dinsdag 29 januari 2013

Lesidee: Werken aan een betere wereld

Campagne voeren voor stille rampen in de wereld. We kennen het van 3FM Serious Request waarvan de echo elk jaar op vele scholen te horen is, en misschien van Zip Your Lipeen dag niets eten voor Afrika. Leerlingen worden zich middels deze campagnes bewust van wereldproblemen en ontdekken wat zij hier zelf mee te maken hebben en wat ze er aan kunnen doen. Dergelijke projecten kunnen daardoor uitstekend op scholen worden gebruikt ter bevordering van actief burgerschap of ter invulling van de maatschappelijke stage. Veel jongeren zijn enthousiast over deze manier van actie voeren. Het geeft hen een goed gevoel om een steentje te kunnen bijdragen aan een betere wereld. Vaak ook spreken dergelijke acties vaardigheden aan die anders in het onderwijs minder aan bod komen, zoals het werken met nieuwe media en digitale communicatiemiddelen.
Om iets dergelijks in een les te organiseren hoef je het wiel niet opnieuw uit te vinden, er is veel lesmateriaal gratis voorhanden voor het vmbo en havo-vwo. Elk jaar bijvoorbeeld maakt NTR Schooltv in samenwerking met 3FM en het Rode Kruis gratis lesmateriaal bij de thema's van 3FM Serious Request. Met dit materiaal heb je een praktische handleiding voor een aantal actieve lessen in handen. De stof biedt aanknopingspunten voor vele vakken.

In de Mediatheek hebben wij het lespakket van Hanna´s Mission (DVD en docentenhandleiding), waaronder ook Zip Your Lip valt. De afleveringen zijn trouwens ook online op Schooltv te bekijken. Leerlingen leren in dit lespakket samen te werken aan een mediaproject om daarmee een goed doel te dienen. Voorbeelden van projecten zijn te zien in de afzonderlijke tv-afleveringen. Eén van de afleveringen gaat bijvoorbeeld over duurzaamheid.

Breaking News is een ander initiatief om twee dagen lang met een klas campagne te voeren voor stille rampen. Stille rampen zijn grote wereldproblemen die bijna nooit in het nieuws komen. Tijdens het project strijden havisten en/of vwo-leerlingen in campagneteams tegen elkaar om dergelijke rampen onder de aandacht te brengen met behulp van oude en nieuwe media. Als je intekent op het project krijgen de deelnemers eerst allerlei confronterende filmpjes te zien over stille rampen. Kinderen die diep onder de grond in de mijnen werken, op plantages of in de prostitutie. Dan kunnen er via allerlei interactieve opdrachten punten worden gescoord, die de plaats op de ranglijst bepalen. De leerlingen worden hierbij begeleid door een team van enthousiaste jongeren. Aan de begeleiding van het project zijn kosten verbonden. Omdat onze school in principe over de middelen en apparatuur beschikt, kunnen wij ook zelf aan de slag met dit eenvoudige stappenplan. Je mist dan natuurlijk wel het competitie-element. Cross Your Borders is een ander driedaags interactief onderwijsproject over armoede en onrecht in de wereld voor 3 en 4 havo/vwo.



Wil je een eigen project in de klas eerst goed voorbereiden met geschikt beeldmateriaal, dan is het handig om aandacht te besteden aanhet Engelstalige Linktv. Linktv is niet commerciële Amerikaanse satelliet tv. Dit kanaal biedt een mix aan documentaires, nieuws en programma’s gericht op maatschappelijke betrokkenheid. Gefinancierd door de Gates Foundation heeft Link TV in 2012 ViewChange.org gelanceerd, een website die video’s, artikelen, en acties combineert om te helpen bij het verbeteren van de levens van mensen in ontwikkelingslanden. Linktv wil met dit medium vooruitgang in de bestrijding van honger, armoede en ziektes 
tonen en hoop geven. Bezoekers kunnen hun eigen collecties delen met de community. ViewChange.org biedt meer dan 1.200 thema’s, die je kunt verfijnen door onderwerp en regio te selecteren. Misschien kom je - eenvoudig door te browsen - iets tegen waarvan je niet een wist dat het bestond.

