maandag 13 juni 2016

Die goede oude tijd

Vroeger was het allemaal beter. Je kreeg als leerling het proefwerk op papier uitgereikt en vulde dit natuurlijk netjes handgeschreven in. Niemand wist van digitale toetsen, waarvoor je dan eerst ook nog weer extra moet oefenen om de software onder de knie te krijgen. Ik zeg trouwens wel vroeger, maar er zijn onder ons docenten die ook nu nog steeds zweren bij een handgeschreven vragenvel. Voor hen geen pc. Het handgeschreven periodeschrift is natuurlijk binnen de vrije scholen ook nog een goede tegenhanger van het digitale geweld.
In de goede oude tijd stond ook de globe nog voor in de klas te blinken. Je kon er een behoorlijke zwiep aan geven zodat in jouw fantasie de zwaartekracht op aarde tijdelijk werd opgeheven. Ach, wat was dat prachtig. Digitale interactieve globes als Google Earth en Marble kunnen dat gevoel nooit teruggeven, maar deze “2D globes” kunnen dan weer wel de veranderingen op aarde in verschillende eeuwen tonen en na klikken bijvoorbeeld de aarde bij nacht oproepen. Dat zie ik een oude globe niet doen. Natuurlijk geeft de digitale tool vele educatieve mogelijkheden, maar ook het wereldberoemde handwerk van Bellerby zal altijd bewonderaars blijven trekken. En trouwens, in heel wat scholen staan ook nog gewoon globes in de klas, want docenten laten zich niet makkelijk veranderen.

Uiteindelijk zullen ook slechts weinigen (digitaal) krijten op het digibord. Het is mooi en zeker kunstig, maar het benadert slechts het echte werk zullen we maar zeggen: 



Vrije Scholen nemen het bordtekenen sowieso serieus. In de collectie van de Mediatheek bevindt zich een uitgave van Van Meurs die wil enthousiasmeren voor bordtekenen in de onderbouw. Of je nu een talent op tekengebied hebt of niet; het wil in elk geval uitdagen om het te proberen. Daarnaast geeft de inhoud van het boek aanknopingspunten om eenvoudige en wat meer gecompliceerde tekeningen te maken passend bij de inhoud van het onderwijs en de leeftijdsfase van kinderen. Prachtig.

Maar ook al kan veel van het digitale geweld jou als docent niet bekoren, “elk nadeel heb z’n voordeel” zoals een bekend filosoof ons ooit heeft voorgehouden. Wat als je bijvoorbeeld uit oneindige reeksen werkbladen zou kunnen putten? Kijk eens bij de vele werkbladenmakers van Leerkans.com en bijvoorbeeld Aduis. Je kunt bij de verschillende links bij Leerkans zelf oneindig werkbladen maken en op Sightwords kun je spelborden maken en uitprinten. Voor het voortgezet onderwijs is er veel te vinden in bijvoorbeeld de leermiddelendatabase VO. Inloggen kun je hier met jouw Entree-account. Ook kun je op Free Puzzlemaker puzzels maken voor je leerlingen, allemaal op papier.
Je zou zelfs - uit pest - het Ikbenoffline.nl Ganzenbordspel kunnen spelen en zo toch nog iets aan mediawijsheid doen. Het zijn goede compromissen voor notoire pc-haters, want hiermee heb je uiteindelijk toch weer papier in handen. Realiseer je echter wel dat je dan toch in elk geval van een van de belangrijkste verworvenheden van deze digitale tijd gebruik hebt gemaakt: het eenvoudig (digitaal) delen van lesmateriaal met collega’s uit het hele land.

