Wat kun je toch blij zijn met nieuws dat je goed uitkomt. “Slechtere
schoolprestaties door meer computergebruik” kopt de NOS. ”Computer
verbetert schoolprestaties niet” klinkt dan al weer minder heftig, maar ook
deze constatering leidt nog steeds tot een brede glimlach bij veel docenten. Het
een op een contact met de leerling is gered!
“Traditioneel
prentenboek legt het af tegen voorlees-app” klinkt in deze optiek dan weer
veel minder prettig. Beide koppen zijn echter afgeleid van wetenschappelijke
onderzoeksresultaten. Onderzoek naar prentenboeken werd verricht door
onderzoeker Zsofia Takacs, verbonden aan de Universiteit Leiden. Ze deed
literatuuronderzoek en voerde experimenten uit en ontdekte zo dat bewegende
illustraties, muziek en geluidseffecten kinderen helpen om de tekst beter te
begrijpen. Het rapport dat ten grondslag ligt aan de eerste koppen, 'Students,
Computers and Learning: Making The Connection', toont dat die landen die
aanzienlijk investeerden in ICT in het onderwijs "geen enkele opvallende
verbetering" lieten optekenen in de PISA-resultaten (PISA is een examen
dat 15-jarigen afleggen in OESO-landen).
Voor mensen die nooit verder lezen dan de kop van een
verhaal of studie lijkt alles behoorlijk in tegenspraak met elkaar, maar
bedenk: het is maar journalistiek en het is in elk geval gelukt met deze koppen
jullie aandacht te vangen. Terug naar de schoolprestaties en computers. Wie de
moeite neemt om zich wat te verdiepen in de studie die de Organisatie voor
Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) uitvoerde in 31 landen, van
China, over Europa (ook Nederland), tot de VS. zal toch wel wat meer aanbevelingen
tegenkomen dan de kop doet vermoeden. De conclusie staat in elk geval. Als elke
leerling een basisniveau in begrijpend lezen en wiskunde bereikt, zal dat
"in onze digitale wereld meer bijdragen tot gelijke kansen dan simpelweg
de toegang tot hoogtechnologische apparaten en diensten te vergroten of te
subsidiëren", concludeert de studie. Het woordje ‘simpelweg’ geeft
eigenlijk het grote probleem aan dat in het onderwijs is opgetreden. Investeren
in techniek zonder verandering van de didactiek en opleiding van docenten,
heeft geen zin. De digitale didactiek wordt nog vaak niet goed toegepast om
de voordelen van de technologie volledig te benutten. Technologie zo maar
invoeren is nutteloos.
Daarnaast concludeert het rapport dat als games net zo slecht
zouden zijn doordacht als onze educatieve software niemand ze zou spelen. De
digitale vaardigheden van docenten én leerlingen worden ook stelselmatig
overschat, zo stellen de onderzoekers verder. Dit leidt er mede toe dat de
opbrengst van de investering zo matig is.
Het rapport is dus geen vrijbrief om de techniek de deur uit
te doen, maar juist een aansporing om meer te investeren. Weliswaar niet in
techniek, maar in mensen. Zo schrijft de OESO: “The findings must not lead to
despair. We need to get this right in order to provide educators with learning
environments that support 21st-century pedagogies and provide children with the
21st-century skills they need to succeed in tomorrow’s world. Technology is the
only way to dramatically expand access to knowledge.”
“We have not yet become good enough at the kind of
pedagogies that make the most of technology; that adding 21st-century
technologies to 20th-century teaching practices will just dilute the
effectiveness of teaching.”
Tot slot: “To deliver on the promises technology holds,
countries will need a convincing strategy to build teachers’ capacity. And
policy-makers need to become better at building support for this agenda. Last
but not least, it is vital that teachers become active agents for change, not
just in implementing technological innovations, but in designing them too.”
De kop boven de stroom tendentieuze artikelen had dus net zo
goed kunnen zijn: "Lerarenopleidingen moeten docenten scholen in 21ste eeuwse
vaardigheden”. Of : “Scholen hebben de plicht om leerlingen 21ste eeuwse
vaardigheden bij te brengen.”
Om nog even terug te komen op het onderzoek van Zsofia
Takacs. Uit de onderzoeken bleek dat normaal ontwikkelende kinderen digitale
prentenboeken iets beter begrijpen en dat deze hun woordenschat verrijken. Bij
kinderen die zwak zijn in taal, zoals veel migrantenkinderen, is het voordeel
zelfs aanzienlijk. “Taalzwakke kinderen beter af met digitaal prentenboek” is
dus eigenlijk een beter kop. Dat is dan ook de kop boven het artikel op de site
van Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland.
En dit brengt ons bij een groot didactisch voordeel van ict:
differentiëren. Ict is onmisbaar in de wens van leraren om meer te kunnen
differentiëren in de klas. Snellere leerlingen krijgen uitdaging op maat,
andere leerlingen krijgen persoonlijke uitleg bij moeilijke stof en extra
oefenmateriaal. Dit stelt Toine
Maes. Hij stelt verder - en ik ben het daar volledig mee eens: “Als we
beter en slimmer willen leren met ict, moeten we beginnen met nadenken over de
opbrengsten en wat die zouden moeten zijn. Dat is wat het rapport van de OESO
ook zegt. Op basis van deze opbrengsten kunnen de juiste toepassingen voor de
juiste leersituaties worden gekozen. Geen focus op meer technologie, maar een
focus op de leerling, de leersituatie en de leraar die ermee gaat werken.”
Dat is ook een conclusie van Takacs. Zij “waarschuwt voor
interactieve verhalen, waarbij een kind door het aanraken of verschuiven van
dingen een effect oproept dat soms wel, maar vaak geen of slechts zijdelings
verband houdt met het verhaal. ‘Dat leidt af en zorgt ervoor dat kinderen niet
geconcentreerd kunnen luisteren.” En dus zouden app-ontwikkelaars de
interactieve delen in voorleesapps volgens Takacs moeten mijden. “Ze moeten er
rekening mee houden dat multitasken – spelen terwijl ze naar een verhaal luisteren
– voor jonge kinderen erg lastig is.” (Bron: Universiteit
Leiden)
Het onderwijs heeft dus behoefte aan beter ontwikkeld educatief
materiaal en scholing van docenten. Verder heeft het onderwijs de plicht om
leerlingen 21ste eeuwse vaardigheden bij te brengen. Leerlingen kunnen dat niet
zelf in hun vrije tijd, iets waar we nu voor het gemak maar van uitgaan.
Misschien blijkt techniek achteraf dan wel een zegen voor het onderwijs te
zijn?
Wat kunnen we nu doen? En, wat gebeurt er al? De HAN bijvoorbeeld stelde het lectoraat Leren
met ict in. De focus van het lectoraat Leren met ICT ligt op de
beroepsvoorbereiding van aankomende leraren en op de ondersteuning van zittende
leraren om ict op een zinvolle manier in te zetten voor het leren van de
leerlingen. En zo zijn er ongetwijfeld meer initiatieven. Kijk ook eens op Digitaledidactiek.nl of Reisgids Digitaal Leermateriaal.
En voor de fijnproevers onder ons. In de Mediatheek staan een drietal
handboeken digitale didactiek voor jullie klaar. Aan de slag!