vrijdag 17 april 2015

Elektrosmog

Bij tijd en wijle zijn op onze school de gevolgen van elektromagnetische straling een hot gespreks-item. We maken ons zorgen, terwijl gek genoeg bijna iedereen - ook op onze school - een smartphone heeft. En met die smartphone maken ook wij allemaal dankbaar gebruik van Wifi of GSM, van straling dus. In de loop van dit artikel zal ook nog eens blijken dat die smartphone eigenlijk het grootste probleem is. Ik wil hier dan ook een aanzet tot de discussie geven die al een tijdje - vaak ongefundeerd en gebaseerd op emotie - op onze school speelt. Zijn we voor of tegen Wifi en moeten mobieltjes buiten de deur. Eerst de feiten. Is angst terecht? Is het gevaarlijk? Wat zegt bijvoorbeeld de natuurkunde?

Er is in de natuur altijd straling aanwezig, maar de laatste honderd jaar is de stralingsintensiteit enorm toegenomen door het ingrijpen van de mens. Denk aan bijvoorbeeld tv, radio, GSM etc. We spreken nu dan ook vaak over elektrosmog. Veel mensen maken zich daarover zorgen. Zo ook professor Olle Johansson van het Karolinska Instituut in Zweden: “Als we het hebben over de straling van mobiele telefoons en Wifi (microgolven) hebben we het over zeer hoge stralingsniveaus in vergelijking met de achtergrondstraling waar we aan blootgesteld werden tijdens de miljoenen jaren van onze evolutionaire ontwikkeling. De vraag is nu: Wat zijn precies de effecten op onze gezondheid in de toekomst? Kanker is een effect op lange termijn en moet daarom ook op de lange termijn onderzocht worden.” Er is dus nog steeds geen sluitend oorzakelijk bewijs dat blootstelling aan straling tot die of die ziekte leidt, “maar we weten wel dat microgolven leiden tot DNA-schade”, aldus Johansson.
Dr. Joel Moskowitz, onderzoeker aan de Universiteit van California, Berkeley, zegt: “Er is genoeg bewijs dat straling van mobiele telefoons en andere mobiele gadgets spermacellen aantast en onvruchtbaarheid onder mannen verhoogd, het glucosemetabolisme in de hersenen vergroot en EEG-signalen verandert en dat het in sommige mensen problemen oplevert op neurologisch gebied, in het geheugen of bij het slapen.” Beide heren worden geciteerd op de site van Lexnaturalis, Instituut voor holistische gezondheidsbiologie. Het probleem nu is dat de discussie helaas hopeloos vervuild is door felle voor- en tegenstanders van draadloos verkeer. Waar de een wetenschappelijk bewijs claimt, heeft de andere (hoogleraar) juist zijn twijfels. Een mooi voorbeeld is de documentaire van Zembla met de titel Ziek van je mobieltje en de reactie hierop van De Nieuwe Reporter.

Guy Vandenbosch werkt momenteel als hoogleraar aan de KU Leuven en geeft daar de vakken "Elektromagnetische Golven”, "Antennes”, en "Elektromagnetische Compatibiliteit”. Hij stelt dat de stralingsfrequentie van telecommunicatie niet boven de ionisatiegrens uitkomt. Dus, microgolven zijn weliswaar schadelijk, maar alleen vanaf een bepaalde grens, de ionisatiegrens. Boven die grens kan de straling echter wel het menselijk DNA aanvallen. Dat kan echter niet bij de straling die bij telecommunicatie wordt gebruikt, dat is fysisch onmogelijk. Dit stelt Vandenbosch in een minicollege, dat ik volgde in het kader van de (gratis) Belgisch MOOC over Mediawijsheid.
We hebben echter niet alleen te maken met frequentie, aldus Vandenbosch. Vermogen is een tweede factor. Ook deze factor is niet hoog, ongeveer 2 Watt (vergelijk: gloeilamp 100 Watt). Populair gezegd: de energie die er in zit is dus niet zo veel. De afstand is een derde factor en van groot belang. Hoe dichter bij hoe hoger de intensiteit. Denk daarbij aan je eigen GSM, smartphone. Die breng je immers zelf tegen je hoofd en daarbij is dit dus de meest nabije stralingsbron. Als laatste is belangrijk de manier waarop de informatie op de straling is geënt. Er is nogal wat ophef over gepulseerde straling. De informatie zit - volgens Vandenbosch - echter vrij egaal op de straling, geen pulsing. De eigen GSM gaat wel aan en uit, dus pulseert. De eigen GSM is daarmee dan ook de meest intensieve bron van straling voor je eigen lichaam. Die intensiteit is bij bellen en het tegen je hoofd houden van de gsm of smartphone het hoogst, wel tot een factor 7000 meer dan de straling van een andere bron die je ergens zou kunnen vinden.