Sommige docenten worstelen met sociale media en internet in het onderwijs. Los van je eigen digitale ontdekkingstocht hoor je steeds meer over 21ste eeuwse vaardigheden die jij en je leerlingen zouden moeten hebben. Koppen als de volgende moeten docenten vaak alarmerend in de oren klinken: “Digitale geletterdheid moet een vaste plek krijgen in het onderwijs. Dat stelt het Platform Onderwijs2032 in zijn advies over de inhoud van het primair en voortgezet onderwijs.”(Bron: Kennisnet)

Dan hebben we het over de inhoud van het onderwijs. Maar investeringen in ict leiden voor scholen soms ook tot teleurstelling en onnodige kosten. Robots, ipads, virtual reality, learning analytics… Welke technologietrends zijn blijvend? Tablets die weer worden ingeruild voor boeken, haperende wifiverbindingen die de les vertragen, digiborden die de leraar toch weer gewoon ouderwets ‘voor de klas’ zetten: Veel scholen willen wel ict gebruiken, maar weten niet goed hoe. Welke vernieuwingen kunnen scholen negeren en welke niet? En wanneer moeten ze ergens echt mee aan de slag? De tech-revolutie gaat nu zo snel, dat het niet altijd gemakkelijk is onderscheid te maken tussen hypes en blijvende ontwikkelingen.
Het Kennisnet Trendrapport, dat tweejaarlijks verschijnt en dat technologische ontwikkelingen beschrijft waarmee scholen nu en in de toekomst geconfronteerd worden, draagt dit jaar niet voor niets de titel ‘Technologiekompas voor het onderwijs’. Het rapport kan scholen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs helpen te navigeren in een wereld vol technologische trends en hypes. Een wereld die zich in razend tempo blijft ontwikkelen. Elke technologie is in het rapport geplaatst op de de Hype Cycle van Gartner. Daarop is te zien is of een technologie heel nieuw en onbekend is, of al volwassen is. Ook is te zien welke verwachtingen er zijn over die technologie op het gebied van acceptatie en impact op de maatschappij of het onderwijs. Niet elke technologie doorloopt alle fasen, soms verdwijnt er één vroegtijdig en kun je concluderen dat dat slechts een hype was. Het rapport is deels een technisch verhaal en wil scholen wijzen op het nut van een goed onderbouwd ict-beleid. “Dan schaf je voor de hele school Chromebooks aan terwijl je wifi niet op orde is. Of je besluit over te stappen op digitaal lesmateriaal, terwijl je onvoldoende bedenkt welke gegevens van leerlingen je wilt verzamelen en hoe je die gaat beschermen."

Voor beleidsmakers op de scholen is dit tweejaarlijkse rapport een belangrijke leidraad. Maar nu terug naar de docent en zijn 21ste eeuwse vaardigheden. Kennisnet en SLO hebben een nieuw model van de 21ste eeuwse vaardigheden uitgewerkt. Dit model beschrijft elf vaardigheden die leerlingen zich in het onderwijs eigen moeten maken. Het gaat dan onder meer om kritisch denken en samenwerken
De vier zelfstandige vaardigheden van digitale geletterdheid - zoals boven als term al aangehaald door het Platform Onderwijs 2032 - zijn: 


1. Ict-basisvaardigheden: de werking van (nieuw) technologiegereedschap begrijpen en (kritisch) kunnen omgaan met de mogelijkheden en beperkingen, met inzicht in de gevolgen voor menselijk handelen.

2. Mediawijsheid: kennis, vaardigheden en de mentaliteit om bewust, kritisch en actief te kunnen omgaan met een complexe en veranderlijke gemedialiseerde wereld.

3. Informatievaardigheden: vragen scherp formuleren, analyseren van bronnen, systematisch zoeken, selecteren en verwerken van (grote hoeveelheden) informatie en beoordelen op bruikbaarheid en betrouwbaarheid.

