maandag 29 juni 2015

Google Apps, een update

Wat is er mooier dan tijd besparen? Niet zo heel veel dacht ik zo. Zeker voor docenten die onder zware werkdruk gebukt gaan en eigenlijk altijd in tijdnood zitten heeft Google toch maar mooi een aantal tijdbesparende mogelijkheden ingebouwd in Google Apps for Education.
Wat dacht je er van om zelf een YouTube kanaal te openen met je vszutphen account? Dit kanaal is dan gekoppeld aan jouw schoolmail waardoor je niet heen en weer hoeft te schakelen tussen allerlei bestanden en te zoeken op je pc of laptop. Je kunt hier afspeellijsten maken (per onderwerp of les) en je abonneren op andere kanalen. Als je vervolgens binnen YouTube klikt op je foto of icoon rechtsboven kun je kiezen voor Creator Studio van YouTube. Daarmee kun je - vergelijkbaar met Windows Movie Maker - je eigen video’s maken en van geluid uit de Audiobibliotheek van YouTube voorzien. In die bibliotheek zitten onder meer gratis muziek (rechtenvrij) en geluidseffecten. Dus: maak een uitlegvideo, upload dat naar YouTube en voeg daar eventueel afbeeldingen, audio en overgangen aan toe. Maak vervolgens een mooie titelpagina en klaar is je uitlegfilm. Je hebt de classroom “geflipt”, zoals dat officieel heet, en de video staat ook nog eens op de goede plaats onder jouw eigen account. Eventueel markeer je eerst de video als privé, waarna je hem later deelt. Hoe je een en ander stapsgewijs doet staat beschreven in een artikel Werken met YouTube Video Editor in de COS, onafhankelijk vaktijdschrift voor eigentijds onderwijs en ict van februari 2015. (In de Mediatheek)





Google lanceerde vorig jaar ook een nieuwe, gratis onderwijstool: Google Classroom. Classroom is middels het Personeelsportaal via Drive te bereiken. Het is het klassenmanagement van Google zelf. Hiermee kan de leerkracht binnen Google Apps for Education opdrachten geven en aankondigingen doen. Het is een leeromgeving waar Google-diensten als Drive en Gmail samen komen binnen één overzichtelijk dashboard.



Als je via Classroom een opdracht uitgeeft kun je met het programma snel zien welke leerlingen bepaalde opdrachten niet op tijd hebben ingeleverd. Daarnaast kan een verslag direct worden beargumenteerd en beoordeeld. Ook kunnen docenten met behulp van Classroom mededelingen plaatsen, vragen stellen en communiceren met de leerlingen. Classroom maakt zelf nieuwe Drive mappen aan voor elke opdracht en voor iedere student die wordt toegevoegd in de applicatie. Zo is het ook voor de leerlingen makkelijker om te zien welke taken nog uitgevoerd moeten worden.

