vrijdag 27 april 2012

Lyricstraining

Wat is een vakantie zonder de mogelijkheid om je talen nog eens bij te spijkeren? Erno Mijland maakte mij onlangs in zijn nieuwsbrief attent op een nieuw blog van Erwin Klaasse. Daarop staan allerlei online tools die je zonder account en gratis kunt gebruiken. Met lyricstraining is het bijvoorbeeld mogelijk om op een leuke manier een taal te oefenen met behulp van een populaire song. Als je het ontbrekende woord in de songtekst niet op tijd intypt, stopt de video. Niet zo handig voor de dyslecten onder ons, maar misschien toch een leuk tussendoortje bij de talen. 

Je kunt kiezen uit onder meer Engels, Duits, Frans en Nederlands, maar ook Portugees en Spaans is mogelijk. Ook de moeilijkheid van de oefening is in te stellen. De videoclip start nadat je hebt gekozen voor ‘Beginner’, ‘Intermediate’ of ‘Expert’. Als expert moet je alle lyrics zelf intypen. Leerlingen met dyslexie zouden het tabblad ‘withdraw’ kunnen aanklikken, waarna ze de complete tekst in beeld krijgen en gewoon kunnen meelezen. Tot slot: je kunt bij ‘advanced search’ je favoriete muzieksoort aangeven. Een goede vakantie.

dinsdag 24 april 2012

Docent wordt digidocent

Ik maak me wel eens zorgen. De juiste toepassing en integratie van ict kan een grote meerwaarde hebben in het onderwijs, maar dat vraagt ook om een bepaalde vakbekwaamheid van de docent en een door scholen gedragen digitale didactiek. Nu wordt er steeds gezegd dat de huidige generatie leraren, de vijtigers zeg maar, niet zo met ict zijn opgegroeid. Zij hebben geen idee hoe ze media en moderne technologie moeten inzetten. Als je dit maar vaak genoeg zegt hoef je ook niets meer te doen. Ze zijn als het ware een ‘lost generation’. Nee, wij focussen ons op de nieuwe generatie leraren, die geboren en getogen zijn met smartphone’s, tablets, mp3/4 etcetera. Dus het komt vanzelf goed. Jammer, maar dat gaat niet gebeuren. Ten eerste besteden de lerarenopleidingen nog steeds te weinig aandacht aan digitale didactiek. Ten tweede is inmiddels bewezen dat de groep leraren waar wij ons voor de toekomst op focussen ons niet gaan redden. Je wordt geen mediavaardige docent van opgroeien in een mediarijke wereld. Uit onderzoek blijkt dat juist docenten geboren tussen 1951 en 1962 beter leren, actiever omgaan met digitale informatie en beter online werken met anderen dan docenten geboren na 1982. Over dit onderzoek berichte ook het tijdschrift Didactief in januari onder de kop: De digidocent komt er aan … of toch niet? Ik ben dan ook veel minder optimistisch dan bijvoorbeeld hoogleraar Martens die op de Avond van het Onderwijs in 2011 de stelling verdedigde dat ict de belangrijkste sleutel is naar beter onderwijs. Vooral zijn optimisme dat de komende verjonging van het docentencorps tot meer ict-bewustzijn en kwaliteit zal leiden onderstreep ik niet. Want hoe gaat dat gebruik van ict er uit zien?

