dinsdag 30 oktober 2012

Verlies of diefstal van je mobiel

Je mobiel is een gewild item bij dieven en het levert een hoop ellende op als je kleine vriend wordt gestolen. En bedenk: verlies of diefstal vindt plaats bij een op de vijf Nederlanders. Er is echter hoop! Als het aan Minister Opstelten van Justitie en Verhagen van Economische Zaken ligt, gaan telecomoperators vanaf volgend jaar gestolen mobiele telefoons blokkeren op hun netwerken. Hiermee worden de gestolen mobiele telefoons waardeloos en onverkoopbaar. In meerdere landen, waaronder België en het Verenigd Koninkrijk, is het nu al mogelijk om het IMEI-nummer van je telefoon te blokkeren. Alle mobiele apparaten hebben namelijk altijd een zogenaamd uniek IMEI-nummer, wat staat voor International Mobile Equipment Identity. De blokkering van je IMEI-nummer heeft in die landen geleid tot een aanzienlijke daling van het aantal slachtoffers van deze vorm van criminaliteit. De Nederlandse telecomoperators melden dat er vooralsnog alleen gesprekken zijn en er nog goed moet worden gekeken naar de haken en ogen van deze maatregel. Zo is het nog de vraag wanneer een toestel wordt geblokkeerd? Moet dit direct gebeuren bij een aangifte of kan de consument dit ook zonder aangifte doen. Ook zullen er situaties ontstaan waarbij een telefoon weer terugkeert bij de rechtmatige eigenaar en zal het toestel weer moeten worden gedeblokkeerd. Hierover moeten allemaal duidelijke afspraken worden gemaakt.



Wat kun je nu, tot de regeling van kracht wordt, zelf doen om het leed te verzachten? Beveilig je telefoon in elk geval zo goed mogelijk tegen verlies of diefstal. Een wachtwoord voor vergrendeling mag best iets moeilijker zijn dan ’1234′ of ’0000′. Stel in elk geval een wachtwoord in. Van de jongeren tot 30 jaar hebben trouwens slechts 40% de mobiel beveiligd met een wachtwoord of andere vorm van vergrendeling, aldus Vodafone. Maak ook een back-up van persoonlijke gegevens zoals contactenlijst, foto’s en video´s. Online diensten en apps die het maken van een back-up gemakkelijker maken, worden trouwens door slechts één op de tien Nederlanders gebruikt, aldus de Telegraaf (Telegraaf, 26 mei 2012). Deze simpele maatregelen verzachten het leed al iets.

Blokkeer bij diefstal altijd je simkaart. Vervolgens: doe aangifte. Daarvoor heb je je IMEI-nummer nodig. Als je aangifte doet van verlies of diefstal, moet je dit unieke 15-cijferige nummer opgeven. Je vindt ze bij de originele verpakking van het apparaat, bijvoorbeeld op de witte sticker met barcode op de zijkant van de doos of onder de accu op een wit stickertje, meestal ook met barcode. Heb je de originele verpakking weggegooid? Toets de combinatie *#06# (sterretje, hekje, nul, zes, hekje) in op je mobiele telefoon en het nummer verschijnt op je scherm. Vervolgens zou je je IMEI-nummer kunnen registreren op Telefooncheck. De site is een eenvoudige schakel tussen mensen die een mobieltje zijn kwijtgeraakt en mensen die er eentje hebben gevonden. Telefooncheck is opgezet door een student, maar inmiddels heeft de site de aandacht getrokken van PortingXS, de Nederlandse nummerbeheerder die voor tweederde van alle telefoonaanbieders het nummerbehoud bij overstappen regelt. PortingXS is nu partner van Telefooncheck.