Praktijkvoorbeeld
Pim Staals, leraar op basisschool De Pionier in Valkenswaard, introduceerde de tool in groep 8 en beschreef voor Kennisnet zijn ervaringen. Wat Staals direct opviel, is het gebruiksgemak waarmee je opdrachten kunt wegzetten. Voordat het zo ver is, moet je wel (eenmalig) een lesgroep (zo heet dat in Classroom) aanmaken. Om in een lesgroep te werken moeten leerlingen vervolgens toegevoegd worden. Dit kan de leerkracht doen door een mail te sturen aan de leerlingen, maar de leerling kan ook zichzelf toevoegen door een groepscode in te voeren. In onze situatie kun je zo dus makkelijk een hele klas in één keer via mail bereiken. Maar wat ook handig is, is dat je leerlingen individueel in een groep kunt plaatsen (vak) buiten hun klas om.
Als docent kun je vervolgens binnen Classroom opdrachten of aankondigingen versturen. Je kunt ze voorzien van (door jou vervaardigde) YouTube-filmpjes, afbeeldingen of bestandsbijlagen. De opdracht kan via een werkblad worden uitgeleverd, maar open opdrachten waarbij de leerling zelf een bestand inlevert, zijn ook mogelijk. Zo stel je de leerlingen op allerlei manieren in staat hun opdracht succesvol af te ronden. Voor de docent biedt Classroom vooral veel overzicht. Zo kun je in één oogopslag zien welke leerlingen wel en welke niet hun opdrachten hebben ingeleverd en hun huiswerk hebben afgerond. Ook kun je opmerkingen aan de groep verzenden en leerlingen individuele feedback geven. Opdrachten zijn vanuit Classroom te beoordelen en deze beoordeling is ook meteen inzichtelijk voor leerlingen.
De interface geeft een duidelijke weergave van de aankomende opdrachten en nieuwste aankondigingen.Leerlingen kunnen op hun beurt de opdrachten en het huiswerk via Google Docs maken en het met een druk op de knop weer inleveren. De tool maakt bij iedere opdracht automatisch nieuwe mappen aan. Een map voor de docent en een persoonlijke map op de drive van iedere leerling. Het werk dat ze inleveren wordt dus vanzelf op de juiste plekken opgeslagen. Het voordeel is dat je leerlingresultaten dus altijd kunt bewaren en eventueel kunt koppelen aan een digitaal portfolio. Ook al verwijder je oude documenten in Classroom, in Drive blijven ze gewoon staan. Met Drive bestaat een directe link. Wil iemand zijn documenten in Drive toch verwijderen, dan kan dat handmatig. Middels een persoonlijke opdrachtenpagina weten leerlingen precies wat ze al gedaan hebben, waar ze nog mee aan de slag moeten en hoe ze hun voltooide huiswerk en opdrachten gemaakt hebben.
Het ROC van Twente heeft een prachtige handleiding gemaakt bestaande uit een zevental videolessen. Ook bij Google zelf vind je een achtstappenplan.

Over de opslag van data hoef je je ook geen zorgen meer te maken. Sinds 1 november 2014 is de nieuwe Drive for Education gratis beschikbaar voor alle Google Apps for Education-gebruikers met ongelimiteerde dataopslag. (Bron: ICTnieuws.nl)

Classroom is trouwens gewoon gratis en valt ook binnen ons vszutphen account. Het bevat dan ook geen advertenties. Alle informatie blijft binnen de groep en is naar buiten toe beveiligd. Google garandeert ook (voor wat dat dan waard is) dat alle projecten en communicatie binnen Classroom nooit zal worden verkocht aan derden. Of je nu Magister-elo of Google Classroom gebruikt, voor beide opties geldt natuurlijk dat we altijd alert moeten zijn op privacyvraagstukken. De documenten staan immers (weliswaar beveiligd) online. Over de problemen die dit met zich brengt schreef ik al eerder.

Scholen zien vaak over het hoofd dat zij geen eigenaar zijn van de data die zij genereren. Juridisch gezien zijn data niets. (Bron: ICT en recht) Het is dus niet mogelijk om bij data te spreken van eigendom. Waar men fysieke goederen nog kan terugeisen als een opslagbedrijf de huurovereenkomst opzegt, staat bij data de school met lege handen als het contract wordt ontbonden of de clouddienst wordt beëindigd. Als je al je lesmateriaal aan de cloud toevertrouwd en als school geen maatregelen neemt betreffende eigenaarschap van het materiaal kun je bij beëindiging van een contract nogal wat problemen verwachten. Eigenaarschap moet je - in een tijdperk waarin docenten zelf materiaal maken - sowieso ook goed regelen met je docenten. Wie heeft eigenlijk de rechten of het eigenaarschap van in de baas zijn tijd gemaakt lesmateriaal? En, daaraan gekoppeld, mag de docent dit materiaal meenemen naar een nieuwe arbeidsplek?

Ik zou sowieso - gezien het bovenstaande - van de opdrachten zelf altijd een kopie bewaren. Je weet maar nooit.

Google Teacher Academy
Ben je geïnspireerd en wil je nu de zaken grondig aanpakken, dan zou je ook eens kunnen denken aan de Google Teacher Academy. De data voor dit jaar zijn nog niet bekend, maar verslagen van vorig jaar vind je hier. Er zijn nu 34 Google Certified Teachers in Nederland die met de kennis die ze hebben opgedaan het verschil kunnen gaan maken.
Onze school biedt sinds dit jaar de mogelijkheid om gebruik te maken van de Microsoft IT-Academy (via Magister) op school. Ook docenten kunnen dit traject volgen! Maar - je ziet het - Google biedt dus eveneens lesmateriaal en examens voor docenten aan.