Hoe zit het nu met effecten op de gezondheid?
Ioniserende effecten zijn met de gebruikte stralingsfrequntie dus uitgesloten. Ons DNA wordt niet actief door elektrosmog aangevallen. Vandenbosch stelt dat de kritieke ionisatiegrens bij lange na niet wordt bereikt. Verwarmingseffecten dan? Die zijn na 20 minuten zo’n 0.1 tot 0.15 graden opwarming. Geen probleem dus, van een trap oplopen wordt je warmer. Misschien zijn er dan duidelijke biologische effecten? Duizenden studies wijzen op concentratiestoornissen, hartkloppingen, kanker, etc. Vandenbosch stelt dat bij al die onderzoeken consistentie en causaliteit bij mensen ontbreken. Je kunt straling moeilijk isoleren er zijn altijd ook andere factoren aanwezig. Bij proefdieren kan dat wel, maar dat onderzoek is ook niet altijd perfect. Bij veel van deze onderzoeken zijn de stralingsniveaus te hoog en niet realistisch. De effecten zijn dan niet één op één te vertalen naar de samenleving. In vitro (gecontroleerd laboratoriumonderzoek) is er wel verband aangetoond. Er is effect bijvoorbeeld op bloed, maar wat we dan weer niet weten is hoe zich dat effect verhoudt tot een complex menselijk lichaam?

Kortom. Wat te doen? Emoties en paniek zijn geen goede raadgever. De eerder geciteerde Johansson denkt een oplossing te hebben en stelt heel kort door de bocht: “Je kunt leven zonder een mobiele telefoon en draadloos internet en daarom zou men moeten wachten met de invoering ervan totdat we zeker weten dat het veilig is. Dat moet veranderen! Net als medicijnen zouden producten als mobiele telefoons vooraf op veiligheid getest moeten worden, alvorens ze op de markt te koop worden aangeboden en niet zoals nu pas achteraf” (Bron: Lexnaturalis)
Dat is natuurlijk waar, het is echter een al lang geleden gepasseerd station. Vandenbosch is veel reëler en stelt juist: “Het probleem van de GSM-straling (Vandenbosch ziet dit als grootste probleem) is gedeeltelijk een maatschappelijk probleem: mensen willen universele connectiviteit (overal bereikbaar zijn). Hoe beter het signaal, hoe groter de straling. Dat bepalen wij zelf. De straling is er en gaat ook niet meer weg.” Er is elektrosmog, voor de een handig voor de ander - die er geen gebruik van maakt - overlast. Maar zonder die straling werkt het hele systeem niet. De straling is geen neveneffect, zoals bij radioactiviteit. De straling van de zendmast kun je ook niet ongestraft verminderen. Dan werkt het systeem niet meer.” (Bron: KULeuven)

Wat kun je zelf doen?
Vandenbosch pleit voor ALATA (as low as is technically achievable). Geen onnodige risico’s nemen. Het is er en het gaat niet meer weg. Maar, doe je Wifi bijvoorbeeld uit als je het niet gebruikt, druk je telefoon niet tegen je hoofd en pas zeker op als de verbinding met je mobiel wordt gemaakt (dan is er een piek!).

