woensdag 11 februari 2015

Digital Storytelling

Verhalen vertellen is in. Mensen vertellen elkaar verhalen om betekenis te kunnen geven aan hun ervaring van de werkelijkheid. Vertellingen zijn daarmee een manier om zin te geven aan het leven en ze zorgen er voor dat we notie krijgen van de levens van mensen om ons heen. Vertellingen stimuleren waarschijnlijk ook de liefde voor boeken op latere leeftijd. Maartje Johanna van Berge deed onderzoek naar de veronderstelde leesbevorderende werking van het vertellen van verhalen aan en door kinderen. Vertellen zorgt er, net als voorlezen, voor dat kinderen later meer plezier in lezen krijgen en sneller een boek ter hand zullen nemen. Dat komt doordat bij een goede verteller kinderen actief bezig zijn met luisteren en het begrijpen van het verhaal. De onderzoekster concludeert dat er echter nog te weinig onderzoek is gedaan naar vertellen om dit wetenschappelijk te kunnen bewijzen. Praktijkervaringen bevestigen echter wel dat vertellen goed is voor de woordenschat en liefde voor het lezen. Zij concludeert dat een vertelproject waarbij kinderen zelf leren vertellen zeer zeker leesbevorderend zal werken en goed zal zijn voor de taalontwikkeling, mits het wordt uitgevoerd onder de juiste voorwaarden. Het moet geen toneelstuk worden of een voorleesproject. (Berge, 2010, p. 79)

Door de eeuwen heen is het vertellen van verhalen belangrijk geweest. Verhalen deelden we vroeger met elkaar in groepen, die elkaar kenden en vertrouwden. Nieuwkomers werden via die verhalen ingewijd in de cultuur en de gewoontes van de groep. In die verhalen zaten vaak levenswijsheden verstopt. Ze bevatten belangrijke informatie, ze bereidden ons voor op de toekomst en ze bevatten waarschuwingen. Maar verhalen vertellen is ook nu weer hot (zie: Manifest van het verhaal). En dan bedoel ik niet alleen op voor de hand liggende plaatsen als het theater, maar ook bijvoorbeeld bij bedrijven die proberen de ‘corporate story’ van het bedrijf voor het voetlicht te krijgen. Op Frankwatching vind je over de geschiedenis en de verandering in het vertellen van verhalen een artikelenserie vanuit het perspectief van de verhalenverteller. De serie is echter wel vooral geschreven vanuit het oogpunt van bedrijfsmarketing.

De verteller verbond verleden en toekomst en ooit had die verteller autoriteit. Er is echter wel wat veranderd. Vandaag hebben we een ruimer arsenaal aan middelen (video, audio, foto,...) om onze verhalen te creëren. Juist ook door de opkomst van sociale media en mogelijkheden tot visuele presentaties staat het vertellen van verhalen juist weer midden in de belangstelling. De term die hiervoor gebruikt wordt is Digital Storytelling: het delen van een verhaal via video, vodcast, een online kaart, een tijdlijn of een animatie. De digitale beelden worden voorzien van (ingesproken) teksten, muziek, geluiden en effecten. Het gaat vaak om een persoonlijk verhaal dat wordt vormgegeven met behulp van multimedia. En juist hierdoor is er nog al wat veranderd. Marcus Duveskog: “The difference between digital storytelling and traditional storytelling is that the first mentioned, through the use of evolving new technologies, opens up new possibilities to presenting and sharing stories (through the Internet for instance). Digital storytelling allows for more interactivity and facilitates options for non-linear storytelling.” Wie nu de definitie van (Digital) Storytelling op Wikipedia leest, schrikt. Ook nu gaat het om het verhaal dat je vertelt, maar de opkomst van social media heeft geleid tot een verregaande versnippering van autoriteit. Banaszewski (2005) definieert Digital Storytelling als “The practice of combining personal narrative with multimedia (images, audio, and text) to produce a short autobiographical movie”. (Banaszewki, 2005, p.1)