4. Computational thinking: herformuleren van problemen en organiseren van gegevens om ze met computertechnologie te kunnen analyseren en oplossen. (Technologiekompas, p. 101/102)

Bij computational thinking hoef je natuurlijk niet allemaal softwareontwikkelaar te worden. Het is een generieke vaardigheid om in de digitale wereld – in welke context of welk beroep dan ook – effectief te kunnen zijn. Je verkent de mechanismes achter computers en hun toepassingen, verkent de grammatica van het programmeren. Bij scheikunde is ook niet het doel elke middelbare scholier tot chemicus op te leiden, wel om hen een basaal inzicht te bieden in ons periodiek systeem der elementen en het chemisch gedrag van stoffen.(Technologiekompas, p.102/103)

Dit staat wel heel ver af van de docent die nog steeds graag de pen hanteert en de pc zo veel mogelijk mijdt. Vaak ook wordt de discussie te simpel gevoerd en brengen juist deze docenten in dat niet iedereen programmeur hoeft te worden. Dat hoeft inderdaad ook niet, maar een zekere digitale (bij) scholing van docenten is - gezien het belang van digitale vaardigheden in deze maatschappij - toch wel gewenst.
Als we dan kijken naar de vier onderdelen van het begrip digitale vaardigheid dan zouden ict-basisvaardigheden (knoppenkennis) inmiddels bij docenten genoeg ingeburgerd moeten zijn. Of dat ook zo is ...? Voor informatievaardigheden - een vak apart - zou je kunnen terugvallen op de informatiespecialist ter plekke, meestal de mediathecaris. Je zou - als basis - in elk geval de online workshop informatievaardigheden van Kennisnet kunnen volgen. Voor achtergronden en onderzoek over informatievaardigheden kun je trouwens terecht bij het Welten-instituut, dat al jaren onderzoek naar zoekgedrag doet. Ook voor mediawijsheid en computational thinking biedt Kennisnet sinds kort online workshops aan. Beleidsmakers let op: deze zijn gratis te volgen! De workshops zijn bedoeld om leraren bewust te maken van het thema. Na het volgen van de workshop computational thinking weten docenten wat het is en zijn ze bekend met de belangrijkste termen en concepten van programmeren. Hopelijk brengen zij dan ook niet meer het “niet iedereen hoeft programmeur te worden” argument in de discussie in. In de workshop mediawijsheid vertelt Hans Aarsman in video's waarom het belangrijk is om beeldgeletterd te zijn, wat dat volgens hem betekent, en wat daar allemaal bij komt kijken. Het zijn in deze tijd belangrijke vaardigheden, die we ook onze leerlingen niet mogen onthouden.

De site Ontdekmedia laat zien (en ik probeer dat ook in dit blog) hoe makkelijk je digitale tools kunt invoeren in gedeelten van jouw opdrachten. Een citaat van de website Ontdekmedia: “Nieuwe media zijn leuk. Maar ik moet wel gewoon door met mijn methode natuurlijk. Kan ik daar een opdracht makkelijk vervangen?” Ontdekmedia is een (nu nog) gratis platform met een overzicht van lesmethoden, mediatools, werkvormen en combinaties die van toepassing zijn op alle reguliere vakken. Het helpt leerkrachten om bekende werkvormen in een lesmethode te vervangen door mediawerkvormen waarbij de inhoud en doel van de werkvorm hetzelfde is, maar de uitvoering van deze tijd. Waar je voorheen bijvoorbeeld een poster maakte met knippen en plakken, kun je nu digitale afbeeldingen samenvoegen op een digitale achtergrond. Als je een gratis account hebt aangemaakt kun je op de site ook handleidingen van de tools vinden. Ontdekmedia heeft ook een complete leerlijn Mediawijsheid voor het basisonderwijs ontwikkeld, allemaal volgens de door mediawijzer.net ontwikkelde Mediawijsheid Competentiemodel.



Ook de Reisgidsdigitaalleermateriaal helpt je gratis op weg om bijvoorbeeld via de beoogde leeractiviteiten digitale werkvormen te zoeken. Je kunt hier eveneens digitale tools (met uitleg) vinden. Mocht je dan toch nog drempelvrees hebben of wordt het je allemaal te veel, dan kun je voor ondersteuning altijd terecht bij de mediathecaris. Maar of je nu wilt of niet, langzaam maar zeker gaat het onderwijs digitaliseren.
Er is in elk geval genoeg gratis voorhanden om zelf alvast een start te maken.

Zie over de verhouding tussen de verschillende modellen en vaardigheden: SLO