Tot slot. Stichting Mijn Kind Online en stichting Kennisnet publiceren eind februari een nieuw (ook te downloaden) boek over sociale media voor het voortgezet onderwijs. Het 'Handboek Goed Doen 2.0' laat zien hoe leerlingen een goed doel kunnen steunen, met behulp van sociale media als Twitter, Facebook etcetera.. 

dinsdag 22 januari 2013

Eerlijke foto's

Je kunt het niet vaak genoeg benadrukken: gebruik op openbare media nooit zo maar foto-, beeld- en geluidsmateriaal als je daarvan de rechten niet hebt. Het gaat immers zo makkelijk. Alles lijkt gratis op internet: je vindt een afbeelding, een geluidstrack of video en wilt die plaatsen op je blog of website. Simpel plakken en embedden is meestal mogelijk. Maar pas op, het feit dat het technisch kan wil niet zeggen dat het juridisch mag. Je kunt tegen problemen op lopen. Er zijn inmiddels ook op het terrein van de fotografie, net als in de muziekwereld, bewegingen om een en ander - desnoods met juridische claims - te regelen. Ook in Nederland. Fotografen die zijn aangesloten bij ANP en Hollandse Hoogte hebben hiervoor bijvoorbeeld de site Eerlijkefoto.nl in het leven geroepen. Het is de fotografen menens, ze willen illegaal gebruik van foto's veel strenger laten aanpakken. De initiatiefnemers van de site- hebben een gespecialiseerd bedrijf ingehuurd dat met de nieuwste technologische middelen gestolen foto's en/of (deels) gekopieerde beelden gaat opsporen, op basis van beeldeigenschappen. Mensen of organisaties bij wie zulke foto's worden aangetroffen, kunnen claims tegemoet zien. Je kunt wel het materiaal op de site Eerlijkefoto.nl gebruiken, maar je betaalt hier dan een symbolisch bedrag voor. De foto's van Eerlijkefoto.nl mogen op geen enkele manier commercieel worden toegepast en zijn alleen beschikbaar in lage resoluties, stelt de site.

Dit initiatief maakt duidelijk dat je erg op moet passen - ook als scholier - met het openbaar maken van materiaal dat niet door jou is gemaakt. Slaat de schrik je nu om het hart en wil je achteraf checken waar een foto, die jij gebruikt hebt voor je blog of een digitale presentatie, oorspronkelijk vandaan komt? Met TinEye Reverse kun je proberen de bron van een foto of afbeelding terug te vinden. Hierna kun je alsnog besluiten om toch maar naar ander beeldmateriaal te gaan zoeken. Dat zoeken met TinEye lukt helaas lang niet altijd, maar in veel gevallen krijg je toch de sites waar het origineel op staat.

Er zijn ook speciale websites waar je wel gratis afbeeldingen, fotomateriaal en clipart kunt downloaden. Opsommingen van enkele van deze sites vind je onder meer op Symbaloo, bij André Manssen,
 Royalty Free Music and Images en Media en Technologie in het onderwijs. Ook Flickr Creative Commons biedt open materiaal aan. Gratis betekent echter ook voor deze bronnen niet dat je de foto zo maar mag hergebruiken of publiceren. Je zou je echt moeten aanleren om vanaf nu altijd de licentie te lezen waaronder je het materiaal mag hergebruiken. Flickr maakt bijvoorbeeld gebruik van de Creative Commons Licentie. Soms zijn er dan beperkingen, in bepaalde gevallen mag je de foto niet bijsnijden of anderszins veranderen. Dit staat echter altijd duidelijk op de site of bij de afbeelding. Bij overtreding van deze regels kun je alsnog in de problemen komen.

Er komen meer en meer inititiatieven om eenvoudiger te zoeken in ‘open’ materiaal. Het op dit blog eerder vermelde Open Bibliotheken werkt met een zoekmachine waar je vrij beschikbaar materiaal kunt vinden. Onder Bronnen en dan Film, Foto of Geluid zie je uit welke bronnen de zoekmachine van Open Bibliotheken put.

Nu denk je: ja, maar ik ben geen gewone gebruiker, ik ben docent. Mag je als docent bij het maken en/of arrangeren van eigen leermiddelen beelden, materialen, teksten van anderen gebruiken en hergebruiken? Nee, dankzij het bestaan van auteursrecht, mag dat dus niet. Maar hoe weet je nou hoe een en ander in elkaar steekt?  Je kunt daarvoor een online cursus digirecht volgen, zodat je in elk geval niet voor nare verrassingen komt te staan bij het publiceren van jouw digitaal lesmateriaal. Klascement heeft een overzicht van vrij te gebruiken foto, film- en geluidsmateriaal beschikbaar op de site en ook bij Kennisnet vind je veel relevante informatie