Ander onderzoek (De visie van leraren, ouders en leerlingen op de kwaliteit van het onderwijs) stelt: bijna driekwart (72%) van de leraren vindt dat zij de vaardigheid hebben om nieuwe media/computers te gebruiken tijdens lessen. Een tiende van de leraren stelt dat zij deze vaardigheid niet hebben. Eigenlijk geen probleem dus, behalve dan voor die 10%. De cijfers zijn recent (2011) en werden gepresenteerd op de Avond van het Onderwijs 2011. Hebben deze docenten het echter over de toepassing van digitale didactiek in het onderwijs of bedoelen zij sec het gebruiken of kunnen bedienen van nieuwe media? Het onderzoek laat verder weinig verschil zien in leeftijd en geslacht waar het de inzet van en houding ten opzichte van ict betreffen. Mannen zijn ook niet positiever over ict dan vrouwen in het onderwijs.
Maar worden de nieuwe media niet vooral aanvullend gebruikt in het onderwijs? Klassikaal lesgeven staat eigenlijk nog steeds tegenover zelfstandig werken op met behulp van de computer. De cijfers uit het onderzoek zijn soms moeilijk te duiden (hoe schat de individuele docent de vraag in?) en zien er m.i. veel optimistischer uit dan de praktijk. Ik denk dat nieuwe media en ict vooral als aanvullend op het gewone, traditionele onderwijs worden gewaardeerd door betrokkenen in het onderzoek. Dat betekent dus geenszins dat ict geïntegreerd is in het onderwijs. Mijns inziens ontbreekt het nog steeds aan een breed gedragen en ontwikkelde digitale didactiek.

Wat doet de overheid ondertussen? Die zet de ict-bekwaamheidseisen weer op de agenda. De discussienota van Kennisnet veronderstelt ict bekwaamheid op drie kerntaken. Dit geef ik hieronder - verkort (en onvolledig) - weer (lees daarvoor het rapport):
● Didactisch handelen
De leraar integreert ict-hulpmiddelen in zijn onderwijs. Hij laat zijn leerlingen op zo’n manier leren met behulp van ict-hulpmiddelen dat zij beter presteren dan als hij andere hulpmiddelen zou gebruiken.
● Werken in de schoolcontext
De leraar gebruikt de ict-systemen van zijn school voor het communiceren met leerlingen, ouders en collega’s én voor het verantwoorden van zijn eigen handelen.
● Persoonlijke ontwikkeling De leraar onderhoudt en ontwikkelt zijn eigen bekwaamheid met behulp van ict.

Hoe lang hebben we het er nu al over? André Manssen schreef anderhalve maand geleden op zijn blog een prikkelend stuk hierover. André eindigt met: “Lijkt me allemaal heel duidelijk en concreet. Na 20 jaar werken met ICT op school eindelijk ‘bekwaamheidseisen’. Kunnen volgens mij zo gebruikt worden! Als uitgangspunt voor sollicitatie-gesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken, teamvergaderingen, deskundig-heidsbevordering, je POP, samenstelling ICT-plan, Schoolplan, Schoolgids en noem maar op. Maar nee…, er blijft werk aan de winkel..!! Voor minstens nòg eens twintig jaar. Aan het eind van het rapport wordt namelijk gezegd: “Deze discussienota is een start voor verdere ontwikkelingen …”


Ik wordt er wel een beetje moe van, maar kerntaak 1 (Didactisch handelen) geeft hoop. Als je een mening hebt en mee wil praten en je hebt een Linkedin-account, sluit je dan aan bij de groep Ict-bekwaamheidseisen op Linkedin. Trap alleen niet in de valkuil om het alleen over de gadgets te hebben en de bediening daarvan, maar eis bijscholing in digitale didactiek. Want hoe integreer je anders ict in je onderwijs?
Verder lezen kan: Didactief, januari 2012; PrimaOnderwijs.nl, april 2012 en COS van januari 2012 met een artikel van Brigitte Bloem: "Nog een wereld te winnen".

