dinsdag 15 april 2014

Themamaand Privacy en internet

Hoe gaan we om met leerlinggegevens? Kunnen foto's van leerlingen zonder meer gedeeld worden via de schoolwebsite? Deze privacyvraagstukken spelen op scholen. Vorige week volgde ik het webinar Privacy en ict in het onderwijs. Het webinar is onderdeel van de online masterclass Privacy van Kennisnet waar ik mij onlangs voor heb ingeschreven. Daarbij gaat het niet alleen om privacy op scholen, maar de leerlingen(docenten) komen ook zelf aan bod. Online privacy wordt steeds belangrijker, het is - vaak na een incident - het gesprek van de dag.
Het toenemend gebruik van leerlinggegevens in het onderwijs, roept vragen op over de privacy van leerlingen. Tijdens de eerste webinar ging jurist Job Vos op praktische wijze in op de verschillende aspecten van privacy waar scholen in de dagelijkse praktijk mee te maken krijgen. Zo ben je als bestuur/ directie eindverantwoordelijke voor wat er met de gegevens gebeurt die over leerlingen op school zijn opgeslagen. Ongeacht de leveranciers (Magister, Microsoft, Google) die je inschakelt en ook ongeacht de beveiliging die je instelt.
Voor onze school is natuurlijk ook nog de relatie tot een Amerikaans bedrijf als Google van belang. Zie hiervoor ook de brochure Hoe? Zo! Privacy en recht. In 2012 heeft de Nederlandse toezichthouder op verwerkingen van persoonsgegevens, het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), in een ‘zienswijze’ bekendgemaakt welke eisen er gelden bij gebruik van diensten van een Amerikaanse cloudprovider. Volgens het CBP blijft de onderwijsinstelling met betrekking tot de persoonsgegevens die in de (Amerikaanse) cloud staan, altijd eindverantwoordelijk voor de naleving van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Verder is de cloudprovider verplicht om de Safe Harborbeginselen na te leven, waarmee dat bedrijf belooft zich aan de strenge Europese regels te conformeren. Het webinar met Job Vos is hieronder voor iedereen te volgen.



Heel april staat bij Kennisnet het thema Privacy en internet centraal. Op de bijbehorende website vind je in deze maand dagelijks nieuwe informatie en tools waarmee scholen worden geholpen bij het maken van beleid op het gebied van privacy en internet.

Privacy is een thema dat door de digitalisering van de maatschappij en de populariteit van sociale media meer leeft dan ooit. Er wordt steeds meer online met elkaar gedeeld en dit roept vragen op over wat wel of niet wijs is. Scholen krijgen inderdaad steeds vaker te maken met privacyvraagstukken. Privacy moet - in het kader van mediawijsheid - ook op school ter discussie worden gesteld. Niet per se in een speciaal vak, maar als onderdeel van alle lessen en altijd waar er raakvlakken liggen in de onderwerpen die worden behandeld. Op de webpagina vind je 6 videotips om privacy in de klas bespreekbaar te maken. Je vind op de site verder ook brochures, links en (les)tips.

Je kunt nog tot en met 23 april meedoen met gratis webinars. Vanmiddag start om 15.30 uur een webinar Kansen en uitdagingen datagestuurd onderwijs. In dit webinar wordt het gesprek aangegaan over een aantal specifieke kansen en uitdagingen dat te maken heeft met datagestuurd onderwijs. Er wordt stilgestaan bij vragen als: 

  • Wat voor vaardigheden heb je als leraar nodig om data effectief te gebruiken in je onderwijs?
  • En hoe zit het eigenlijk met de privacyaspecten van leerlingen en leraren? 
  • Welke plichten en verantwoordelijkheden hebben scholen eigenlijk hierbij? 
Al met al is deze online master zeer aan te bevelen voor docenten, schoolleiders en applicatiebeheerders. Misschien wil je je niet inschrijven, maar ben je wel geïnteresserd. Je kunt geheel vrijblijvend alle webinars terugkijken op YouTube.