Wat zegt de WHO
IARC, het Internationale Agentschap voor Onderzoek naar Kanker van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO), heeft het gebruik van mobiele telefoons in 2011 bestempeld als ‘mogelijk kankerverwekkend’. De reden hiervoor is dat IARC wel aanwijzingen voor een verhoogd risico op hersentumoren ziet, maar geen overtuigende bewijzen. Ter vergelijking: in deze zelfde categorie ‘mogelijk kankerverwekkend’ vallen ook stoffen zoals koffie, diesel, roet en talkpoeder. Er zijn echter géén aanwijzingen dat zendmasten in de woonomgeving kankerverwekkend zijn; de blootstelling aan die zendsignalen is volgens de WHO vele malen lager dan die tijdens het gebruik van een mobiele telefoon. (Bron: Gemeente Waalre)

Wat doen overheden?
Frankrijk schakelt de Wifi-installaties uit op plaatsen waar kinderen onder de drie jaar worden opgevangen. De maatregel maakt deel uit van een nieuwe wet die de bevolking moet beschermen tegen elektronische straling. Verder is bepaald dat basisscholen hun draadloze verbinding moeten uitschakelen wanneer die niet wordt gebruikt. En alle winkels en horecazaken die publieke netwerken aanbieden aan klanten, moeten dit aangeven met een symbool op de ruit of deur.
Vandenbosch over de Belgische situatie: “We passen beter het voorzorgs-principe ook in België toe. Zelfs zonder wetenschappelijk bewijs over de schadelijke gevolgen moet je de voor- en nadelen afwegen. In een crèche zie ik geen voordelen van draadloos internet.”
Vandenbosch gaat verder: Het Vlaams Parlement heeft in januari 2009 als streefnorm op termijn 0,6 V/m voorgesteld. Is dat een utopie of toch een haalbare kaart? Volgens Guy Vandenbosch is dit technisch perfect mogelijk, “maar dit vergt dan wel ingrijpende wijzigingen in het netwerk: De GSM-antennes zijn nu zo krachtig dat ze door muren van gewapend beton gaan en zelfs in liften en kelders ben je nog mobiel bereikbaar. Dit vergt zware vermogens en leidt tot hoge stralingsniveaus. Een scheiding tussen de binnenhuis- en buitenhuiscommunicatie kan dit probleem omzeilen. Binnenshuis kan je dan je mobieltje laten overschakelen op reeds bestaande infrastructuur als coax-, tv-, internet- of glasvezelkabel om zo de verbinding met de buitenwereld te maken. Dit is dus technisch perfect haalbaar, maar dat doe je niet van vandaag op morgen. Dit vergt forse investeringen en een hele organisatorische switch in het netwerk”.
Ïk wil het verhaal niet te technisch maken maar het Vlaamse besluit spitst zich toe op de straling veroorzaakt door vast opgestelde antennes. Maar de rinkelende mobieltjes veroorzaken uiteraard ook straling. Guy Vandenbosch wil dan ook nog deze problematiek in zijn ware context schetsen: “Als je mobiel belt, is de stralingsintensiteit aan je hoofd gemiddeld in een ‘worst case’ scenario duizenden keren hoger dan op 100 meter afstand van een gsm-antenne, waar het maximale stralingsniveau voorkomt. Op drukke plaatsen waar veel mensen telefoneren, is de cumulatieve straling van die toestellen hoger dan die van de masten. Het gevaar schuilt dus niet alleen in die gsm-mast die vanop de speelplaats zichtbaar is, maar evenzeer – en wellicht nog meer – in het feit dat alle kinderen tijdens de speeltijd aan het gsm'en slaan....” (Bron: Patrick Verheye)