dinsdag 17 april 2012

Nederland van boven

Het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) heeft bij elk van de 10 afleveringen van Nederland van boven lesmateriaal gemaakt dat eenvoudig te gebruiken is in de les. Het gaat om korte opdrachten die - volgens het KNAG - in één lesuur gemaakt kunnen worden, waarbij vaak de Grote Bosatlas (53e druk) nodig is en een enkele keer de Bosatlas van Ondergronds Nederland of de Bosatlas van Nederland Waterland (deze zijn aanwezig in de Mediatheek). In het programma worden 10 verschillende facetten van Nederland (water, wonen, ontspanning, handel etcetera), voor een groot deel vanuit de lucht, belicht. Bij elk van de afleveringen kun je een via de KNAG-site een Word document met opdrachten downloaden. Het is echter niet zo dat de opdrachten volledig zijn geïntegreerd met de serie. In de opdrachten werken de leerlingen vaak gewoon met de Atlas, maar de docent kan de serie wel als inleiding op de opdrachten vertonen. In de COS (Vaktijdschrift Computers Op School) van Februari 2012 wordt het lesmateriaal overigens uitvoerig geëvalueerd. Doordat de teksten van de opdrachten nogal lang zijn waarschuwt Hen Botter in COS dat het misschien voor vmbo-leerlingen wat pittig is.
Wellicht kunnen deze leerlingen beter aan de slag met de luchtopnamen die voor Nederland van boven werden gemaakt. Deze zijn nu beschikbaar voor hergebruik. De redactie van Nederland van boven heeft drie uur ruw materiaal geselecteerd, gerangschikt op thema en ondergebracht in tien verschillende pakketjes die gratis kunnen worden gedownload. Je kunt nu zelf met het materiaal aan de slag. De leerlingen kunnen vervolgens de filmpjes insturen naar de VPRO en die stelt ze weer beschikbaar op een speciaal YouTube-kanaal.



Dit voorbeeld is gemaakt met het tilt-shift effect. Wat dat is en hoe je dit effect kunt maken vind je hier.

Bekijk ook eens Duitsland en Engeland vanuit de lucht. Deze series gingen de Nederlanse versie voor. Bij de Britse serie wordt als extra service een Google-Earth laag aangeboden, waarbij je per onderwerp op de kaart de betreffende aflevering kan bekijken.

maandag 16 april 2012

Eindexamen voorbereiden met Teleblik en Labyrinth

Je voorbereiden op de eindexamens aardrijkskunde, geschiedenis en maatschappijleer doe je met Teleblik! De video's zijn per vak en onderwerp geordend en sluiten aan bij de examenstof van vmbo, havo en vwo. De video's kunnen gebruikt worden in de klas, als visuele aanvulling op de lessen, of thuis als voorbereiding op de examenstof. Aanvullend kunnen infoblokken en clips op Eigenwijzer.nl gebruikt worden. Deze combinatie zorgt voor een goede voorbereiding voor het eindexamen. De links naar Eigenwijzer vind je ook steeds in de betreffende Teleblik-dossiers.
Voorbereiden op de exacte vakken kan met Labyrinth voor de Tweede Fase op Schooltv. Je vindt hier video- en lesmateriaal over de examenonderwerpen.

dinsdag 10 april 2012

Een krant maken, maar dan anders

Met Scoop.it! kun je informatie verzamelen over een bepaald onderwerp in de vorm van een krantenpagina of nieuwsbrief. Je kunt dit nieuws van derden verzamelen op het internet, bewerken en publiceren, maar je kunt ook zelf content (tekst, afbeeldingen) toevoegen. Het oogt zeer professioneel. Na gratis registratie voor een Scoop.it! free account kun je tot vijf ‘topics’ (onderwerpen of thema’s) aanmaken.
Als je je niet wilt registreren kun je ook gewoon zoeken in de enorme hoeveelheid Scoop.it! pagina’s op internet. Iedere nieuwsbrief krijgt namelijk een eigen url. Typ het onderwerp waarover je informatie wil, ga dan naar ‘Geavanceerd zoeken’ in Google, typ bij site of domein ‘scoop.it’ en je vindt een keur aan nieuwsbrieven. In eerder blogs hebben we screencasting besproken. Screencasting for online learning is een goed voorbeeld van hoe zo’n magazine eruit kan zien. Je hebt pagina’s voor Digitaal Onderwijsnieuws, kinderen en internet, etcetera. Je kunt ook reageren op een onderwerp zonder je eerst te registreren en je kunt - net zoals bij dit blog - de Scoop.it! pagina volgen.