dinsdag 8 april 2014

Leerlingen activeren

Vandaag houdt Globe een kennismakingsdag. Globe is het door Al Gore opgezette onderwijsprogramma waarin zo’n 27.000 scholen uit 111 landen samen wetenschappelijk onderzoek doen naar bodem, water en atmosfeer in de schoolomgeving. Als je jouw school aanmeldt wordt je door Wetenschappers van KNMI, Wageningen UR en Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) getraind. Leerlingen doen vervolgens bijvoorbeeld onderzoek naar bodemleven, het weer/klimaat of naar stof- en roetdeeltjes in de lucht. Zij geven hun meetgegevens door via internet zodat deze cijfers overal ter wereld beschikbaar zijn. De gegevens worden dan gedeeld en vervolgens gebruikt door wetenschappers voor hun onderzoek. Er is zelfs een publicatie in het internationale wetenschappelijke Journal of Geophysical research geweest op basis van data van Nederlandse leerlingen. Leerlingen kunnen dus écht bijdragen aan internationaal onderzoek!



Dergelijke projecten kunnen in het kader van mediawijsheid positief gebruik van sociale media activeren. Globe heeft ook een facebookpagina waarop de leerlingen respons kunnen geven. Doordat leerlingen op internet kunnen zien dat hun metingen daadwerkelijk worden gebruikt voor milieuonderzoek, gaan ze zeer nauwkeurig meten en raken ze actief betrokken bij milieuvraagstukken. Door deel te nemen aan activiteiten die door Globe worden georganiseerd krijgen ze de kans om op wetenschappelijke instellingen rond te kijken en contact te krijgen met de onderzoekers. Door dit contact en de feedback die leerlingen van de wetenschappers krijgen raken ze actief betrokken.

Gefinancierd door de Gates Foundation heeft Link TV in 2012 ViewChange.org (Storytelling to change the world) gelanceerd, een website die video’s, artikelen, en acties combineert om te helpen bij het verbeteren van het leven op aarde. ViewChange.org biedt meer dan 1.200 thema’s, die je kunt verfijnen door onderwerp en regio te selecteren. Hier kun je bijvoorbeeld video’s en wereldwijde informatie over klimaatverandering zien. Prachtig als introductie of illustratie bij het Globe-project. Bij Take Action kun je bij elk van de betrokken onderwerpen zien wat je zelf zou kunnen doen.

Vergelijkbaar met Globe is het Noah project, waarover ik al eerder blogde. Project Noah roept iedereen op om te helpen om flora en fauna op onze planeet in kaart te brengen via de mobiele telefoon. Doel is een (hechtere) band te creëren tussen mens en natuur. Met een app voor de iPhone of Android-telefoons kunnen deelnemers foto’s maken van de natuur in hun omgeving en die delen via het web. De foto’s worden automatisch voorzien van coördinaten die aangeven waar het beeld is genomen en zo ontstaat een interactief platform waarmee mensen over de hele wereld de flora en fauna in hun omgeving kunnen documenteren. Op de site van het Project Noah kun je vervolgens inloggen met je app-account waarna je data automatisch worden gesynchroniseerd. Je kunt lid worden van een Mission en daar je Spottings aan toe voegen.
Op de website zelf krijg je trouwens pas écht een idee van de omvang van dit project. De Spottings stromen binnen terwijl je even op de hoofdpagina verblijft. Je merkt dat het project over de hele wereld leeft. Als je op de hoofdpagina klikt op Missions, dan spreekt bijvoorbeeld Global Schoolyard Bioblitz! aan, waar scholieren hun eigen schoolomgeving fotograferen. Als je op zo’n missie klikt kun je vervolgens op de kaart kijken waar ter wereld de bijdragen vandaan komen. En, ook het Noah project heeft een facebookpagina.