De Europese Unie heeft trouwens referentieniveaus voor blootstelling aan elektromagnetische velden afkomstig van antennes aan haar lidstaten aanbevolen. Deze aanbeveling is vastgelegd in de EU-aanbeveling 1999/519/EG. De meeste Europese landen, waaronder Nederland hanteren deze limieten. Enkele Europese landen, zoals België, gaan eveneens uit van deze EU-aanbeveling maar hanteert, op basis van een politiek besluit, 50% van de aanbevolen limieten als norm. Dit betekent echter dan weer niet dat België strengere eisen stelt qua wonen in de nabijheid van een mast met antenne-installaties voor mobiele telefonie. De blootstelling aan elektromagnetische velden op publiek toegankelijke plaatsen is in België niet anders dan in Nederland. (Bron: Gemeente Waalre)

Nu terug naar onze school in ons eigen Nederland. Wij zijn geen eiland in een grote gevaarlijke zee. Mobiel internetten en bellen speelt zich vlak voor onze voordeur massaal af in elke pauze. Dan ontstaat er dus - weliswaar buiten de fysieke school - een behoorlijke piek. Ook staat er op de IJsselflat, vlak naast onze school, een zendmast. Je kunt - ook op onze locatie - dus moeilijk aan elektrosmog ontkomen. Maar je hoeft het ook niet erger te maken. Je zou dus kunnen denken aan een verbod van mobieltjes op school - zoals wij hebben ingesteld -, mits in de les een mobiel didactisch nodig is. En dat laatste vind ik wel belangrijk. Je volgt dan het ALATA-principe van Vandenbosch, want ook wij moeten leerlingen mediawijs afleveren naar het vervolgonderwijs. We kunnen m.i. niet net doen of er geen Derde Industriële Revolutie plaatsvindt en alle digitale gadgets gewoon buiten de deur houden.

De druk om een Wifi-netwerk op school te installeren wordt sowieso groter, ook omdat steeds meer apparaten draadloos werken. In school zouden klassen dan ook niet naar de Mediatheek hoeven voor een opdracht, organisatorisch is het voor de docenten dus veel makkelijker. Let wel: het is een keuze. Leerlingen kunnen dan bijvoorbeeld op de gangen werken. Of dat voor de rust in het gebouw en de begeleiding van de leerling bevorderend werkt, durf ik te betwijfelen. Dan laten we hier ook nog het vaak onderschatte probleem van beheer en techniek van een Wifi-netwerk buiten het hele verhaal.

Ik zou - tot slot - willen voorstellen om de didactische noodzaak leidend te laten zijn in de hele discussie. Bijvoorbeeld Wifi in de toekomst alleen toe gaan passen als er duidelijk onderbouwd didactisch voordeel is te behalen. Een voordeel ook, dat je met bekabelen in dat specifieke geval niet zou kunnen realiseren. Je neemt dan een (gezondheids)risico, maar je zou dat nog weer kunnen beperken door het netwerk uit te zetten als je het niet gebruikt.
Of we bekabelen gewoon verder en realiseren daarmee ook toezicht (Mediatheek!) op het gebruik, door de toegang alleen tot vaste (bekabelde) plaatsen binnen school te beperken. Deze laatste optie is een voortzetting van de huidige situatie en die zou m.i. nog veel beter benut kunnen worden door hechtere samenwerking tussen de Mediatheek en docenten. Dan zet je pas echt (didactische) stappen! De discussie over digitale didactiek moet echter nog altijd gevoerd worden binnen onze school. Dit, terwijl de discussie over straling en de gevolgen van die straling al wel volop woedt.

N.B. Afleiding, verslaving, slapeloosheid etc. door het gebruik van tablets en smartphones zijn zaken die zeker zo belangrijk en kwalijk zijn, maar die worden hier niet behandeld.

1 opmerking:

  1. Een goed stuk, Willem. Degelijk gedocumenteerd. Verhelderend. D.w.z. Op het fysieke niveau. Mensen die de esoterische aspecten van deze moderne apparatuur willen doorgronden, kan ik het boekje 'de elektronische dubbelganger' aanbevelen. Daarin biedt Rudolf Steiner een fascinerende en onthutsende blik op de toekomst die ondertussen al deels 'heden' is geworden.

    BeantwoordenVerwijderen