Ook in het onderwijs is verhalen vertellen in opkomst. En waarom digitale tools niet gebruiken om verhalen mee te maken en te vertellen? Ik denk dat Digital Storytelling een belangrijke vaardigheid voor onze leerlingen kan zijn. We definiëren Digital Storytelling - wanneer gebruikt in het onderwijs - als ‘een methodiek waarbij de student wordt uitgedaagd om m.b.v. multimedia een kort (autobiografisch) verhaal te vertellen waarbij de student een eigen standpunt inneemt’. (Bron: Digtal Storytelling) Het primaire doel om Digital Storytelling in het onderwijs te integreren is volgens de eerder aangehaalde Banaszewski (2005) de studenten ertoe te brengen een authentiek, geëngageerd verhaal te schrijven, ondersteund door het effectief gebruik van multimedia.

Op onze school wordt er natuurlijk binnen Videokunst al gebruik gemaakt van de technieken van Storytelling, maar je kunt dit in nog veel meer vakken toepassen. Onderwijs is vaak ‘talig’. Leerlingen moeten veel schrijven. Niet alle leerlingen reageren echter even goed op dit type opdrachten. Het maken van een (digitaal) verhaal zal juist andere leerlingen meer aanspreken vanwege het visuele- en auditieve karakter. De grootste meerwaarde van het digitaal verhaal voor het leren ontstaat als de leerling zelf een digitaal verhaal maakt. Zo past een leerling allerlei vaardigheden toe:

1.ICT-vaardigheden;
2.Hogere orde denkvaardigheden & creativiteit;
3.Meta-cognitieve vaardigheden.
Als je de leerling een (onderzoeks)vraag laat vertellen door middel van een video komen daar nog vaardigheden bij als:
4.Informatievaardigheden;
5.Onderzoeksvaardigheden. (Bron: Leervlak)

Het is ook een manier om kijk-, luister-, schrijf- en spreekvaardigheid te oefenen en daarmee aan te sluiten bij de kerndoelen van het onderwijs. Allerlei aspecten van mediawijsheid komen aan de orde bij het maken van een digitaal verhaal. Door het kijken naar filmpjes van anderen leren de leerlingen ook te benoemen en te beoordelen wat ze zien en vormen ze een eigen mening.

Maar hoe ga je te werk? Begonnen wordt met het schrijven van een scenario of script voor een eigen verhaal. Hiermee verdiept de leerling zich in welke beelden er gebruikt worden en welk effect hiermee wordt bereikt. De termen komen uit de filmwereld. "Daarna moet het digitale verhaal geproduceerd worden. Hierbij geeft een leerling aandacht aan beeldelementen als kleur en licht. Ook maken zij kennis met de begrippen frame, slow motion, close-up, camerastandpunt, zoom, beeld en geluid, voice-over en natuurlijk ook met de technische aspecten van het gebruik van een camera.”, aldus Elsbeth van Gils in een artikel op het Brabants Netwerk Bibliotheek.

Je begint altijd met het maken van een storyboard. Een compleet storyboard maak je natuurlijk op papier. Voor klassikale uitleg over het gebruik van en maken van een storyboard kun je ook een programma als Storyboard That gebruiken. In Storyboard That bijvoorbeeld kies je figuren, achtergronden en voorwerpen die een rol gaan spelen in jouw digitale verhaal. Zo bouw je de verschillende scenes na elkaar op. Let wel op of de gratis versie voldoet aan jouw eisen! Je kunt hier klassikaal op het digibord laten zien waar het bij een storyboard om draait. Het gaat er bijvoorbeeld om waar de scène zich afspeelt, hoeveel personen in de scène voorkomen, hoe de belichting moet zijn, welk shot genomen moet worden, welk geluid bij de scène wordt gebruikt, hoe de overgang moet zijn naar de volgende scène en welke taken de verschillende spelers hebben in de scène.