Vind je het werken met smartphones nog een stap te ver, maar wil je wel je leerlingen actief betrekken bij een actueel (ecologisch) probleem? En, wil je dat allemaal binnen de schoolmuren houden, dan is misschien Ecosim iets. Dit is een gratis computerspel voor biologie over ecologie en natuurbeheer. Je bent natuurbeheerder en moet voorkomen dat zeldzame planten en dieren uitsterven. Je doet daarvoor onderzoek, gaat plaggen, bossen kappen en ecoducten aanleggen. Als je de juiste maatregelen neemt dan komt de populatie er weer bovenop. Je moet daarbij wel op het budget letten, want dat kent een limit. Ecosim is een 3Dlandschapssimulator opgebouwd volgens de recente vegetatiekundige gegevens, in samenwerking met de Wageningen UR. Het programma is speciaal gemaakt voor het onderwijs (bovenbouw havo/vwo tot bachelor biologie). De spelershandleiding vindt je hier.
Ecoloog Dirk Hilbers, de bedenker van Ecosim: ‘Naar buiten gaan is een must in de ecologieles. Maar in het veld zien leerlingen alleen een momentopname, terwijl ecologie nu juist gaat om processen.’ Hilbers bedacht er dus wat op: een computerspel waarbij de gebruiker zelf als natuurbeheerder optreedt. Hij mag het gebied inrichten naar eigen goeddunken, en dan komt de beheerfase. Begrazen of juist niet? Grondwaterstand verhogen of verlagen? Zulke beslissingen bepalen hoe de natuur zich ontwikkelt – net als in het echt.’ Ook hier wordt een hechtere band tussen leerling en natuur gecreëerd, met als in het project Noah. Bij Ecosim moeten gebruikers binnen een beperkte tijd en budget bepaalde natuurbeheerdoelen (de das in een landschap behouden, bijvoorbeeld) halen. Nu is het niet de wereld die via sociale media reageert op je actie, maar door avatars in het spel en krantenberichten krijg je te horen hoe je het er vanaf gebracht hebt.



Mocht je Ecosim willen gebruiken op onze school, vraag dan eerst aan systeembeheer of die het programma op de leerlingcomputers wil installeren.

Bron: BionieuwsNVOX, Oktober 2013

dinsdag 1 april 2014

Lesidee: de vele gezichten van nieuws

Hoe breng je het nieuws op een interactieve manier in je klas. Voor de goede orde: we hebben het hier niet zozeer over het oefenen van begrijpend lezen, woordenschat vergroten of leesstrategieën maar meer over het presenteren en bespreekbaar maken van actueel nieuws aan de leerlingen. Dus de competenties die je aanspreekt zijn in mindere mate de taalvaardigheid, maar juist meer de burgerschapscompetenties en mediawijsheid van leerlingen. We zullen het hier ook niet zozeer hebben over de papieren krant, maar meer over digitaal nieuws, als aanvulling op de papieren versie.

Wat speelt er allemaal in de krant van vandaag? Dat kun je zien op de gedigitaliseerde voorpagina’s van de papieren kranten van vandaag. Selecteren op land gaat door eerst de regio te selecteren en dan het land. Voor het Nederlandse nieuws sorteer je de N in het vakje uiterst rechts. Newsmap geeft je ook een compleet nieuwsoverzicht en linkt meteen door naar de actuele digitale versie van de papieren krant of naar actuele online magazines, omroepen en sites. Bovenin selecteer je de landen, onderin de categorie van het getoonde nieuws. Kranten.com geeft het overzicht van de digitale versie van de landelijke en regionale kranten. Ook hier worden er meer nieuwsbronnen aangeboord. Dit zie je bijvoorbeeld als je Internet en ICT links selecteert. Je krijgt dan allerlei weblogs en online versies van tijdschriften over de digitale wereld. Ook de Krantenbank - alleen beschikbaar op school - geeft je een overzicht van artikelen in de (landelijke) kranten van vandaag, evenals de Symbaloomix Kranten die echter alleen verwijst naar de digitale versies.
(Regionaal) nieuws kun je zelf selecteren in Newslocker. Selecteer The Netherlands en dan Regio en vervolgens Zutphen en je hebt het actuele nieuws van Zutphen (en omgeving) op je scherm ‘gelockt’. Newslocker verruimt het begrip ‘nieuws’ ook met weblogs, online bladen en sites.