dinsdag 15 januari 2013

Google Cultural Institute

Ik ben, dat moet ik eerlijk toegeven, een fan van de Google-producten. Wel heb ik grote moeite met de zoekmachine Google en ik heb ook problemen met de bijna dagelijkse veranderingen in de Google-tools. Het meest vervelend vind ik dan nog dat die veranderingen altijd juichend als “verbeteringen” worden gepresenteerd. Maar een Google-Earth of -Sky, of Google SketchUp zijn zonder meer geweldige producten voor het onderwijs, en gratis bovendien. Niet altijd even bekend, maar zeker zo interessant zijn de projecten waaraan Google zich onder de noemer van het Google Cultural Institute verbindt. Het Google Art Project is ongetwijfeld het meest bekende project van het Institute. Het is echter maar een van de vele initiatieven die Google onder die noemer initieert. Met een team van toegewijde Googlers maakt Google hier hulpmiddelen om cultuur online te behouden en te promoten. Google werkt met organisaties van over de hele wereld aan verschillende projecten, zoals: het digitaliseren van de archieven van Nelson Mandela, het tentoonstellen van de Dode Zee-rollen en het Holocaust-herdenkingsproject van Yad Vashem. Andere projecten zijn Versailles in 3D en een Frans project over de toekomst van Parijs

In het Google Art Project zijn nu zo’n 35.000 kunstwerken opgenomen uit wereldwijd 184 collecties. Naast alle nieuwe kunstwerken heeft Google ook wat nieuwe features toegevoegd om de gebruikerservaring te verbeteren. Zo is er een vergelijk-button te vinden waarmee verschillende kunstwerken met elkaar vergeleken kunnen worden. Hierdoor is het mogelijk om de ontwikkeling van een kunstenaar in de loop van de tijd te vergelijken, maar ook om verschillen tussen culturen en stromingen te vinden. Een prachtige lesopdracht. Rondwandelen in een Museum kan ook. Klik op Collecties, zoek dan alfabetisch naar het museum waar je wilt kijken, klik dan Details en vervolgens Weergeven in Museumweergave. Onder Education vind je opdrachten voor het onderwijs.

Ook het in 2012 geïntroduceerde World Wonders Project, een cultureel digitaliseringsplatform, in samenwerking met partners als UNESCO, World Monuments Fund, Getty Images en Ourplace valt onder het Cultural Institute. Het World Wonders Project wil werelderfgoed in stand houden met behulp van verschillende digitale technologieën en informatiebronnen. Naast Google 3D-modellen en YouTube-video’s biedt de website van het World Wonders Project officiële informatie en foto’s die door de projectpartners beschikbaar zijn gesteld. Je kunt zoeken op Thema (archeologie, steden, natuur, parken etcetera) en op Locatie. Je vindt per thema of locatie een Google streetview kader, informatie, video en fotomateriaal. Prachtig om een gebied in de les in te leiden. Wat dacht je bijvoorbeeld van Pompeii, dat je onder Historic Sites kunt bezoeken. Klik ook eens op Antartica en dan op Scott’s hut and the Explorer’s heritage. Je ziet dan foto’s, video’s, een 3d-model van Google-Earth en informatie over de missie van Robert Falcon Scott. 



Op de hoofdsite van het Cultural Institute vind je nu 42 nieuwe historische tentoonstellingen online beschikbaar gemaakt die de verhalen vertellen van grote gebeurtenissen van de afgelopen eeuw, van D-Day en Auschwitz tot de Apartheid en Nelson Mandela. “We hebben deze site gemaakt om een visueel aantrekkelijke en interactieve online ervaring te bieden waarmee culturele verhalen op een nieuwe manier kunnen worden verteld. Bezichtig exposities van deskundige curatoren, vindt artefacten, bekijk foto's, lees originele manuscripten, bekijk filmpjes en nog veel meer”, aldus Google. De verhalen zijn samengesteld door 17 partners van Google, inclusief musea en culturele stichtingen die veel hebben gehaald uit hun eigen archieven, manuscripten, video testimonials en nog veel meer. In sommige gevallen is het materiaal voor het eerst online beschikbaar. Zoeken kun je via deze site naar (beeld)materiaal vanaf 1850. Als voorbeeld noem ik een foto van Queen Victoria uit 1872 afkomstig uit de Life Photo Collection.