Dat wordt ongetwijfeld een leuke zomer?!

Zie ook: Alice Keeler, Reisgids Digitaal Leermateriaal en de Google Essential Resources Guide

vrijdag 12 juni 2015

Gratis Masterclass en Mooc's

Op iedere schoolwebsite zie je wel termen als motivatie, nieuwsgierigheid of interesse met betrekking tot de leerlingen staan. Iedere leraar en iedere ouder heeft wel een idee over motivatie, en hoe je dat zou kunnen bevorderen. Maar wat is dat nou eigenlijk: motivatie? Wat heeft ict te maken met motivatie? En autonomie? En hoe zit het met motivatie van leerkrachten? Onderwijs en Leerwetenschappen van de Open Universiteit oraniseert eind juni een gratis online masterclass over het onderwerp. De masterclass richt zich vooral op intrinsieke motivatietheorieën zoals de veelgebruikte zelfdeterminatietheorie. Vraagstukken die aan de orde komen zijn: 

  • Wat heeft ict met motivatie te maken? 
  • En autonomie? 
  • Hoe komt het dat wanneer je iets interessant vindt, leren bijna vanzelf lijkt te gaan? 
  • En hoe zit het eigenlijk met de motivatie van leraren? 
  • Is er een relatie tussen de motivatie van leraren en die van de leerlingen? 
  • En wat valt er te zeggen over de relatie die radicale onderwijsvernieuwers, zoals de iPad scholen, leggen tussen een sterke personalisering van het curriculum en de motivatie van hun leerlingen? 
Van 24 juni tot 1 juli 2015 kun je bij de Open Universiteit deze gratis Online masterclass Motivatie volgen. De masterclass wordt verzorgd door prof. dr. Rob Martens. Er vinden in deze periode twee livesessies plaats, een op vrijdag 26 juni met prof. dr. Rob martens, en een op dinsdag 30 juni met een aantal onderzoekers die hun lopende of onlangs afgesloten onderzoek op dit gebied presenteren. Iedereen kan deze live sessies gratis via internet volgen, maar alleen deelnemers aan de masterclass kunnen tijdens de live-sessies vragen stellen. Meer informatie en het volledige programma is binnenkort beschikbaar op de website van de masterclass.

In het verlengde hiervan: Is Gamification de nieuwe didactische tool? Is het een tool voor docenten, mediacoaches en ouders om inhoud te verpakken in de vorm van een spelconcept binnen de klas of in de thuissituatie? En raken kinderen daardoor meer gemotiveerd? Stelt gamification kinderen in staat om op een creatieve en intuïtieve manier (studie)materiaal op te nemen? Hierover gaat de eerstkomende MOOC MEE! Deze start op 22 juni. Aanmelden kan tot 20 juni a.s. Schrijf je in op www.moocmee.nl! De MOOC over Gamification is ontwikkeld door het Projectteam Taal en Media voor Jeugd en Jongeren (Brabantse Netwerkbibliotheek) en de Bibliotheek CultuurPuntAltena.

Met de vakantie in zicht is er misschien voor sommigen onder ons eindelijk tijd om je nu eens echt te verdiepen in zoeken met de Google zoekmachine. Je kunt er misschien direkt je voordeel mee doen bij het boeken en organiseren van je vakantiereis voor dit jaar. Google Inside Search legt je - in het Nederlands - alles uit over zoeken en geeft vele tips en trucs. Maar ook bij Google kun je MOOC’s Zoeken met Google volgen. Er zijn twee Engelstalige cursussen Power Searching en Advanced Power Searching.