Voor nieuwe vormen van journalistiek zijn de sociale media de grootste bron van - vooral locale - inhoud. Op de vraag hoe journalistieke redacties om moeten gaan met de verschuivende markt naar het internet is er maar één antwoord: verschuif mee. Op Twitter, Facebook en via blogs laten duizenden bewoners van een streek of stad elke dag informatie achter. Dat is meer dan een redactievergadering en een mailbox op maandagmorgen op de redactie van de lokale krant ooit kunnen opleveren. Wat vindt je daar van. En, is dat eigenlijk ook journalistiek?
Wat als we nieuws nu eens niet meer alleen beperken tot kranten en andere officiële media en ons veel breder gaan oriënteren, kunnen we misschien ook Trendsmap, die de trending topics op Twitter volgt, als een goede indicator gebruiken. Trendsmap laat je onder meer zien welke hashtags wereldwijd vandaag populair zijn op Twitter (Pas op! Je kunt Trendsmap maar een beperkt aantal malen gratis aanklikken).



Met de gratis versie van Trendsmap krijg je maar een beperkt overzicht. Twirus heeft meer gratis functionaliteit, daar kun je de ook taal kiezen en een periode. Laat leerlingen in het kader van Mediawijsheid eens de verschillende bronnen met elkaar vergelijken en bediscussiëren. Kijk daarvoor ook nog even naar andere overzichten als hashtags.org, Toptrending en Twitter.com. Spelen in de sociale media dezelfde zaken als in de (digitale) kranten? Kun je alleen met Twitter of andere sociale media het nieuws goed volgen? En wat voor 'nieuws' volg je dan? Kun je trouwens voorbeelden geven van nieuwspagina’s op sociale media?

Je hebt natuurlijk de feiten. Wat is er gebeurd, wanneer en door wie, maar je hebt natuurlijk ook de verhalen achter het nieuws. Een mooi voorbeeld is de conflicten(ver)teller, een kaart waarop de actuele conflicten staan vermeld. De actuele conflicten zijn daarbij weergegeven door een rood icoontje. Je hebt hier tevens de mogelijkheid om de “persoonlijke verhalen” achter het conflict te zien in korte filmpjes. He opent dan een nieuwe kaart met daarop de achtergrond en verhalen. Hierbij wordt je eerst een vraag gesteld over wat jij al van het conflict weet.

Een heel mooi voorbeeld van het “nieuws, maar dan anders” was het initiatief van Bas Mesters One11, waarover ik al eerder blogde. Bas Mesters vertelde op zijn blog over One11: Mijn journalistieke passie ligt sinds twee jaar ook bij oplossingsgerichte journalistiek, waarvan One11 het resultaat is, het journalistiek cadeau voor Nederland dat een honderdtal collega-correspondenten en journalisten op Mesters initiatief realiseerden. One11 is gestopt, het bracht verhalen van helden en bouwers, mensen die problemen oplosten en hoop gaven. De site is echter nog steeds de moeite van het lezen waard.

Tot slot. Er zijn een aantal verzamelsites waar je alle media per regio, land en zelfs per provincie kunt vinden. Op Kidon en ThePaperboy kun je alle media netjes gecatalogiseerd vinden. Ga daarom nooit zelf zoeken via Google, maar maak gebruik van deze sites. Of zoek op Dagbladen via de Virtuele Mediatheek.