Niet alles is al beschikbaar in het Nederlands, maar ondanks deze kleine tekortkoming blijf ik het prachtig vinden en goed bruikbaar in het onderwijs.

dinsdag 8 januari 2013

(Wetenschappelijke) kennis moet openbaar worden

Als Mediatheek wil je graag informatie leveren aan je klanten. Hoewel het karakter van het internet van origine open en vrij is en je er heel veel inhoudelijk betrouwbare informatie kunt vinden (zie bijvoorbeeld de Deliciouspagina van de Mediatheek), is vrij digitaal leveren van alle soorten informatie niet altijd mogelijk. Je hebt te maken met (dure) licenties waarachter het auteursrecht zich middels (grote) uitgevers heeft verschanst. De vrijheid van het internet staat hier onder druk en het (her)gebruiken van auteursrechtelijk beschermd materiaal wordt de consument - door vooral uitgevers - lastig gemaakt. Het auteursrecht werkte in de fysieke orde goed, maar faalt in de digitale orde. Een biliotheek/mediatheek wil echter graag digitale content leveren aan de gebruikers van de diensten. Het is momenteel niet altijd mogelijk om die digitale content (tijdschriften, artikelen, kranten) zonder toestemming door te leveren. Er moet met rechthebbenden onderhandeld worden over de voorwaarden en de prijs. In Nederland, maar ook in de Verenigde Staten, is het daarom ook voor bijvoorbeeld openbare bibliotheken verboden om veel actuele e-boeken aan hun gebruikers digitaal uit te lenen, hoewel er geen technische belemmeringen zijn. Uitgevers zijn bevreesd voor een dalende af- en omzet als dit wel zou plaatsvinden.

Er zal om de vrijheid van informatie te waarborgen moeten worden aangehaakt bij nieuwe (verdien)modellen die aansluiten bij het open en vrije karakter van het internet. Voor een deel zijn die modellen er al. Er wordt geëxperimenteerd, ook door sommige uitgevers, met publiceren van wetenschappelijk onderzoek in het zogenaamde Open Access (= de vrije, onmiddellijke, permanente, online en full text toegang tot wetenschappelijke informatie). De kosten worden daarbij door de auteur of een fonds (voor Nederland bijvoorbeeld NWO) vooraf vergoed of met een inzamelingsactie onder sympathiserende gebruikers gedekt. Auteurs staat het vrij om geheel of gedeeltelijk af te zien van hun auteursrechten om verspreiding en hergebruik van hun werk te stimuleren. Zij kiezen ervoor zo een naam op te bouwen die zich uiteindelijk, als het moet langs andere weg, uitbetaalt.

Het Amsterdamse United-Academics (UA) is een vrij recent voorbeeld van zo’n nieuw wetenschappelijk publicatiecircuit dat publiceert onder Open Access. Via de site zijn een paar miljoen populair wetenschappelijke artikelen verzameld die vrij toegankelijk zijn. Ook kun je hier de UA Journal of Social Sciences lezen. “... its content is freely available on the public internet, permitting any users to read, download, copy, distribute, print, search, or link to the full texts of these articles without financial, legal or technical barriers. The only constraint on reproduction and distribution, and the only role for copyright in this domain, should be to give authors control over the integrity of their work and the right to be properly acknowledged and cited … “, aldus UA. Deze werkwijze heeft alles te maken met het verzet vanuit de academische wereld tegen bijvoorbeeld Elsevier en andere grote uitgevers die academici de auteursrechten afnemen en bibliotheken wurgcontracten opleggen, waardoor uiteindelijk altijd de rekening bij de gebruiker ligt. Een petitie tegen Elsevier is al door meer dan 13.000 wetenschappers ondertekend. 

De Directory of Open Access Journals (DOAJ) bevat alle Open Access Journals wereldwijd. Voor ons - de consument - betekent het in elk geval vrije toegang tot wetenschappelijk onderzoek. Ik verwijs de leerlingen die met hun eindwerkstuk bezig zijn in dit kader nogal eens naar de HBO Kennisbank, waar je zo'n 18.000 Open Access publicaties en afstudeerverslagen uit het HBO kunt raadplegen.
Let wel: citeren met bronvermelding uit Open Access artikelen en publicaties mag altijd, veranderen niet. Dit in tegenstelling tot andere open bronnen (onder bv. bepaalde Creative Commons Licenties). Open bronnen zijn ook belangrijk. Op het terrein van de openbare bibliotheken is daarom begin 2012 een vergelijkbare beweging als in de academische wereld te zien. De website OpenBibliotheken.nl is een onafhankelijk initiatief van informatieprofessionals Jeroen de Boer en Edwin Mijnsbergen. Op de site kunnen gebruikers zoeken naar boeken, muziek, films en andere media, uit vele open bronnen die in de reguliere catalogi van openbare bibliotheken vaak niet worden ontsloten.

Tot slot: Informatie zoeken, vinden en beoordelen is een vak dat dus niet alleen beperkt blijft tot het intypen van een term in Google.

Zie ook: Wat is open-accesspubliceren