Je kunt ook via een App en een code (per jaar € 17,99) Datapolice op je smartphone installeren. Nadat je de gratis App hebt gedownload en je je Controle Pagina op de site hebt aangemaakt, activeer je Datapolice met de code. Je kunt nu je smartphone (Android, Blackberry of Symbian smartphone) volledig van afstand controleren. Datapolice zorgt ervoor dat je smartphone op afstand wordt geblokkeerd, gecontroleerd en teruggevonden. Waar dan ook ter wereld. Je data, zoals foto’s, berichten, filmpjes en agenda zijn beschermd. In het uiterste geval kun je zelfs de inhoud van je telefoon wissen, wat bij diefstal of verlies toch wel een prettig gevoel geeft. Ga alleen nooit zelf achter de dief aan, maar ga altijd met je gegevens naar de politie.

dinsdag 23 oktober 2012

Lesidee: Echt gebeurd, persoonlijke verhalen over en voor jongeren in woord en beeld

Op het Cinekid Festival werd vorig jaar een nieuw platform voor jeugddocumentaires gepresenteerd: Z@pp Echt Gebeurd, een initiatief van de VPRO en Z@pp. Dit platform bestaat nu 1 jaar. De documentaires komen uit de traditie van Kids & Docs, een workshop van Cinekid, IDFA en het Mediafonds met medewerking van Z@pp en de publieke omroepen. Dit traject is gericht op de talentontwikkeling van jeugddocumentairemakers. De bijna tweehonderd films die na een jaar op Z@pp Echt Gebeurd zijn verzameld, tonen de rijkdom en variatie van een unieke (jeugd)documentaire traditie. Onder het motto Echte kinderen: Echte verhalen worden hier documentaires gebundeld in negen thema’s: vriendschap, liefde, sport, school, familie, geloof, lijf & gezondheid, vrije tijd en geschiedenis. Stuk voor stuk zijn het persoonlijke verhalen over kinderen en hun leefwereld, zo te gebruiken in de les om een lastig onderwerp in te leiden en bespreekbaar te maken. De documentaire films op Echt gebeurd duren ca. 15 minuten per titel en zijn gericht op groep 6,7 en 8 van het primair onderwijs en de brugklassen van het voortgezet onderwijs.



Een persoonlijk onderwerp bespreekbaar maken in de klas kan ook met de Slash-boekenreeks voor 15+ van Querido over het echte leven. Slash-boeken zijn boeken van bekende schrijvers geschreven op basis van het waargebeurde levensverhaal van een bijzondere jongere. De schrijver en de jongere werken heel nauw samen, de een als 'verteller', de ander als schrijver. Beide namen staan op het omslag, met een grote Slash ertussen. Per jaar verschijnen er twee of drie nieuwe titels.



Echt gebeurd kan moeilijke thema’s inleiden en bespreekbaar maken in de les, maar heeft ook een dubbele bodem: de leerling maakt kennis met het genre documentaire en wordt mediawijzer. In een documentaire wordt altijd iets behandeld dat echt is gebeurd. De leerling leert met de bijbehorende lesbrief kijken naar de stijlmiddelen die zijn gebruikt en gaat ook daadwerkelijk zelf aan de slag. Met hulp van de zogenaamde Mixer kunnen leerlingen eventueel een filmpje voor de Echt Gebeurd site maken. Combineer hiervoor wel eigen (zelf gemaakt) plaatjes, geluiden en video tot een filmpje of gebruik die van Z@pp. Dit in verband met auteursrechten. Op de docschool van het IDFA kun je trouwens meer lesmateriaal voor het VO vinden en documentaires bekijken die door jongeren zijn gemaakt. Er is ook een interactieve introductieles Wat is een doc.

