vrijdag 4 december 2015

Veel scholieren lezen voor hun plezier

Dit schooljaar valt het de Mediatheekmedewerkers aan de Weerdslag op dat er aan het begin van bepaalde lesuren steeds leerlingen leesboeken komen lenen. Er blijkt in de les ruimte te zijn ingeruimd om vrij te lezen, als onderdeel van het taalbeleid. Wij hebben hier direct op ingespeeld en dit is dan ook het eerste jaar dat in de Mediatheek een bescheiden collectie jeugdboeken en literatuur wordt aangeboden. Zo hebben - heel leuk - de leerlingen voor Engels zelf een collectie jeugdboeken samengesteld die gretig wordt gelezen en waar leerlingen echt bijna om vechten.
Wat is er aan de hand? Het is een - voor het personeel in de Mediatheek - opvallende verandering. Wij hadden nooit fictie in de collectie. En, toeval of niet, het valt ook samen met een landelijk veel grotere nadruk op leesplezier en leesmotivatie in het onderwijs.

"Voor mijn plezier lees ik heel veel, maar die boeken mogen nooit op de lijst omdat het young-adults zijn". "Lezen voor de lijst is dan ook niet iets wat ik graag doe. Wij moeten ook oude boeken lezen en die spreken mij en mijn klasgenoten helemaal niet aan." Deze citaten zijn afkomstig uit het onderzoek leesgedrag uitgevoerd door Scholieren.com. Ik begrijp natuurlijk de importantie van een literatuurlijst, maar heb zelf eigenlijk ook nooit begrepen waarom die lijst los staat van andere vakken. Hoe kun je Oeroeg van Hella Haasse (het was mijn eerste literaire roman) begrijpen als je niets weet over Nederlands-Indië en deze periode bij geschiedenis niet hebt gehad? En, waarom mag je eigenlijk niet zelf iets kiezen of samenstellen en dan op een gebied waar je interesse ligt?
Veel leerlingen uit het genoemde scholierenonderzoek onder 1103 respondenten, vinden de literatuurlijst niet op hun leeswensen aansluiten, en zij vinden dat het verplichte karakter voor sommigen juist het leesplezier bederft. Daarnaast vindt bijna de helft (48%) dat de literatuurlijst van zijn docent weinig recent werk bevat. Bijna dertig procent noemt de literatuurlijst van zijn docent Nederlands zelfs hopeloos ouderwets. Ook begrijpen leerlingen niet dat je geen vertaalde literatuur mag lezen voor Nederlands; het gaat er toch om dat je leest?

Ja, moet lezen eigenlijk? Of is het iets wat mag? Plezier in lezen is natuurlijk het beste startpunt voor leerlingen om veel boeken te verslinden en zo hun leesvaardigheid moeiteloos te verbeteren. De laatste jaren is er grote belangstelling in het onderwijs voor leesvaardigheid. Terecht, als je ziet hoe belangrijk dit is. In het verbeteren van deze vaardigheid lag de focus altijd overwegend op het werken aan woordenschat, leesstrategieën en vlot technisch lezen. Een aanpak die de laatste jaren meer en meer school maakt, is de ‘impliciete aanpak’. Deze gebruikt leesplezier en leesmotivatie als ingang om leeskilometers te maken en daarmee de leesvaardigheid en leerprestaties te bevorderen. Het zogenoemde ‘interesse verbredend lezen’ staat hierin voorop. R.J. Marzano, J.L. Pilgreen en A. Chambers zijn daarbij belangrijke namen. Volgens hen bestaat er tussen lezen en achtergrondkennis een sterk verband. Kennis van de wereld, diepe kennis over woorden en concepten geven context aan dat wat leerlingen lezen. Leerlingen die over weinig achtergrondkennis en een kleine woordenschat beschikken, zijn minder goed in staat om over een tekst na te denken en deze te begrijpen. Precies wat ik boven al aangaf met mijn eigen ervaringen met het boek Oeroeg. Volgens Marzano kan achtergrondkennis vergroot worden door meerdere teksten en boeken over hetzelfde onderwerp te lezen. Het gaat dan om de volgende stappen van ‘interesse verbredend lezen’:
Stap 1. Leerlingen verwoorden hun interesses.
Stap 2. Leerlingen kiezen leesmateriaal dat aansluit bij hun interesses.
Stap 3. Leerlingen hebben tijd om ongestoord te kunnen lezen.
Stap 4. Leerlingen leggen hun reactie op het leeswerk vast.
Stap 5. Leerlingen gaan interactief aan de slag met de informatie.
(Bron: Leraar24

