woensdag 10 december 2014

Scholen worstelen met anonieme pest-apps

Bovenstaande kop is overgenomen uit De Gelderlander van 25 november jongstleden. Ruim 65% van de ouders geeft aan dat hun kinderen niet weten welk gedrag normaal is op internet. De grootste zorg van ouders is dat hun kinderen op websites terechtkomen die niet bedoeld zijn voor minderjarigen. Dit blijkt uit onderzoek onder 891 ouders naar het smartphone- en tabletgebruik van hun kinderen uitgevoerd door Motivaction in opdracht van Vodafone. Het onderzoek is uitgevoerd ter gelegenheid van de publicatie van een nieuw nummer van WIJS magazine, dat ouders van kinderen tussen de 5 en 17 jaar ondersteunt bij de mediaopvoeding.

Hoewel 83% van de ouders vindt dat zijzelf hun kinderen moeten beschermen tegen (mogelijk) schadelijke inhoud van media, gaat 73% ervan uit dat de school ervoor zorgt dat hun kinderen niet in aanraking komen met (mogelijk) schadelijke inhoud van media wanneer zij op school zijn en vindt 82% dat scholen kinderen zouden moeten leren hoe ze met verschillende media moeten omgaan.

Het minst zorgen maken ze zich over hoge kosten, het effect van straling op de gezondheid en over dat hun kind anderen pest. Toch wordt er (digitaal) gepest, Jongeren gebruiken anonieme chatapps om de naarste berichten over elkaar de wereld in te slingeren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van specifieke apps zoals Yik Yak, Secret en Whisper. “Share your thoughts and keep your privacy” belooft Yik Yak. Op zich niets mis mee zou je denken, maar vanuit die anonimiteit kun je van alles de wereld in slingeren. “Gossup is social media unfiltered. We don't show usernames, so everything you post is anonymous,” aldus het bijschrift bij de app in iTunes. En dan kun je natuurlijk los gaan, het is niet voor niets dat de naam refereert aan "gossip".

Veel scholen worstelen met de opkomst van deze apps, waarmee de dader niet te achterhalen is. In Nederland was kort voor de zomervakantie vooral de app Gossup populair. Scholen in Haarlem probeerden Apple zover te krijgen om de roddelapp uit de Applewinkel te verwijderen. "Die app was een hype die nu is afgezwakt", zegt Bianca van Os van het Pestweb. Van Yik Yak heeft ze nog niet gehoord. "Wij houden zelf Gossup en Secret in de gaten en daar gebeurt nu weinig. Maar er kan zo weer iets opkomen."



Scholen hebben natuurlijk een pestprotocol of duidelijke regels hoe met pesten moet worden omgegaan. Maar, wat is er nu anders aan online- of cyberpesten? 20% van de leerlingen heeft toch te maken met cyberpesten. Anonieme berichten versturen via social media en SMS, schelden, roddelen, bedreigen, foto's van mobieltjes en webcambeelden op internet plaatsen, privégegevens op een site plaatsen, wachtwoorden en credits stelen en misbruiken, haatprofielen aanmaken, virussen sturen, happy slapping (aanval op willekeurig persoon vastgelegd met mobiel), en het versturen van een e-mail bom. De effecten van cyberpesten kunnen erger zijn dan bij traditioneel pesten. Opnames die bijvoorbeeld via de webcam worden gemaakt en worden vastgelegd door een ander. Deze opnames verdwijnen nooit meer. Over de hele wereld kan een foto op een site staan. Foto's die eenmaal op internet staan zijn soms niet meer te verwijderen.

Als school kun je de normale procedure volgen net als bij “gewoon” pesten in de fysieke wereld. Vervolgens:
  • Leerlingen bewust maken van de gevaren op internet, de effecten van cyberpesten en de strafbare feiten. (Mediawijsheid)
  • Schoolreglement aanpassen. Bijvoorbeeld: "het maken van opnames van medeleerlingen en leerkrachten zonder toestemming kan leiden tot schorsing/verwijdering/disciplinaire maatregelen"
  • Opleiden van medewerkers in de school (ook onderwijsondersteunend personeel) is noodzakelijk. Een studiemiddag zorgt dat medewerkers up to date met hun kennis zijn.
  • Ouders informeren door een ouderavond. Ouders zijn in het algemeen niet goed op de hoogte van wat hun kind op internet doet. Alleen door met de ouders samen te werken is cyberpesten aan te pakken.(Bron: Pestweb)
De VO-raad vindt het een slechte zaak dat dergelijke pest-apps ontwikkeld en aangeboden worden. Het heeft echter weinig zin om pest-apps te verbieden, want dan wordt er door leerlingen wel weer een volgende soortgelijke app gevonden. De VO-raad heeft daarom Stichting School en Veiligheid verzocht om scholen en leerlingen hulp te bieden bij het omgaan met dergelijke apps. Voor scholen is op de website van Stichting School en Veiligheid in het linker navigatiemenu onder Tips specifieke informatie te vinden over hoe een school om kan gaan met met grootschalig anoniem pestgedrag op internet en hoe hierover te berichten naar ouders en leerlingen.

Jongeren kunnen als ze gepest worden altijd terecht op Meldknop.nl. Op elke pc op onze school is deze link standaard te vinden. Een derde van de kinderen in de hoogste groepen van het basisonderwijs vindt trouwens dat er een speciale internetpolitie moet komen die ze helpt bij de omgang met internet en aan wie ze vragen kunnen stellen. Dat blijkt uit een onderzoek van Mediawijzer.net onder 11.000 kinderen uit de groepen 7 en 8 en 11.000 ouders. Van de scholieren vindt 32 procent dat zo'n internetpolitie er moet komen, terwijl maar 8 procent van de ouders het nut ervan inziet. Volgens kinderen hebben scholen een voorname taak: dit is de plek waar ze willen leren om veilig te internetten, zichzelf online te presenteren en met cyberpesten om te gaan.

Zo, leerlingen verwachten dus nogal wat van ons. En nu maar hopen dat dit op scholen wordt opgepikt ook al is het dan geen curriculumverplichting. Wachten tot het mis gaat is in elk geval geen optie!



zie ook: WIJS 1, VO-Raad, JMouders