vrijdag 12 oktober 2012

Onderwijs in een digitale wereld

We leven in een digitale wereld en om in deze wereld te kunnen functioneren, moeten we digitaal vaardig of mediawijs zijn. Dat stelt het onderwijs voor de uitdaging om digitaal vaardige leerlingen af te leveren. Het onderwijs moet zichzelf daarom opnieuw uitvinden, zowel ten aanzien van de visie op onderwijs, het curriculum als de didactiek. Dat stelt prof. dr. Saskia Brand-Gruwel in haar oratie Leren in een digitale wereld: uitdagingen voor het onderwijs. Zij sprak op 5 october jl. haar oratie uit als hoogleraar Learning Sciences van de Open Universiteit. Binnen het onderwijs hebben de laatste jaren talloze projecten en experimenten plaatsgevonden, vaak getrokken door bevlogen docenten. Daarbij wordt heel veel nuttige ervaring opgedaan. Maar het is nu tijd om een stap verder te gaan, aldus Brand-Gruwel. Projecten en experimenten moeten geïntegreerd worden in visie, curriculum en didactiek. Op managementniveau moeten scholen een eigentijdse visie op onderwijs formuleren, waarin technologie op een natuurlijke wijze is geïntegreerd. Die visie moet gedragen worden door de hele organisatie. Docententeams moeten het curriculum onder de loep nemen en digitale vaardigheden verwerken in leerlijnen. En de individuele docenten moeten technologie op een natuurlijke wijze in hun didactische aanpak meenemen. In de rede wordt een model gepresenteerd met factoren die van belang zijn voor het leren in een digitale wereld. De uitdagingen voor het onderwijs worden besproken en aangegeven wordt hoe onderzoek kan helpen deze uitdagingen aan te gaan. 

Bericht overgenomen van Informatieprofessional

woensdag 10 oktober 2012

Lesidee: schrijf je verhaal

‘If you want to be a writer, you must do two things above all others: read a lot and write a lot. There is no way around these two things, no shortcut.’, aldus Stephen King in On writing.

Schrijven is een vak, een gave misschien, maar er is ook een duidelijk relatie tussen literatuur lezen en creatief schrijven. Dat blijkt in elk geval uit onderzoek onder jongeren van 16 en 17 jaar uit 5-havo en 5-vwo en een kleine groep volwassenen. Er bestaat volgens dit onderzoek een positieve relatie tussen literair lezen en creatief schrijven. De onderzoekers pleiten er dan ook voor om creatief schrijven een plaats te geven in het literatuuronderwijs, omdat dit de leesattitude positief kan beïnvloeden. Op het stimuleren van lezen bij leerlingen kom ik in een later bericht nog terug. Nu wil ik het over het schrijfproces hebben. Enkele klassen werken op onze school in een periode al aan het schrijven van korte verhalen. Er wordt dan een inleiding gegeven en vervolgens gaan de leerlingen aan de slag. Ton Rozeman schreef er een boek (Mediatheek) over en houdt een weblog bij over het schrijven van verhalen. Er zijn trouwens meerdere weblogs met als onderwerp het schrijversschap, ik wil er hier nog twee aardige onder jullie aandacht brengen: boekschrijven van onder meer Koen van Huijgevoort en Schrijf mee van Suzanne Peters. Bibliotheek Eemland heeft een aantal tips voor jongeren op een rij gezet voor het schrijven van onder meer een gedicht of column. De site Schrijfgenoten legt voor leerlingen het proces uit van het maken van een verhaal en het tot stand komen van een boek. Er is bovenstaand al veel materiaal te halen voor een goede introductie op het onderwerp, schrijfoefeningen vind je op de site van Suzanne Peters. 

Jullie weten inmiddels dat ik nogal een liefhebber ben van het betrekken van ict bij het onderwijs. Je kunt het schrijven namelijk leuker en misschien ook wel aantrekkelijker maken voor jongeren als dat digitaal en in een ‘community’ plaatsvind. WriteAlong is zo’n initiatief. Leerlingen kunnen hier meewerken aan een boek door mee te schrijven en door illustraties toe te voegen. Van uitgeverij Zwijsen is het Kinderschrijflab, waar de - vaak basisscholieren - hun eigen boek kunnen maken en uitgeven. De site geeft tips en uiteindelijk kun je je boek laten uitgeven door de uitgever. Dit hoeft natuurlijk niet, want er zijn echter vele gratis initiatieven om zelf op internet te publiceren. André Manssen geeft er hier een opsomming van. Met Storybird tenslotte kun je kwalitatief hoogstaande illustraties combineren met eigen tekst en zo zelf een zogeheten Storybird maken. Een handleiding Werken met Storybird vind je in COS van januari 2012 (Mediatheek).