Een soortgelijke tendens zien we ook bij het beleid van het ministerie van OCW. Voorheen lag erg de focus op hoe kinderen lezen. Nu is onder andere door het meerjarenproject ‘De kunst van het lezen’ de focus verschoven naar wát kinderen lezen. Dit project eindigt dit jaar, maar Kunst van Lezen is in 2016-2018 onderdeel van Actieprogramma Tel mee met taal. De aanpak Vrij lezen sluit naadloos aan op deze tendens. Bij Vrij lezen staat leesplezier centraal. Scholen die deze aanpak hebben ingevoerd, zien de leesmotivatie van hun leerlingen opvallend toenemen. Vrij lezen heeft tot doel heeft om kinderen veel leeskilometers te laten maken. Het is feitelijk een aantal keer per week ongestoord lezen wat je interesseert. De aanpak gaat uit van drie keer in de week 20 minuten. Leesmateriaal dat past bij je interesses en dat je zelf hebt gekozen. Over datgene dat je gelezen hebt, schrijf je iets of wissel je uit met andere leerlingen (stap 4 en 5 in bovengenoemd stappenplan).



In de uitgave Leeskilometers maken op school wordt stap voor stap beschreven hoe je Vrij lezen op school kunt invoeren, inclusief inspirerende ervaringsverhalen van andere scholen. In essentie komt hij er op neer dat men de leerlingen weer plezier in het lezen wil laten krijgen door eerst de interesses van de leerlingen te achterhalen, hen te helpen om bij die interesses geschikt leesvoer te vinden, hen hetgeen ze lazen actief te laten verwerken en een vast leesritme in te voeren. De leerling mag vrij kiezen wat hij leest.

Het taalbeleid op onze school is in ontwikkeling. In een aantal ochtendperiodes wordt nu 20 minuten vrij gemaakt om te lezen. De leerlingen nemen in principe daarvoor altijd een eigen leesboek mee. Dit jaar vindt 10 minuten lezen voor de les eveneens plaats in de achtste klassen bij onder meer Nederlands.Verwerking en reflectie vinden echter niet direct plaats in de lessen (stap 4 en 5) en ook wordt er niet expliciet gerefereerd aan interesses.

Maar goed, uitgaande van Vrij Lezen. Waar vind ik dan eigenlijk informatie over thema’s in (jeugd)literatuur, zodat ik daar de leerlingen mee kan helpen? Boekenopschool heeft boeken gegroepeerd rondom thema’s als dood, pesten en oorlog. Op Boek en jeugd Gids kun je zelf op trefwoord leesboeken zoeken. Er zijn twee versies van de Boekenzoeker. Van 8 tot 12, van 12 tot 15 en 16+. Op het startscherm van de versie van 12 tot 15 maak je een keuze uit twee onderdelen. Klik op Ik weet wat ik lees als je op zoek bent naar een bepaald soort boeken, of bepaalde onderwerpen. Historische boeken, gedichten, boeken over liefde etc. Klik op Geef me wat ik ben als je een boek wilt dat past bij wie je bent en wat je interesses zijn. Hier vind je boeken voor jongens, boeken voor meisjes, boeken voor filmfreaks en voor sportievelingen. Ook bij Leesadviezen kun je op thema kiezen en bij Lezenvoordelijst kun je op niveau en genre kiezen. Ook op de site van Young Adults kun je (beperkt) op genre zoeken. Vrij Lezen heeft leerlingen- en lerarenbladen om leerlingen in het proces te sturen.
Mijn Kind Online presenteert op de eigen site een vijftal boeken “om over te praten”. Het onderwerp hier is mediawijsheid in al zijn facetten. En - uitgaande van de Vrij Lezen aanpak - dan komen we inderdaad op reflectie, hoe verwerken we het. Gaan we er in de klas over praten, gaan we digitaal en maken we een blog, misschien een filmpje?

