, het Nederlands als wereldtaal, dialecten of de geschiedenis van het Nederlands. Voor diepgravende informatie is er het Kennisstation. Wanneer werd bijvoorbeeld de eerste Nederlandse Ridderroman geschreven en door wie? Wat is de link van de Nederlandse taal met het Bahasa Indonesia? Misschien ga je in Groningen wonen en wil je een cursus Gronings volgen? Op de site kun je ook de boekenzoekerwidget downloaden en vullen met je eigen inhoud voor je site of blog. Een leuke opdracht!


De talenquiz is een onderdeel van De Taalstudio. Als je je als docent abonneert krijg je elke maand een nieuwe quiz + antwoorden. Het archief van de Talenquiz vind je hier. Verder is er over het thema taal ook nog Alles over taal, de taalsite van ThiemeMeulenhoff voor leerlingen en docenten Nederlands. Op de site vind je actuele lesbrieven met taalopdrachten. Van Taaluniversum (net als DWVDNT van de Nederlandse Taalunie) is er de Leermiddelengids Nederlands.

Geheel aansluitend op dit digitale geweld aandacht voor het boekje Wat zeg je? van Jenny van der Toorn-Schutte. Het is te leen in de Mediatheek. Het boekje - dat overigens niets met bovengenoemde sites heeft te maken - staat boordevol leuke wetenswaardigheden over taal en behandelt weer heel andere onderwerpen. Hier komen onderwerpen aan bod als: Hoe praten dove mensen? Verder worden taalspelletjes en geheimtaal behandelt en wordt de vraag gesteld of dieren ook praten. Wat zeg je? richt zich vooral op de middenbouwleerling. Verder nog in de Mediatheek: Het Taalboek van de eeuw met de kleurrijkste taalfeiten uit de twintigste eeuw en de Taalalmanak met vijftig leuke en leerzame artikelen over taal. Genoeg materiaal dus voor een boeiende les. Op de hoogte blijven? Volg het station weblog van DWVDNT. Leerlingen die gegrepen zijn door taal kunnen zich trouwens melden als redactielid van DWVDNT.

donderdag 6 september 2012

Inspiratiebron ... Of toch Social Media Stress?

Zette ik jullie in mijn vorige blog nog aan tot het omarmen van sociale media en tot het ontdekken van kansen die socale media het onderwijs bieden. Nu moet ik bij het (overvloedig) gebruik van sociale media toch een kanttekening plaatsen, want 24/7 online zijn heeft natuurlijk ook nadelen. We hebben het dan over Social Media Stress (SMS) en FOMO (Fear of Missing Out). Dit najaar start de Nationale Academie voor Media & Maatschappij met een campagne gericht op basis- en middelbare scholen waarmee aandacht wordt gevraagd voor het ontstaan van digitale stress bij kinderen en jongeren, gebaseerd op het veelvuldig gebruik van internet en sociale media. De aanleiding voor deze actie is het door de Academie uitgevoerd onderzoek ‘Jongeren lijden aan Social Media Stress’ uit mei 2012. Eerlijkheidshalve moet ik hier wel aangeven dat dit onderzoek niet overal even goed werd ontvangen (Zie in de Krantenbank: Trouw en NRC). Maar de signalen komen van meerdere kanten zo ook van het blad Newsweek op 9 juli 2012, waarin de resultaten van het eerdere Social Media Stress onderzoek werden bevestigd. Wetenschappers uit de hele wereld geven in het artikel aan dat de negatieve effecten van internet- en mobieltjesgebruik niet langer mogen worden genegeerd, maar dat jongeren begeleiding nodig hebben om de verleidingen van de digitale media te weerstaan en onder controle te krijgen. Wetenschappers uit Noord-Amerika en uit Azië waarschuwen voor het ontstaan van stress, depressies en andere ernstige psychische problemen bij zowel jeugd als volwassenen. Het internet- en mobieltjesgebruik blijkt daarnaast effect te hebben op de ontwikkeling van onze hersenen, in het bijzonder de prefrontale cortex. Deze schijnt te krimpen bij veelvuldig online gedrag.

Studie toont verder aan dat twee uur blootstelling aan een lichtgevend scherm de melatonineaanmaak met ongeveer 22 procent kan doen afnemen. Omdat melatonine het waak-slaapritme beïnvloedt, kan het gebruik van apparaten als tablets en notebooks, met name bij jongeren, voor slaapproblemen zorgen. Het blijkt ook uit onderzoek dat studenten die actiever zijn in de sociale media ook lagere studieresultaten behaalden.

Wees je als docent dan ook bewust van deze effecten. Zeg nu niet: “mooi, dan doe ik dus niets meer met een scherm of mobiel”, maar zoek de middenweg en maak het ook bespreekbaar in de klas. Kijk daarvoor ook eens naar initiatieven als Social Rehab, Stichting Swoeng, en de campagne ik ben offline van de Nationale Academie voor Media en Maatschappij.

dinsdag 4 september 2012

Gratis boek ter inspiratie

“Wil je een project starten met als doel leerlingen mediawijzer te maken? Dan kun je voor een kleine bijdrage aankloppen bij de Stichting MediaMachtig, een initiatief van edublogger Margreet van den Berg van ICT en Onderwijs.” Dit - en veel meer handige sociale media tips - staan te lezen in het Inspiratieboek. Sociale Media op de Basisschool. De leerkracht maakt het verschil. Hoe zet je sociale media met succes in op de (basis)school? Op die vraag geven 21 mensen uit het basisonderwijs (19 Nederlanders, 2 Vlamingen) antwoord in deze uitgave van Mijn Kind Online. Het e-Book behandelt alleen het basisonderwijs en de aan te vragen bijdrage bij Mediamachtig geldt dus ook alleen voor het basisonderwijs. Voor subsidie binnen het VO wil ik jullie wijzen op de Regelingen van Kennisnet. Ik wil dit e-Book echter niet zo zeer onder jullie aandacht brengen om financiering te genereren, maar om jullie ideeën op te laten doen. Hoe benut je Twitter, Hyves en Facebook doeltreffend in de klas? Wat zijn de mogelijkheden om je school via sociale media op de kaart te zetten? Hoe werken QR-codes? Misschien kom je gaandeweg op frisse gedachten en op allerlei zijsporen. Zo kwam ik terecht bij Onderwijsgek en via de downloadpagina hiervan bij de sommenmaker. Je kunt hier werk- en antwoordbladen maken door zelf een aantal variabelen in te voeren. Heeft niet eens direct met sociale media te maken, maar het lijkt mij toch wel heel handig. De 26 maal 2 tools en lestips waarmee de uitgave eindigt zijn ook voor VO-docenten interessant om te bekijken.

In dit kader is eveneens het initiatief Lente in het onderwijs van belang. Edubloggers Willem Karssenberg, Karin Winters, Paul Laaper, Remco Pijpers en Marcel Kesselring namen het initiatief om alle positieve energie rondom social media hier te mobiliseren en verbinden. Je kunt veel vinden op deze site, maar ik wil hier Gijs Palsrok - docent Engels bij het Veluws College Walterbosch  - als voorbeeld nemen. Hij gebruikt in (en vooral ook buiten) zijn lessen een weblog om zijn leerlingen te informeren over het vak Engels. Ze kunnen daar oefenen en alles vinden over de lessen Engels. Kijk in dit geval ook eens naar het forum Brugklas van zijn blog en zie dat leerlingen inderdaad participeren. Volgens mij een goed voorbeeld voor een talensite binnen ons vszutphen-domein?

Lees ook: Social media en tools in het onderwijs en Social media in het onderwijs