Voorkant van een Storybird

Genoeg inspirerende ideeën dacht ik zo. Lesmateriaal vind je ook door op Wikiwijs te zoeken op Voortgezet Onderwijs en de trefwoorden ‘zelf’ ‘schrijven’. Het materiaal dat je zo vindt kun je soms gebruiken met je Entree Account (Teleblik) en sommige lessen zijn van Klascement. Het aanmaken van een account bij Klascement volstaat om met dit materiaal aan de slag te gaan. 

donderdag 4 oktober 2012

Posterazor

Leerlingen moeten als opdracht in de Mediatheek nogal eens een poster maken van een eigen tekening of foto. Dat is nu een heel gedoe met uiteindelijk een wat vagere kopie op - ten hoogste - A3 formaat. Ik ben op zoek gegaan naar een gratis tool waarmee je posters op elk formaat kan maken en uitprinten. Het moest ook een simpele tool zijn, omdat dit eigenlijk vanaf klas 7 als een opdracht voorbij komt. Met Posterazor kun je nu je eigen poster maken op elk mogelijk formaat. Het werkt als een raster waarin de tekening of foto verschijnt. In vijf stappen maak je daar een PDF met meerdere pagina’s van, die je vervolgens uitprint. Je begint als volgt: je scant de tekening in of zoekt de foto op de harde schijf. Vervolgens geef je in Posterazor de output in. Hij staat standaard op A4, dus dat is goed. Je geeft ook nog aan of je de afbeelding staand of liggend wil uitprinten (Portrait, Landscape). Dan - en dat is heel cruciaal - geef je de overlap aan. Standaard is 1 cm. Met die overlap schuif je later de geprinte delen van de poster ineen, zodat je de delen perfect aan elkaar kunt plakken. In stap vier geef je de grootte van je poster op, die je vervolgens ook nog eens over de verschillende pagina’s (zie raster) kunt centreren of uitlijnen. Klaar! PDF opslaan, uitprinten, knippen en plakken en het resultaat is geweldig. 



Posterazor is vanaf volgende week op alle pc’s in de Mediatheek te gebruiken onder programma’s en dan tools. Je kunt het natuurlijk ook thuis downloaden.


maandag 1 oktober 2012

Eindexamenvoorbereiding

De Mediatheek van Vrijeschool Zutphen VO heeft op Symbaloo een webmix Examenvoorbereiding samengesteld. Met de links die hier verzameld zijn kunnen de leerlingen van de eindexamenklas zich goed voorbereiden op de aanstaande examens. De webmix zal in de loop van de tijd nog wel wat worden aangepast, omdat bijvoorbeeld van Labyrinth en Eigenwijzer nog geen 2013-updates zijn. Er wordt in de webmix veel aandacht besteed aan het oefenen van examenstof, waarbij ik hier speciaal de Eindexamensite onder de aandacht wil brengen. Hier kun je met de tab Examenstof gericht oefenen op onderdelen waarvan je niet zeker bent. Let even op bij de link naar de ExamenApp! Je kunt hier slechts twee weken gratis oefenen, registreer je dus op het juiste moment.


Er is ook veel ruimte ingebouwd voor de mentale voorbereiding. Deze links vind je midden onder. Kijk hier ook eens naar de boeken die je eventueel per vak nog zou kunnen aanschaffen in de series Samengevat en In je Pocket. De kleuren van de blokjes per vak, zijn de kleuren die in de Mediatheek worden gebruikt voor de verschillende interessegebieden. Groen voor biologie, Oranje voor geschiedenis, aardrijkskunde etcetera.

Lees ook: Examen