Over boeken gesproken is een uitgave van de Stichting lezen. De publicatie gaat over de waarde van het gesprek over boeken en lezen. YoungWorks voerde onlangs een online onderzoek uit onder 853 middelbare scholieren, om te achterhalen hoe zij denken over het vak Nederlands. Dat deden ze in opdracht van Uitgeverij Blink Educatie onder 853 leerlingen (12-16 jaar) afkomstig van het vmbo, havo en vwo. De helft van de ondervraagde jongeren vindt Nederlands een belangrijk vak. Maar tegelijk vindt de helft (48%) de Nederlandse les saai. Driekwart van de leerlingen zou graag zien dat de lessen digitaler worden (76%) (blog, filmpje) en meer aansluiten bij de wereld van nu (73%). Je zou dus eens kunnen overwegen om de leerlingen een blog te laten maken over boeken die ze lezen. (Zie: Weblogs in het literatuuronderwijs)

Er zijn ook veel sites die op een aantrekkelijke wijze interesse voor literatuur proberen te wekken: Leesmij heeft een boekenkast die je naar extra informatie rond literatuur leidt. Op Facebook hebben we nog de Leesfabriek. De Leesfabrieksite wordt gerund door een aantal bevlogen redacteuren tussen de 15 en 25 jaar met een gedeelde passie voor lezen. Interviews, boekrecensies, nieuws en actualiteiten, de Leesfabriek levert op allerlei manieren. De Leesfabriekheeft via social media een groot digitaal netwerk voor jonge (15-25) boekenlezers uitgezet. Naast een Facebookpagina is De Leesfabriek ook actief op Twitter en heeft een eigen YouTube-kanaal. Je hebt ook nog Boekenbabbels en Boekenbaas.


Op Leerkr8 vind je lesmateriaal en natuurlijk zou je ook blogs van vakgenoten kunnen raadplegen. Bijvoorbeeld het blog van Mevrouw Willemse. Ook kwam ik De Jonge Bibliofiel tegen, een boekenblog van een student lerarenopleiding voor docenten Nederlands die op zoek zijn naar inspiratie voor het invullen van het literatuuronderwijs.
Voor alle scholen voor voortgezet onderwijs die structureel aan leesbevordering willen werken kun je op deze site leren werken met een leesplan. Het plan geeft houvast bij de inrichting van leesbevordering binnen de school. In een leesplan legt een school vast wat de stand van zaken is en op welke wijze er in het komend schooljaar aan leesbevordering wordt gewerkt.

Het is trouwens wetenschappelijk bewezen: Vrij lezen is zinvol!
1. Lezen in de vrije tijd verhoogt de leesvaardigheid en het leesplezier. Een meta-analyse van 99 internationale leesvaardigheidstudies levert bewijs voor een positieve spiraal: vaardige lezers beleven meer plezier aan het lezen van boeken, waardoor ze vaker lezen in hun vrije tijd. Dat zorgt er weer voor dat hun woordenschat en tekstbegrip toenemen. Vervolgens maakt deze stijgende leesvaardigheid dat ze vaker gaan lezen. Het effect van lezen in de vrije tijd groeit met elk leer- en levensjaar.
2. Basisscholieren in groep 8 die regelmatig een boek lezen in hun vrije tijd, behalen hogere scores op het Cito-toetsonderdeel taal. Dit heeft tot gevolg dat ze ook betere Cito-resultaten boeken op de onderdelen wiskunde, studievaardigheden en wereldoriëntatie. Het positieve effect van lezen in de vrije tijd treedt altijd op, maar is het grootst bij boeken met een hoog niveau (gemeten als de leeftijdsindicatie op boeken). Het gebruik van andere media, zoals internetten, televisie kijken en gamen, vertoont juist een negatief verband met de Cito-scores.
3. Structureel invoeren van Vrij lezen is het effectiefst Het gunstige effect van vrij lezen wordt sterker naarmate het gedurende een langere periode gebeurt: programma's die meer dan een jaar lopen, zorgen vrijwel zonder uitzondering voor hogere scores op tekstbegrip. Vrij lezen is ook effectief voor andere onderdelen van de leesvaardigheid, zoals de ontwikkeling van de woordenschat, grammatica en schrijven. (Bron: BibliothekenDrenthe)

Zie ook: CPS, Handboek Literatuuronderwijs, 4 Tips en Lezen voor je date