Maar goed, nu gaan we zelf aan de slag en daarvoor moet je je dus wel registreren. Wanneer je een nieuw topic aanmaakt, selecteert Scoop.it! op basis van de trefwoorden een aantal bronnen waaronder Twitter, Youtube, etcetera. Als ‘curator’ kies jij zelf de belangrijkste bronnen om in de gaten te houden. Vanuit die bronnen selecteer je artikelen die je wilt opnemen in je magazine. Er wordt dus eerst gezocht in welke bronnen jouw zoekwoorden voorbij komen. Behalve de inhoud die automatisch wordt aangeboden, kun je ook zelf artikelen met afbeeldingen plaatsen. Via sociale netwerken, nieuwsbrieven en al surfend op het internet ontdek je natuurlijk regelmatig interessante links. Je kunt deze bij je favorieten plaatsen maar je kunt deze als je een scoop.it! pagina hebt over dit onderwerp ook “scoopen” met Scoop.it! in je menubalk. Verder kun je de berichten rangschikken op je pagina: zo bepaal je zelf de volgorde. Oudere berichten verdwijnen niet, maar blijven beschikbaar op vervoIgpagina’s. Door berichten te ‘taggen’ (trefwoorden toevoegen) kunnen deze makkelijker terug gevonden worden. Je kunt jouw nieuwsbrief ook delen met een specifieke groep, dus je klas bijvoorbeeld. En dat maakt het bijzonder geschikt voor het onderwijs. Hoe het allemaal werkt hoef je verder niet uit te zoeken, Herman van Schie maakte een handleiding specifiek voor het onderwijs. Download hier zijn lesbrief:  : "Zo maak je een nieuwsbrief met Scoop-it!".

Er is ook een YouTube kanaal met uitleg en Engelstalige tutorials:

dinsdag 3 april 2012

Positive Young Media Award 2012

Vorige week werd op het Nationale Mediawijsheidcongres 2012 de Positive Young Media Award 2012 uitgereikt. De prijs zet een positief rolmodel voor de jeugd in het zonnetje. De prijs wordt ieder jaar uitgereikt tijdens het Nationaal Mediawijsheid Congres, waar honderden professionele opvoeders en mediacoaches (waaronder ondergetekende) samenkomen voor deskundigheidsbevordering m.b.t. mediawijsheid voor jeugd. De jongerenfilm 'Edgie, the Movie' van Stichting Weet Wat Je Besteedt ging met de award naar huis. De stichting bestaat uit een aantal partners waaronder het NIBUD, Microsoft, SNS-Bank en Wijzer in geldzaken. Edgie, the Movie is een crowd sourced film onder leiding van Eddy Terstall. Dat wil zeggen dat iedereen tussen de 12 en 25 jaar mee kan werken aan deze film die over jongeren en geld gaat!
De Positive Young Media Award wordt jaarlijks uitgereikt aan positieve rolmodellen voor jeugd in de media. De Nationale Academie voor Media & Maatschappij waardeert met deze prijs initiatieven die thema's over jeugd en media op een positieve wijze behandelen. Volgens de jury was Edgie, the Movie de overtuigende winnaar: "Stichting Weet Wat Je Besteedt weet hoe jongeren van nu te bereiken zijn. Jongeren hoeven niet voor spek-en-bonen mee te doen, maar worden beschouwd als actieve en serieuze experts. Het zijn de jongeren die de scripts van 'Edgie, The Movie' hebben meegeschreven." Verder werd de crew, cast, muziek en styling ook door jongeren ingevuld. "Het resultaat is een spannende film die effect heeft." De twee andere genomineerde kandidaten voor de prijs waren de online jongeren-nieuwsdesk Ondertussen.nl, waarin Hi en Hyves participeren en de hier ook al eerder besproken Meldknop.nl van Digibewust, het Meldpunt Kinderporno, Pestweb, de Politie en de Kindertelefoon.