Het is belangrijk om ook zelf eens te ervaren wat leren middels een MOOC met je doet. Ik merk dat veel docenten een mening hebben over online leren zonder zelf ooit aan een vorm van e-learning te hebben deelgenomen. Misschien dat deze ervaring dan kan worden meegenomen in een volgende discussie op school.

maandag 8 juni 2015

Onderzoekend leren

Wetenschap, het klinkt heel gewichtig. Ongetwijfeld denken onze leerlingen in eerste instantie aan wat oudere, grijze mannen en vrouwen in een laboratoriumsetting. Het kan zijn dat leerlingen bekend zijn met bijvoorbeeld de University van De Wereld Draait Door, waardoor sommigen misschien een wat ander beeld hebben gekregen van wetenschappers. Hoe dan ook, leerlingen zien het vaak als een ver van mijn bed show. Dat wetenschap regels heeft en dat wij deze regels eigenlijk ook op school toepassen bij het maken van bijvoorbeeld een werkstuk of het doen van een proef of onderzoek zal minder bekend zijn, het lijkt ook stoffig misschien.
Maar saai vinden de leerlingen die het spel expeditie Moendoes hebben gespeeld het allerminst. Een team wetenschappers uit allerlei vakgebieden wordt er vanaf de aarde op uit gestuurd. Hun missie: de zoektocht naar een planeet waar mensen kunnen wonen. Tijdens de missie stuit het team op een onbekende planeet, met intelligente bewoners die hun planeet Moendoes noemen. De wetenschappers gaan op onderzoek uit: hoe zit het hier met de zwaartekracht, en met de seizoenen? Zijn de lokale dieren gevaarlijk? Hoe zit de taal van de bewoners in elkaar? En wat betekenen die gele driehoekjes? Expeditie Moendoes is een spannend spel met opdrachtkaartjes, waarin leerlingen een onbekende planeet in kaart brengen. Ze moeten daarvoor informatie verzamelen, gegevens uitwisselen en conclusies publiceren: kortom, te werk gaan als een team wetenschappers. Het spel is geschikt voor alle vakken. Leerlingen maken zo in één lesuur op een speelse manier kennis met de essentie van wetenschap en doen ervaring op voor hun eindwerkstuk. Het fysieke spel is niet meer te verkrijgen, maar nog wel te downloaden als je bent geregistreerd bij De Praktijk.

De boekenreeks ‘Wetenschappelijke doorbraken de klas in' biedt inspiratie en concrete handvatten aan leraren om zelf met wetenschap in de klas aan de slag te gaan. Stap voor stap laten we je zien hoe je kinderen kunt begeleiden bij het opzetten van hun eigen onderzoek. Bij deze reeks hoort een externe website van het Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit. Je vindt er (les)materialen, filmpjes en links naar achtergrondinformatie. Het materiaal is bestemd voor het primair onderwijs en voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. De zeven stappen van onderzoekend leren (de term voor deze leervorm), die de basis vormen van dit lesmateriaal van de Radboud Universiteit zijn gebaseerd op het basisdocument LOOL van Marja van Graft en Pierre Kemmers (2007).

Wat leer je dan zoal in bovengenoemde voorbeelden? De leerling krijgt ervaring in het opzetten en verrichten van een onderzoek en maakt kennis met een aantal wetenschappelijke begrippen. Alles wat hij of zij verricht wordt vaak ook bijgehouden in een logboek. Verslaglegging is namelijk een essentieel onderdeel van wetenschap. Voor alle wetenschap (niet alleen de natuurwetenschappen) is natuurlijk ook de vastlegging van de gebruikte bronnen en het voorkomen van plagiaat van belang.

Wat voor verschillende vormen van onderzoek zijn er dan? In hoofdstuk 3 van Beter leren door onderzoek (VU, 2014) wordt het volgende onderscheid gemaakt in onderzoeksvormen:




Ook de WebQuest is een vorm van onderzoekend leren. Het de bedoeling dat leerlingen met WebQuests higher-order-thinking-skills aanleren (Dodge, 1995). Bloom maakt een onderscheid tussen lower order thinking skills (die kennisverwerking ondersteunen) en higher order thinking skills (die kennisconstructie en kritisch denken ontwikkelen). Daarnaast betekent het werken met WebQuests dat leerlingen vaak in groepjes werken (samenwerkend leren) en dat ze zelf op onderzoek uit zullen moeten gaan (onderzoekend leren en actief leren), waarbij de leerkracht begeleider is.
Omdat ik nogal een Marzano (Leren in vijf dimensies) adept ben het volgende: Al het leren gebeurt binnen een set van houdingen en attitudes dat het leren bevordert of juist tegengaat (dimensie 1). Leren wordt daarnaast beïnvloed door de manier waarop de gewoontes van dimensie 5 (reflectieve denkgewoontes) gebruikt worden. Dimensie 1 en 5 zijn de achtergrond voor het leren; met deze twee factoren moet altijd rekening gehouden worden. Wanneer dit gedaan wordt, is de eerste taak van een leerling om nieuwe kennis te verwerven en te integreren (dimensie 2). Dit is een subjectief proces van interactie tussen oude en nieuwe informatie. Daarna zal er gedurende de tijd nieuwe kennis ontwikkeld worden die helpt om de huidige kennis uit te breiden en te verfijnen (dimensie 3). Dimensie 4 geeft vervolgens het uiteindelijke doel van leren aan: de kennis op een betekenisvolle manier gebruiken.
Bij het onderzoekend leren gebruiken leerlingen zowel kennis uit dimensie 2 (inhoudelijke kennis en vaardigheden) als uit dimensie 3 (de hogere denkvaardigheden). De kennis uit dimensies 2 en 3 is altijd nodig voor het producerend leren dat in feite in dimensie 4 wordt behandeld. Presenteren, reflecteren, samenwerken en communiceren in relatie tot toepassen van kennis: daar gaat het hier om.
Binnen dimensie 4 worden acht onderzoeksopzetten en denkvaardigheden onderscheiden:


Bron: Peter Lakeman

Wetenschap begint altijd met verkennen en vragen. Dat geld natuurlijk voor alle vakken, maar ik beperk me in dit artikel tot de natuurwetenschappen. Wetenschap en technologie worden vaak in één adem genoemd, zo ook in het jaarlijkse Weekend van de wetenschap dat ook dit jaar weer in Oktober zal worden gehouden.

Als docent heb je tegenwoordig gelukkig veel verkennend en inleidend beeldmateriaal voor Natuur en Techniek. De - onder jongeren - zeer populaire Vsauce kun je eigenlijk voor alle natuurwetenschappen inzetten. Maar YouTube kent een keur aan andere kanalen. Ik wil hier nog het kanaal van Wetenschap24 noemen. Hier worden intrigerende vragen behandelt als: “Waarom bestaan mannen?” Ook de Betacanon in beeld bevat prachtig beeldmateriaal, evenals Fastfacts, De kennis van nu in de klas en Labyrinth.

Om bij het speuren naar literatuur en artikelen Wikipedia als enige bron te voorkomen zijn er genoeg alternatieven. Goede artikelen vind je op Kennislink, Eoswetenschap, Betavak, Wetenschap in Beeld, New Scientist, Scientas en je zou ook nog eens kunnen kijken bij de tag ‘Wetenschap’ van de Virtuele Mediatheek.


Wil je voor de bovenbouwleerlingen nog wat meer mogelijkheden bieden dan zijn er nogal wat gratis wetenschappelijke publicaties te vinden via Google. Typ “Science books online” en je vind onder meer Physicsdatabase en Science Books Online. Hier vind je Engelstalige uitgaven per vak. Helaas kun je niet op trefwoord zoeken, maar de gratis publicaties zijn meestal per vak en categorie te vinden. Ook bij CK12.org vind je Engelstalige tekstboeken specifiek voor het voortgezet onderwijs voor alle wetenschappen. Zoek hier je onderzoeksgebied en klik vervolgens op FlexbooksTextbooks. Je vind hier voor de natuurwetenschappen ook video’s met uitleg over bepaalde berekeningen en fenomenen.

Lesmateriaal en proefjes vind je onder meer bij De Praktijk, Universiteit Utrecht, Slimme handen.nl en de Rijksuniversiteit Groningen.

Tot slot. Op Betavak.nl vind je allerhande tools om je werk te presenteren, suggesties voor veldwerk en onderzoek en een overzicht voor het schrijven van een onderzoeksverslag. Deze laatste link geeft een goed inzicht in het schrijven van een verslag of (eind)werkstuk.


Zie ook: Didactief Special juni 2015 (Mediatheek)