Je kunt vervolgens een klas ook gebruik laten maken van een (engelstalige) online tutorial die gebruik maakt van de zeven elementen van digital storytelling die Joe Lambert van het Centre for Digital Storytelling beschrijft in zijn Digital Storytelling Cookbook(2010)
  1. Standpunt. Wat is het standpunt, perspectief, van de maker;
  2. Een prikkelende vraag, de rode draad.
  3. Emotionele context. Het gaat om serieuze inhoud, die de kijker op een persoonlijke en emotionele wijze aanspreekt. Er is sprake van een vorm van drama.
  4. De gave van jouw stem. Jouw stem gebruik je om je boodschap te personaliseren en om de kijker te helpen bij het begrijpen van de context.
  5. De kracht van de soundtrack. Gebruik muziek of andere geluiden om het verhaal te ondersteunen en te versterken.
  6. Doseren. Doseer de informatie die je verstrekt. Genoeg om het verhaal te vertellen zonder de kijker te overvoeren met informatie.
  7. Tempo. Controleer het tempo van het verhaal: hoe snel of hoe langzaam verloopt het verhaal?

Er zijn verschillende typen verhalen. Het kan natuurlijk een persoonlijk verhaal zijn. Hiermee kun je in een klas precaire zaken bespreekbaar maken. Maar er zijn ook verhalen die een historisch evenement beschrijven, ondersteund met allerlei digitale historische bronnen. Hiervoor moet onderzoek worden gedaan. Een laatste type zijn de verhalen die een kijker een introductie verschaffen over een specifiek thema of concept. Tutorials zou je hieronder kunnen scharen. Uiteraard zijn er allerlei mengvormen. (Bron: Leervlak) Door verschillende auteurs wordt wel altijd het belang van een persoonlijke stellingname bij de opbouw van een verhaal beklemtoond. Dus een aantal filmpjes aan elkaar plakken of een chronologisch verhaal van een bezoek aan een stad moeten altijd vergezeld gaan van een persoonlijke invalshoek of stellingname.

Het vertellen van verhalen met behulp van multimedia, is gelukkig niet langer het alleenrecht van technisch gekwalificeerden. Vandaag hebben we immers een ruim arsenaal aan toegankelijke digitale middelen om onze verhalen te creëren. Digital storytelling kan dan ook worden omschreven als een moderne manifestatie van de ‘oude kunst’ om verhalen te vertellen. Je hebt niet altijd dure montagesoftware nodig. Je kunt - zoals we bij Videokunst doen - bijvoorbeeld monteren in de camera. Daarvoor moet je eerst goed nadenken, wat je wilt laten zien, je moet een goede synopsis en storyboard hebben en dan draai je de scenes achter elkaar.
Je hebt echter ook veel simpele digitale tools om een verhaal vorm te geven. Foto’s kun je inzetten in een programma als Animoto (30 sec. gratis). Hier importeer je foto’s, selecteer je audio en effecten en van je foto’s wordt een video gemaakt. Je kunt ook een stop-motion video maken. Dat betekent dat je een scene opbouwt waarvan je een foto maakt, je verandert de scene een beetje en maakt de volgende foto etc. Een scene opbouwen kun je bijvoorbeeld doen met klei, met Lego of Playmobil. Je kunt verder Slidely gebruiken. Een persoonlijke tijdlijn kun je maken met Rememble. Storify linkt jouw verhaal aan nieuwsbeelden. Nieuwsverhalen kun je ook vertellen met Meograph. Meograph is een tool die een filmpje maakt van gebeurtenissen die verspreid over een langere periode hebben plaatsgevonden, plaatsvinden of gaan plaatsvinden.Dat kan de levensloop van een bekende persoon betreffen, de ontwikkeling van de ruimtevaart of de geschiedenis van wat dan ook. (Handleiding Meograph) De boven genoemde tools zijn niet uitputtend. Het is prima mogelijk dat jouw voorkeur uitgaat naar een andere tool.

Tot slot. Een handleiding voor het vertellen van verhalen.

Zie ook: Kennisnet en Cultuurplein